35 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020

Nr. 104 GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN VAN RAAN EN VAN HAGA TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 72

Voorgesteld 16 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer met de motie Ouwehand (35 334, nr. 13) heeft uitgesproken dat er geen wildgroei van biomassacentrales mag komen;

constaterende dat het kabinet in de beantwoording van de schriftelijke vragen (2019D46736) heeft aangegeven dat decentrale overheden alle «hernieuwbare» opties, waaronder biomassacentrales, kunnen overwegen;

van mening dat deze decentrale besluitvorming wildgroei in de hand werkt;

verzoekt de regering, nationaal de regie te houden over de hoeveelheid (en het totaal vermogen aan) biomassacentrales;

verzoekt de regering, verder zo min mogelijk biomassacentrales mogelijk te maken en concreet aan te geven hoe zij de wildgroei aan biomassacentrales gaat voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Raan

Van Haga

Naar boven