35 317 Wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 februari 2020

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel D, komen de tweede en vierde wijziging van artikel 3 als volgt te luiden:

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «een besluit tot» ingevoegd «de vaststelling van een normaal toepasselijk tarief of korting voor een nieuw beheerd recht of nieuwe vorm van gebruik of tot» en na «de tarieven» ingevoegd «, inclusief het vervallen van een korting,».

4. In het vierde lid wordt na «een besluit tot» ingevoegd «de vaststelling van een normaal toepasselijk tarief of korting voor een nieuw beheerd recht of nieuwe vorm van gebruik of tot», wordt na «indien» ingevoegd «het tarief of» en wordt aan het slot een volzin ingevoegd, luidende:

Het College van Toezicht onthoudt zijn goedkeuring niet dan nadat de geschillencommissie hieromtrent advies heeft uitgebracht.

B

In artikel I, onderdeel F, wordt in het voorgestelde artikel 5aa onder vernummering van het tweede tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien onderzoek benodigd is ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, komen de kosten van het onderzoek voor rekening van de collectieve beheersorganisatie of onafhankelijke beheersorganisatie.

C

In artikel I, onderdeel J, komt het derde lid van het voorgestelde artikel 12 als volgt te luiden:

3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de systematiek op basis waarvan het bedrag, bedoeld in het tweede lid, over de collectieve beheersorganisaties en onafhankelijke beheersorganisaties wordt verdeeld en de bijdrage van een collectieve beheersorganisatie of onafhankelijke beheersorganisatie die een deel van het kalenderjaar onder het toezicht van het College van Toezicht valt.

D

In artikel I, onderdeel L, wordt in het voorgestelde artikel 17b, eerste lid, aan het slot een punt toegevoegd.

E

Onderdeel M komt te luiden:

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «collectieve beheersorganisatie» telkens vervangen door «collectieve beheersorganisatie of onafhankelijke beheersorganisatie».

2. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. van ten hoogste € 225.000 per overtreding, of, indien dat meer is, 5% van het totaal van de door een collectieve beheersorganisatie of onafhankelijke beheersorganisatie in het aan de beschikking voorafgaande boekjaar geïnde of voor verdeling beschikbare vergoedingen

1°. bij niet-naleving van een aanwijzing als bedoeld in artikel 6, tweede lid,

2°. wegens het niet of niet behoorlijk naleven van de voor de collectieve beheersorganisatie of onafhankelijke beheersorganisatie geldende verplichtingen op grond van deze wet, indien binnen een tijdvak van vijf jaren voorafgaand aan de dag van overtreding een bestuurlijke boete is opgelegd en onherroepelijk geworden wegens niet-naleving van een aanwijzing als bedoeld in artikel 6, tweede lid, die betrekking had op een zelfde gedraging, of

3°. bij overtreding van artikel 17a, vijfde lid;

3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «Algemene wet bestuursrecht,» ingevoegd «in afwijking van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht».

4. In het derde lid wordt na «onderdeel a,» ingevoegd «onder 1°. en 3°.,».

Toelichting

A

Voor de toelichting op de wijziging onder A wordt verwezen naar paragraaf 2.3 van de nota naar aanleiding van het verslag.

B

Voor de toelichting op de wijziging onder B wordt verwezen naar paragraaf 2.2 van de nota naar aanleiding van het verslag.

C

Voor de toelichting op de wijziging onder C wordt verwezen naar paragraaf 2.4 van de nota naar aanleiding van het verslag.

D

De wijziging onder D betreft het toevoegen van een ontbrekende punt.

E

Voor de toelichting op de eerste, tweede en vierde wijziging onder E wordt verwezen naar de paragrafen 2.1 en 2.4 van de nota naar aanleiding van het verslag.

Op grond van het huidige artikel 18, eerste lid, onderdeel b, Wet toezicht kan het College de overtreding van artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht – het niet meewerken aan het toezicht – beboeten met een bedrag van ten hoogste 35.000 euro, of indien dat meer is, 1% van het totaal van de door een cbo in het aan de beschikking voorafgaande boekjaar geïnde of voor verdeling beschikbare vergoedingen. Hiermee wordt afgeweken van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht waarin het niet opvolgen van een ambtelijk bevel – waaronder het niet meewerken aan toezicht valt – wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie (in 2020 maximaal 4.350 euro). Deze afwijking wordt geëxpliciteerd onder E in de derde wijziging van artikel 18, eerste lid, onderdeel b, Wet toezicht door de toevoeging van de zinsnede «in afwijking van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht».

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven