Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2020
Hierbij informeer ik uw Kamer over een verweerschrift dat heden door mij is ingediend
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in het hoger beroep in de
procedure van RTL op grond van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) inzake de zaak Wilders.
Het hoger beroep van RTL spitst zich toe op ministerraad stukken. De stelling van
RTL is dat de MR-stukken (bewust en ten onrechte) niet bij de beoordeling van het
verzoek zijn betrokken.
In het verweerschrift wordt uiteengezet dat de stellingen van RTL dat de (mogelijke)
strafvervolging van Wilders in de ministerraad is besproken en dat er bewust en ten
onrechte documenten buiten de procedure zijn gehouden onjuist zijn. Daaruit wordt
geconcludeerd dat de conclusie is dat het hoger beroep van RTL niet kan leiden tot
vernietiging van de uitspraak, waarin Rechtbank Midden-Nederland heeft bepaald dat
het onderzoek zorgvuldig en grondig is verricht.
In het kader van de voorbereiding van het verweerschrift is gebleken dat mogelijk
relevante notulen en besluitenlijsten van de ministerraad (MR) niet alleen onder de
Minister van AZ berusten, maar zich ook in een extern archief van mijn ministerie
bevinden. Het is gebruikelijk dat Wob-verzoeken over MR-stukken door AZ worden beoordeeld, hierdoor is abusievelijk aangenomen
dat JenV zelf niet over deze stukken beschikt. Dit betreur ik.
De stukken zijn niet nieuw en zijn ook al eerder door AZ beoordeeld. In deze beoordeling
bleek dat er geen sprake is dat deze documenten betrekking hebben op de strafvervolging.
In de eigen beoordeling wordt dezelfde conclusie getrokken.
Stukken ter voorbereiding op de ministerraad zijn ook in de eerdere zoekslagen al
bezien en openbaar gemaakt. Ik verwijs naar de bijlagen 5B en 5G bij de Kamerbrief
van 3 februari 20201. In bijlage 5G is een email openbaar gemaakt met als bijlage een korte spreektekst
voor de Minister in voorbereiding op de ministerraad van 10 oktober 20142. Deze bijlage heeft als titel «tekst onderzoek Wilders». Het is een feitelijke uiteenzetting
omtrent de door het OM genomen voorlopige vervolgingsbeslissing. Uit de openbaar gemaakte
stukken blijkt dat intern de suggestie wordt gedaan de bijlage te gebruiken voor een
toelichting in de ministerraad.
Voor de volledigheid hecht ik er aan uw Kamer erover in te lichten dat op de in het
archief in Winschoten aangetroffen geannoteerde agenda ten behoeve van de ministerraad
van 10 oktober 2014 vervolgens is aangegeven: «U wordt verzocht de MR te informeren over de vervolgingsbeslissing van het OM inzake
de uitspraken van de heer Wilders tijdens de verkiezingsavond 19 maart. Een aantal
spreekpunten vindt u in bijlage IV achter deze geannoteerde agenda.»
Uit de notulen van de betreffende ministerraad blijkt overigens niet dat over het
onderwerp gesproken is.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus