35 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2020

Nr. 64 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN DAM C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 62

Voorgesteld 30 juni 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Raad voor de rechtshandhaving en de Voortgangscommissie Sint Maarten bij herhaling rapporteren dat gevangenis Pointe Blanche op Sint-Maarten zowel qua humane detentie als qua werkplek volledig ongeschikt is en niet voldoet aan internationaal gestelde wet- en regelgeving;

constaterende dat de Voortgangscommissie Sint Maarten stelt dat het Ministerie van Justitie op Sint-Maarten geen regie heeft op het gevangeniswezen, hiervoor geen capaciteit heeft en zonder hulp van buiten niet in staat is om de detentieproblematiek op te lossen;

overwegende dat overeenkomstig artikel 43, lid 2 van het Statuut het waarborgen van fundamentele menselijke rechten en vrijheden en de rechtszekerheid een aangelegenheid van het Koninkrijk is;

verzoekt de regering, te realiseren dat – op kosten van het land Sint-Maarten – de uitvoering van het gevangeniswezen op Sint-Maarten voor een periode van vijf jaren geheel wordt overgenomen door de Rijksministerraad,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Dam

Bosman

Diertens

Naar boven