Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 17 februari 2021 en het nader rapport d.d. 10 juni 2021, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 februari 2021, nr. 2019000813,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
17 februari 2021, nr. W04.21.0023/I, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 1 februari 2021, no. 2019000813, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister
van Financiën en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de tweede nota van wijziging
bij het voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Comptabiliteitswet
2016 in verband met het afschaffen van de decentrale rekenkamerfunctie en het uitbreiden
van de bevoegdheden van de rekenkamers (Wet versterking decentrale rekenkamers), met
toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over de nota van
wijziging en adviseert deze in te dienen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over de nota van
wijziging en adviseert deze in te dienen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Financiën en de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, in te stemmen met toezending van de tweede nota van wijziging en toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren