Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2020
Met deze brief wil ik u informeren over de resultaten die zijn bereikt om te komen
tot een nieuwe lichterlocatie in combinatie met een nieuw havengebied dat met name
is bedoeld voor de uitrol van windmolenparken op de Noordzee en de sloop van oude
productieplatforms. Met de beoogde bouw van deze zogenaamde «Energiehaven» is een
door alle partijen zeer gewenste havenontwikkeling mogelijk geworden en kan IJmuiden
en het Noordzeekanaalgebied nog meer dan nu al het geval is, inspelen op de energietransitie
die al volop in beweging is.
Veel bulkschepen die bestemd zijn voor de haven van Amsterdam worden zo diep afgeladen
dat ze voor het sluizencomplex IJmuiden moeten worden «gelichterd» (gedeeltelijk gelost)
om met de juiste diepgang de Noordersluis te kunnen passeren om vervolgens door te
varen naar Amsterdam. De huidige lichtervoorziening ligt aan de rand van en gedeeltelijk
in de vaargeul van en naar de Noordersluis en vormt daardoor een nautisch veiligheidsknelpunt.
Het oude plan was erop gericht de nautische veiligheid en een vlotte doorvaart in
het gebied te garanderen door middel van een nieuwe lichterlocatie (insteekhaven)
op de plek van het huidige baggerspeciedepot (voormalige Averijhaven). Het MIRT-project
voorzag in het ontmantelen en opruimen van het huidige baggerspeciedepot en het creëren
van een noodzakelijke lichterlocatie.
Met het nieuwe plan om de Energiehaven te creëren is de nautische veiligheid in het
gebied geborgd door een lichterlocatie meer oostelijk te realiseren voor het terrein
van TaTa Steel met medewerking van dat bedrijf. Zo is er sprake van een win-win situatie
voor iedereen.
Inmiddels is in samenwerking met alle betrokken partijen gebleken dat de gewenste
ontwikkeling van het havengebied naar Energiehaven zowel maakbaar als financieel mogelijk
is, waarmee wordt ingespeeld op de energietransitie. Ook wordt de nautische veiligheid
in het gebied is geborgd, doordat de lichterlocatie verplaatst zal worden verplaatst
naar het terrein van Tata Steel. De regiopartijen, Provincie Noord-Holland, gemeente
Velsen en de havenbedrijven van Amsterdam en IJmuiden zullen een gezamenlijk consortium
vormen om de Energiehaven te exploiteren en daarbij samenwerken met Tata Steel.
De uitgevoerde kosten-batenanalyse laat zien dat er transportkostenvoordelen zijn
door kortere aanvaarroutes vanuit IJmuiden naar de nieuw aan te leggen windmolenparken.
Naast de aanleg van duurzame energievoorziening zorgen kortere vaartijden er voor
vermindering van de CO2-uitstoot van de scheepvaart. Het CPB heeft de kosten-batenanalyse beoordeeld en onderschrijft
de conclusie dat de locatie van de Energiehaven op landelijk niveau tot kostenbesparingen
kan leiden. Daarbij wordt wel aangegeven dat het door het consortium berekende maatschappelijk
rendement een mate van onzekerheid kent. Ook is er op nationaal niveau geen sprake
van extra werkgelegenheid of extra toegevoegde waarde. Echter, gezien de klimaatopgave
en de andere genoemde voordelen acht ik het op zijn plaats dat de betrokken partijen
in de gelegenheid worden gesteld de planvorming voor de Energiehaven te finaliseren
en te komen tot realisatie. Voor de geplande werkzaamheden aanvangen worden de milieueffecten
in beeld gebracht en een milieueffectrapportage opgesteld.
Regiopartijen zijn in een complexe omgeving met publieke en private partijen jarenlang
zoeken geweest naar een optimale invulling van dit project. Hier is vertraging ontstaan.
Momenteel is het consortium van regiopartijen bezig met de nadere detaillering van
het project en planning. Zodra hierover meer concreetheid bestaat, zal ik u nader
informeren.
Oorspronkelijk bedroeg het budget voor het volledig saneren van het baggerspeciedepot
en inrichten van de lichterlocatie in de Averijhaven zoals jaarlijks opgenomen in
het MIRT-projectenboek, € 65 mln. In de nieuwe situatie wordt het depot gedeeltelijk
door het Rijk gesaneerd (de aanwezige staalslakken worden gebruikt voor de verharding
van het haventerrein), met een raming van vooralsnog € 33 mln. Daarnaast draagt het
Rijk € 27 mln. bij aan de ontwikkeling van de Energiehaven door het consortium. Met
de uitgave van in totaal ca. € 60 mln. wordt zodoende én een veilige lichterlocatie
gecreëerd in de buitenhaven van IJmuiden én draag ik bij aan de ontwikkeling van een
nieuwe Energiehaven op en rond het door het Rijk gesaneerde slibdepot.
Met de geschetste ontwikkeling wordt de ruimte in het havengebied IJmuiden optimaal
gebruikt, is de nautische veiligheid geborgd en wordt de ontwikkeling rondom opwekking
van energie op zee gefaciliteerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga