De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet een ruimtelijke verkenning naar een meer natuurinclusieve
inrichting heeft aangekondigd;
constaterende dat het adviescollege adviseert meer gebruik te maken van het ruimtelijk
instrumentarium;
overwegende dat op het platteland veel functies om ruimte concurreren en om passende
landschappelijke inrichting vragen;
overwegende dat het kabinet voorafgaand aan kabinetsformaties diverse studiegroepen
instelt;
verzoekt de regering om, naast en analoog aan bijvoorbeeld de onafhankelijke Studiegroep
Begrotingsruimte, een studiegroep ruimtelijke inrichting in te stellen;
verzoekt de regering tevens, om deze studiegroep te vragen concrete, samenhangende
en doorgerekende beleidsopties te schetsen, waarbij in ieder geval aandacht wordt
besteed aan vitalisering van het platteland, de ruimtelijke inrichting van het platteland,
de uitkomsten van de verkenning natuurinclusief bouwen, aanvullende beleidsopties
voor herstel en verbetering van Natura 2000-gebieden, duurzame verdienmodellen in
de landbouw, de functie die boeren hebben bij de landschapsinrichting en de leefbaarheid
van het platteland, kwaliteit van de landbouwgronden, de mogelijkheden en publieke
en private facilitering van ruilverkaveling, grondbeleid, landinrichting, de in het
rapport-Remkes genoemde 5M-oplossingsrichtingen en de ervaringen met concentratiegebieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Harbers
Moorlag
Geurts
Dik-Faber
De Groot