35 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020

Nr. 84 GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN PETERS EN JASPERVAN DIJK TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 52

Voorgesteld 3 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de overheid de grootste schuldeiser is en dat deze schulden nog eens worden verhoogd door een opéénstapeling van boetes;

constaterende, dat deze schulden door deze opéénstapeling van boetes na enkele jaren zo hoog zijn geworden, dat ze feitelijk oninbaar zijn;

van oordeel, dat schuldenaren onder voorwaarden gebruik moeten kunnen maken van een «uitzonderingsjaar», waarin alle door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen worden kwijtgescholden;

verzoekt de regering, te onderzoeken hoe en met welke consequenties invoering van een uitzonderingsjaar mogelijk is en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Peters

Jasper van Dijk

Naar boven