Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 9 september 2019 en het nader rapport d.d. 13 september 2019, aangeboden aan
de Koning door de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 26 augustus 2019, no.2019001724, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Staatssecretaris van Financier), bij de Afdeling advisering van de Raad van
State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot invoering van een
bronbelasting op renten en royalty's (Wet bronbelasting 2021), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 26 augustus 2019, no. 2019001724,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 9 september 2019, no. W06.19.0279/III, bied ik U hierbij aan.
Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies
over het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.
Het voorstel geeft de Afdeling geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
In het voorstel van wet en de memorie van toelichting zijn enkele redactionele en
technische verbeteringen aangebracht.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel