35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2020

Tijdens het notaoverleg veiligheid op 8 juni jl. zegde ik uw Kamer toe om u te informeren over de gesprekken die worden gevoerd met kerkgenootschappen over de coronacrisis.

Sinds de eerste besmetting met het coronavirus in Nederland zijn er in korte tijd maatregelen genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Hierbij moesten ingrijpende keuzes worden gemaakt. Er kwam o.a. een verbod op samenkomsten. Voor samenkomsten tot belijdenis van godsdienst en levensovertuiging is een uitzondering gemaakt op dit verbod, mede met het oog op de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Religieuze bijeenkomsten zijn mogelijk, mits de hygiënevoorschriften in acht worden genomen, men steeds anderhalve meter afstand houdt en niet meer dan dertig personen aanwezig zijn.

Vanaf een vroeg stadium in de crisis ben ik zoveel als mogelijk met religieuze koepelorganisaties en kerkelijke vertegenwoordigers in gesprek om toe te lichten waarom de ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn.

Kort na de aanscherping van de maatregelen hebben de Boeddhistische Unie, het Contactorgaan Moslims en Overheid, de Hindoeraad en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, in een met mij afgestemd communiqué, hun achterban opgeroepen om fysieke religieuze samenkomsten zoveel mogelijk te beperken en deze diensten waar mogelijk digitaal te laten plaatsvinden, dan wel uit te stellen. Aan die oproep is door alle geloofsgemeenschappen goed gehoor gegeven.

Tijdens de werkbezoeken die ik de afgelopen tijd heb afgelegd en de gesprekken die ik heb gevoerd, ben ik o.a. geïnformeerd over het bijstaan van oudere buurtbewoners met voedselpakketten tijdens de ramadan, een telefonische hulplijn door een Hindoepriester en het online platform #nietalleen dat deze crisis talloze lokale hulpinitiatieven verbindt aan mensen die hulp nodig hebben. Met de Gelderse moslimgemeenschap wisselde ik van gedachten over de noodzaak van voldoende islamitische begraafplaatsen met eeuwige grafrust in Nederland en ik bracht een bezoek aan het Leger des Heils in Amsterdam. Uit deze opsomming blijkt de inventiviteit van de verschillende geloofsgemeenschappen. Het toont dat er deze crisis allerlei nieuwe manieren zijn gevonden om gezamenlijk het geloof te vieren en daar hoop uit te putten.

In bestuurlijke overleggen met de voorzitters van de religieuze koepelorganisaties heb ik opgeroepen na te denken over het intelligent opstarten van de erediensten, zodra het kabinet aangeeft dat daar weer ruimte voor is. Deze oproep is voortvarend opgepakt door de religieuze organisaties. Zij hebben protocollen opgesteld waarin zij aangeven op welke wijze zij hun diensten kunnen opstarten en hervatten met inachtneming van de anderhalvemeternorm. Daarbij rekening houdend met het bijzondere karakter van hun diensten en de gebedshuizen waar deze plaatsvinden. Dit biedt bij uitstek de mogelijkheid tot maatwerk omdat de betreffende kerk zelf verantwoordelijk is voor het opstellen, uitvoeren en naleven van het eigen protocol. De kerk kan een protocol opstellen en eventueel bijstellen op basis van nieuwe inzichten, aangepaste normen en veranderingen in de omgeving.

In een tweede gemeenschappelijke verklaring van 29 mei jl. geven de religieuze koepelorganisaties aan dat het in behoedzaamheid vieren van geloof het nieuwe uitgangspunt wordt.

De afgelopen weken heb ik verschillende erediensten bezocht waarbij ik ook de werking van de protocollen in de praktijk heb kunnen ervaren. De afgelopen zondagen bezocht ik o.a. een rooms-katholieke en protestantse dienst. In Barneveld bezocht ik een dienst van de gereformeerde gemeenten en werd daar geïnformeerd over de specifieke problematiek van grote religieuze gemeenten en de nu nog beperkte omvang van deelnemers aan diensten. De aankomende tijd wordt op basis van monitoring en advies van het OMT gekeken naar de mogelijkheid om per 1 juli 2020 het gehanteerde maximum te verhogen naar 100 personen.

Ik zal ook de komende periode, uit hoofde van mijn verantwoordelijkheid voor de erediensten, nauw contact blijven houden met de kerkgenootschappen om goed van elkaar te weten wat over en weer speelt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven