35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2020

Ten behoeve van het onderzoek van de Commissie Dossier J.A. Poch onder leiding van de heer Machielse, naar, kort gezegd, het dossier van de heer Poch, is bij mijn departement, het Openbaar Ministerie (hierna: OM) en de politie een zoekslag naar relevante documenten uitgevoerd. Bij het OM is daarbij een verslag naar voren gekomen van een overleg dat heeft plaatsgevonden op 8 december 2008 in Amstelveen. Het OM heeft dit document opgenomen in het dossier dat aan de Commissie ter beschikking is gesteld. Het OM heeft mij hier op 30 januari 2020 over geïnformeerd.

In mijn brief aan uw Kamer d.d. 3 juli 20191 en bij de beantwoording van Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) d.d. 4 september 20192 heb ik aangegeven uw Kamer te blijven informeren wanneer ik relevante feiten over de zaak Poch verneem.

Blijkens het verslag waren bij dit overleg vertegenwoordigers van de politie en het OM en een vertegenwoordiger van de Argentijnse autoriteiten aanwezig, die op dat moment in Nederland was om getuigen te horen.

Uit het verslag blijkt dat de vertegenwoordiger van het OM, gelet op het ontbreken van de optie van uitlevering door Nederland, expliciet de mogelijkheid heeft gesuggereerd om de heer Poch aan te houden in een derde land, van waaruit hij eventueel zou kunnen worden uitgeleverd aan Argentinië. De Argentijnse vertegenwoordiger meende blijkens het verslag dat uitlevering door Nederland gelet op de afspraken die destijds bestonden wel mogelijk was.

De commissie onder leiding van de heer Machielse beschikt sinds het derde kwartaal van 2019 over het betreffende verslag. Het lid Sjoerdsma heeft op 4 februari 2020 Kamervragen gesteld over het verloop van het onderzoek (2020Z01953). Bij de beantwoording van deze vragen zal ik hierop ingaan.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 125.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3789.

Naar boven