Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2019
Tijdens het wetgevingsoverleg van maandag 18 november over Jeugd en aanverwante zaken
van de begrotingen VWS en J&V bracht mevrouw Bergkamp (D66) motie met Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 112 in.
In het debat heb ik toegezegd om bij mijn collega’s van Binnenlandse Zaken na te gaan
of de plannen voor de organisatie van de Jeugdzorg kunnen worden meegenomen in het
onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur, alvorens tot stemmen over te gaan
over de motie. Hieronder mijn terugkoppeling op basis van mijn contact met het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en de Raad voor het Openbaar Bestuur.
Met de in de motie genoemde adviesaanvraag is de ROB gevraagd aanbevelingen te doen
over hoe het Rijk een goede partner kan zijn in (gelijkwaardige) interbestuurlijke
samenwerking. Dat staat te ver af van de in de motie geformuleerde vraag of de schaal
waarop de zorg zich aan het organiseren is, voldoende aansluit op de wijze waarop
Nederland bestuurlijk is ingericht. Vermenging van beide vragen vinden de Minister
van BZK en ik om die reden onwenselijk.
De in de motie geformuleerde vraag is evengoed zeer relevant, maar ik wil voorkomen
dat een aparte adviesaanvraag aan de Raad voor het Openbaar Bestuur tot vertraging
leidt in het traject om de Jeugdzorg te versterken. Ik zeg u toe dat de bestuurlijke
inbedding van de aanpassingen in het Jeugdzorgstelsel nadrukkelijk aandacht zal krijgen
in het vervolgtraject en dat ik in samenspraak met de Minister van BZK op dit punt
óók de expertise van de Raad voor het openbaar Bestuur en eventueel andere (wetenschappelijke)
reflecties zal betrekken.
Daarnaast zal ik, in samenspraak met de Minister van BZK, bezien op welke wijze we
de «kansen en risico's van de huidige en toenemende regionalisering in de zorg en
of de schaal van de huidige regio's, inclusief het aantal regio's, past bij een doelmatige
uitvoering en bestuurlijke inrichting van Nederland» nader kunnen onderzoeken. Ik
zal u hierover op een later moment informeren.
Ik adviseer u om de motie aan te houden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge