35 307 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 10 oktober 2019

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

Inhoudsopgave

blz.

   

INLEIDING

2

I. ALGEMEEN

2

1. Inleiding

3

2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel, de Verordening en de Uitvoeringsverordening en het Uitvoeringsbesluit OB 1968

3

2.1 Wijzigingen in de Wet OB 1968

3

2.2. Wijzigingen in de Verordening en de Uitvoeringsverordening

3

2.3. Wijziging Uitvoeringsbesluit OB 1968

3

3. Budgettaire aspecten

3

4. EU-aspecten

3

5. Doelmatigheid en doeltreffendheid

3

6. Gevolgen voor bedrijfsleven en burger

3

7. Uitvoeringskosten Belastingdienst

4

8. Advies en consultatie

4

9. Transponeringstabel

4

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

4

Artikel 1, eerste lid, uitvoeringsverordening

4

BIJLAGE

5

Uitvoeringstoets Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten

5

OVERIG

5

INLEIDING

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel implementatie richtlijn handelsverkeer tussen lidstaten.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten. Deze leden hebben geen inhoudelijke vragen bij onderhavig wetsvoorstel, maar wel over de uitvoeringstoets.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten. Deze leden onderschrijven de inzet om het handelsverkeer bij grensoverschrijdende leveringen van goederen tussen ondernemers in de EU te harmoniseren en vereenvoudigen. Deze leden hebben nog een aantal vragen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog een enkele vraag.

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben op dit moment geen nadere vragen of opmerkingen.

I. ALGEMEEN

De leden van de fractie van GroenLinks constateren dat dit wetsvoorstel oplossingen biedt voor knelpunten die door ondernemers zijn gesignaleerd. Onderdeel hiervan is het terugbrengen van de bewijslast voor ondernemers en het meer eenduidig maken van de regelgeving voor het bedrijfsleven. Deze leden vragen de regering of dit wetsvoorstel gevolgen heeft voor de kans op belastingontwijking. In hoeverre wordt de kans op btw-fraude verkleind/vergroot door dit wetsvoorstel?

1. Inleiding

2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel, de Verordening en de Uitvoeringsverordening en het Uitvoeringsbesluit OB 1968

2.1 Wijzigingen in de Wet OB 1968

De leden van de VVD-fractie vragen hoe wordt omgegaan met tegenstrijdige bewijsstukken.

a. Regeling inzake voorraad op afroep

b. Regeling inzake ketentransacties

2.2. Wijzigingen in de Verordening en de Uitvoeringsverordening

c. Bewijs intracommunautaire verzending of vervoer op basis van weerlegbaar vermoeden

2.3. Wijziging Uitvoeringsbesluit OB 1968

d. Btw-identificatienummer

3. Budgettaire aspecten

4. EU-aspecten

5. Doelmatigheid en doeltreffendheid

6. Gevolgen voor bedrijfsleven en burger

De leden van de VVD-fractie vragen naar de effecten van dit wetsvoorstel expliciet op het MKB.

Zijn er administratieve gevolgen voor het bedrijfsleven en de burger? Zo ja, welke en wat zijn budgettaire gevolgen voor de sector?

De leden van de D66-fractie lezen dat de afname in administratieve lasten van het bedrijfsleven niet in geld is uit te drukken, omdat het afhankelijk is van de mate waarin bedrijven hiermee te maken krijgen. Deze leden vragen of dit ook niet geldt bij andere wetsvoorstellen of maatregelen waarbij wel een inschatting wordt gemaakt van de afname van administratieve lasten. Deze leden vragen om een inschatting te maken voor de afname van administratieve lasten voor een bedrijf dat veel met deze maatregelen te maken krijgt.

De leden van de D66-fractie vragen naar de indirecte gevolgen voor de consument. Zijn deze positief? Leidt het wegnemen van knelpunten voor handelsverkeer tussen ondernemers aan het einde van de keten bijvoorbeeld tot lagere prijzen en betere dienstverlening voor de consument?

7. Uitvoeringskosten Belastingdienst

De leden van de CDA-fractie vragen een nadere toelichting van de regering op de vraag waarom er 7 fte structureel nodig is om de maatregelen in onderhavig wetsvoorstel uit te voeren.

De leden van de D66-fractie vragen per wanneer de functionaliteit om gegevens uit te wisselen met andere EU-lidstaten beschikbaar zal zijn.

De leden van de D66-fractie vragen om een nadere toelichting hoe deze wet, die bijdraagt aan vereenvoudiging, complexiteitsreductie en fraudebestendigheid, leidt tot extra structurele handhavingskosten en een extra structurele toename van de personele capaciteit van 7 fte. Deze leden zijn hierbij met name benieuwd naar combinatie van een positieve bijdrage van de wet aan de fraudebestendigheid en tegelijkertijd extra vereiste activiteiten in de sfeer van handhaving.

8. Advies en consultatie

De leden van de VVD-fractie vragen welke vraagpunten de ondernemersorganisaties hadden, hoe dit opgelost is en hoe dit verder is verwerkt in de toelichting bij dit wetsvoorstel.

9. Transponeringstabel

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

III. TOELICHTING

Artikel 1, eerste lid, uitvoeringsverordening

De leden van de D66-fractie vragen om meer uitleg over het nieuwe bewijsvermoeden. Deze leden begrijpen dat bewijsstukken afkomstig moeten zijn van twee onafhankelijke partijen, maar dat het begrip onafhankelijk in de praktijk invulling moet krijgen en casuïstisch van aard zal zijn. Deze leden vragen of de regering al wel meer inzicht kan geven in het begrip en aan welke voorwaarden in ieder geval voldaan moet worden.

BIJLAGE:

Uitvoeringstoets Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten

De leden van de CDA-fractie zijn erg geschrokken van de uitvoeringstoets. De maatregelen in onderhavig wetsvoorstel zijn niet heel groot van aard en toch is het niet mogelijk deze op tijd te implementeren vanwege de legacyproblematiek. De maatregel is op 1 januari 2020 nog niet realiseerbaar, vanwege het lopende project om het burgerservicenummer uit het btw-identificatienummer te halen. Hoe gaat de Belastingdienst de maatregel van voorraad op afstand dan uitvoeren? Gebeurt dat de eerste maanden met de hand of worden alle aanvragen aangehouden? Wat gebeurt er met de uit andere EU-lidstaten ontvangen berichten? Wat gebeurt er wanneer de oplevering van de IV-functionaliteit, die nu gepland staat voor 1 april 2020, vertraging oploopt?

OVERIG

Biedt deze richtlijn lidstaatopties of overige vormen van interpretatievrijheden voor lidstaten, en zo ja, maakt Nederland hier gebruik van? De leden van de VVD-fractie vragen de regering te reageren op de vragen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), voor zover partijen deze vragen zelf niet gesteld hebben.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering tevens in te gaan op de vragen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs in hun commentaar op onderhavig wetsvoorstel.

Naar boven