Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2020
Zoals toegezegd in brief van 6 april 2020 (Kamerstuk 35 300 A, nr. 84) zou ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van mijn gesprek medio april met regionale
bestuurders (Fryslân, Flevoland en Overijssel) en betrokken marktpartijen over de
marktbijdrage van 26,5 mln. aan het project verbreding sluiscomplex Kornwerderzand.
Het overleg had als doel om duidelijkheid te krijgen over hoe marktpartijen deze bijdrage
gaan leveren aan het project. Ik ben verheugd uw Kamer te melden dat we gezamenlijk
een bestuurlijk en juridisch gedragen oplossing gevonden hebben.
In het gesprek is vastgesteld dat een tolwet en een marktbijdrageregeling zoals voorgesteld
in de petitie niet tot de haalbare mogelijkheden behoort. Er is gezamenlijk gezocht
naar alternatieve mogelijkheden, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met
de wensen van de betrokken marktpartijen zoals het behouden van een «level playing
field», zodat alle partijen die baat hebben bij de verbrede sluis gaan bijdragen.
De oplossing die gevonden is, ziet er als volgt uit:
-
– Alle werven van superjachten in het IJsselmeergebied gaan met de provincie Fryslân
een privaatrechtelijke overeenkomst aan waarin ze afspreken dat een bepaald percentage
van de projectwaarde van de overmaatse schepen die gebouwd worden in hun werven wordt
afgedragen aan een investeringsfonds. De provincie Fryslân krijgt uit dat fonds het
bedrag terug wat ze heeft voorgefinancierd (in circa 10–15 jaar). Dit is dus volledig
privaatrechtelijke oplossing. Om het «level playing field» te garanderen is een regionale
ondersteunende ruimtelijk regeling nodig voor de IJsselmeerregio. Deze regeling moet
bewerkstelligen dat bij nieuwe ontwikkelingen, bedrijven verplicht zijn om aan te
sluiten bij de privaatrechtelijke overeenkomst.
-
– Voor de «bovenmaatse» coasters en vissersschepen is het idee dat er per overgeslagen
ton een opslag geheven wordt via de havengelden. De afdracht van de gelden vindt dan
door de haven plaats aan het eerdergenoemde investeringsfonds. De regionale havenverordeningen
van de havens in het IJsselmeergebied moeten hiervoor aangepast worden.
Een aantal externe deskundigen hebben meegedacht bij de ontwikkeling van dit voorstel
en hebben aangegeven dat dit voorstel juridisch haalbaar is en ook mogelijk wordt
als alle regionale besturen in de IJsselmeerregio meedoen. Er is de afgelopen weken
ook contact geweest met de betreffende decentrale overheden in Noord-Holland over
dit voorstel. Zij waren namelijk niet betrokken bij het «Bidbook verbreding sluis
Kornwerderzand». Ik ben verheugd uw Kamer te melden dat de 3 betreffende Noord-Hollandse
gemeenten aan het IJsselmeer zich ook achter dit plan geschaard hebben. De komende
periode wordt deze oplossing door de marktpartijen en de regionale besturen nader
uitgewerkt in regionale regelgeving. In het overleg heb ik aangegeven dat ik bereid
ben om met hen mee te denken.
Door de duidelijkheid die nu gecreëerd is over de marktbijdrage, verwacht ik dat we
zeer spoedig de afspraken die in juni 2019 gemaakt zijn kunnen vastleggen in een bestuursovereenkomst
en er daarna gefaseerd gestart kan worden met de realisatie. Er zal worden gestart
met de urgente onderdelen van het project zoals de realisatie van de bruggen. Deze
dienen immers volgens het programma van vervanging en renovatie van Rijkswaterstaat
uiterlijk al in 2025 te zijn vervangen. Nadat de marktbijdrageregeling is uitgewerkt,
wordt gestart met de verruiming van de sluis. Deze fasering geeft de ruimte om nu
al te kunnen starten en ook de zekerheid dat de marktbijdrage tijdig geïnd kan worden.
Hiermee komt er een lang gekoesterde wens uit van de betrokken marktpartijen, de regio
en ook Uw Kamer.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga