35 300 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2020

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2019

In mijn Kamerbrief van 2 juli jl. (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 72) meldde ik dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken één casus van een vermoedelijke malversatie in Mali uit de periode 2009–2013 onderzocht. Deze malversatie is nu bewezen. In het kader van een landbouwstrategie van het Malinese Ministerie van Landbouw is een Malinese ambtenaar ingehuurd als internationaal technisch assistent. De Malinese wetgeving staat dat niet toe. De ambtenaar heeft onterecht een bedrag van € 61.477 ontvangen.

Op 27 september jl. is een brief naar de Malinese autoriteiten gestuurd om het bedrag terug te vorderen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderhoudt nauw contact met de subsidieontvanger over de verdere afhandeling van deze malversatie.

Normaliter wordt uw Kamer jaarlijks geïnformeerd over bewezen malversaties via de bijlage in het departementaal jaarverslag. Gezien de eerdere toezegging maak ik daarop nu een uitzondering.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven