Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 10g, eerste lid, «in
de gasjaren 2017/2018 en 2018/2019 telkens meer dan 100 miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken» vervangen door «in de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en
2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100 miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken».
B
In artikel I, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 10m een lid toegevoegd,
luidende:
4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld die betrekking hebben op:
a. het moment waarop de vergoeding kan worden aangevraagd;
b. de gegevens die bij een aanvraag worden overgelegd;
c. de termijn voor het geven van een beslissing op een aanvraag.
C
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 10n, derde lid, «in de
gasjaren 2017/2018 en 2018/2019 telkens meer dan 100 miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken» vervangen door «in de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en
2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100 miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken».
D
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 10 september 2019 ingediende voorstel van
wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (implementatie wijziging
Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas),
35 283, nr. 1, tot wet is of zal worden verheven en artikel II, onderdeel A, subonderdeel e, van
die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze
wet, komt artikel I, onderdeel A, van deze wet als volgt te luiden:
A
Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
bg door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
bh: omschakelen: het voorzien van een afnemer van een aansluiting, met een doorlaatwaarde van groter
dan 40 m3 (n) per uur, waarmee hoogcalorisch gas kan worden onttrokken aan het gastransportnet
met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende capaciteit, welke in de plaats
treedt van de aansluiting waarmee laagcalorisch gas aan het gastransportnet wordt
onttrokken.
Toelichting
Met deze nota van wijziging worden enkele onvolkomenheden in het wetsvoorstel hersteld.
Onderdelen A en C (artikel I, onderdeel C, voorgesteld artikel 10g en artikel 10n)
Het voorgestelde artikel 10g, eerste lid, bevat voor grootverbruikers van laagcalorisch
gas een verbod om met ingang van 1 oktober 2022 laagcalorisch gas aan het gastransportnet
te onttrekken. Onderdeel B is nodig om de beoogde afbakening tot de negen grootste
afnemers te borgen. Daartoe wordt geregeld dat afnemers die in ieder geval in twee
van de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 of 2018/2019 meer dan 100 miljoen m3 (n) hebben verbruikt onder de reikwijdte van het verbod vallen. Hiermee wordt zowel
voor uitschieters naar beneden als naar boven een correctie aangebracht. Met deze
wijziging verandert het doel en de doelgroep van het verbod niet. De beoogde negen
grootste afnemers vallen binnen het verbod en de wijziging heeft geen effect op andere
grootverbruikers.
Onderdeel B (artikel I, onderdeel C, voorgesteld artikel 10m)
Op grond van het voorgestelde artikel 10m kan de Minister van Economische Zaken en
Klimaat op verzoek en onder voorwaarden nadeelcompensatie bieden. Onderdeel C voegt
aan dat artikel een lid toe, op grond waarvan op het niveau van ministeriële regeling
procedurele voorschriften kunnen worden vastgesteld over een aanvraag tot nadeelcompensatie.
Die regels kunnen betrekking hebben op het moment waarop de vergoeding kan worden
aangevraagd, de over te leggen gegevens en de beslistermijn.
Onderdeel D
Dit onderdeel voorziet in verlettering van het begrip «omschakelen» dat is opgenomen
in het voorgestelde artikel 1, eerste lid, onderdeel bd. Die verlettering zal wetstechnisch
noodzakelijk zijn wanneer het voorstel van wet tot wijziging van de Elektriciteitswet
1998 en Gaswet (implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op
het gebied van elektriciteit en gas), (35 283) eerder tot wet is of zal worden verheven dan het onderhavige voorstel van wet. Ingevolge
eerstgenoemd wetsvoorstel wordt namelijk in artikel 1, eerste lid, van de Gaswet eveneens
een onderdeel bd ingevoegd.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes