35 295 EU en de rechtsstaat

Z BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2022

De leden van uw Kamer hebben zich de afgelopen jaren betrokken getoond bij de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Zoals bekend heeft het toetredingsproces van de Europese Unie tot het EVRM aanzienlijke vertraging opgelopen naar aanleiding van advies 2/13 van het Hof van Justitie van de Europese Unie in 2014, waarin het Hof heeft geoordeeld dat het Ontwerpverdrag op meerdere punten onverenigbaar is met het Unierecht. Sinds de hervatting van de onderhandelingen in september 2020, om voor de punten waarop het Hof bezwaren heeft opgeworpen oplossingen te vinden, hebben acht onderhandelingsronden tussen de Europese Unie en de Raad van Europa plaatsgevonden.

Tijdens het debat met uw Kamer over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie op 8 februari 2022 heb ik toegezegd uw Kamer verder te informeren over het verloop van de onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Raad van Europa.

In het licht van de huidige ontwikkelingen, bied ik de leden van uw Kamer graag een technische briefing aan inzake de huidige stand van zaken betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het EVRM en de actuele inzet van het kabinet dienaangaande. Gelet op de lopende onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Raad van Europa zal de technische briefing, om de leden van uw Kamer zo volledig mogelijk te kunnen informeren, opnieuw besloten moeten plaatsvinden.1

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Zie ook de besloten technische briefing die plaatsvond op 23 juni 2020 over toetreding van de Europese Unie tot het EVRM voor de Commissie Europese Zaken.

Naar boven