35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

Y MOTIE VAN HET LID NICOLAÏ C.S.

Voorgesteld 10 maart 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het van belang is dat de Nederlandse rechtstaat in rechte verantwoordelijkheid neemt voor het onrecht dat met slavernij en slavenhandel is aangedaan;

overwegende, dat het van belang is te onderzoeken op welke wijze kennis over de geschiedenis van de slavernij en de slavenhandel kan worden bevorderd en op welke wijze rekenschap kan worden afgelegd over het onrecht dat met de slavernij en de slavenhandel verbonden was;

verzoekt de regering om na te gaan of er reden bestaat om – net zoals in Frankrijk – bij wet de slavernij en de slavenhandel die in het verleden heeft plaatsgevonden als een misdaad tegen de menselijkheid aan te merken, en om na te gaan of in diezelfde wet de oprichting en instandhouding van een Nationaal Monument Slavernijverleden, een Kenniscentrum Slavernijverleden en een Slavernijmuseum dient te worden gegarandeerd, en daarover uiterlijk binnen twee maanden aan de Kamer te rapporteren.

en gaat over tot de orde van de dag.

Nicolaï

Janssen

Backer

Rombouts

Recourt

Veldhoen

Bikker

Naar boven