35 295 EU en de rechtsstaat

F BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, DE MINISTERS VOOR RECHTSBESCHERMING EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2020

Graag doen wij u de Nederlandse inzending1 op de op 23 maart jl. door de Europese Commissie gedeelde questionnaire in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat toekomen. In haar politieke beleidslijnen van 10 september 2019 sprak Commissievoorzitter Von der Leyen haar steun uit voor een dergelijk aanvullend Europees rechtsstaatmechanisme waarbij de Commissie jaarlijks een objectief niet-bindend verslag uitbrengt over de situatie van de rechtsstaat in alle lidstaten.

Doel van de cyclus is om in een eerder stadium eventuele rechtsstatelijke problemen te signaleren, elkaar waar mogelijk wederzijds te ondersteunen en best practices uit te wisselen op basis van een constructieve dialoog. De cyclus is geen vervanging van de reeds bestaande instrumenten op het gebied van rechtsstatelijkheid.

Bij de bespreking van de toetsingscyclus in de Raad Algemene Zaken op 16 september 2019 heeft Nederland zijn steun voor dit rechtsstaatsmechanisme uitgesproken. Het is voor het kabinet van cruciaal belang dat alle lidstaten aangesproken moeten kunnen worden op het naleven van waarden als de rechtsstaat waaraan zij zich vrijelijk hebben gecommitteerd. De eerbiediging van de rechtsstaat is essentieel voor het kunnen bestaan van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten; erosie daarvan gaat ons allen daarom aan. Adequate follow-up van de toetsingscyclus zal voor Nederland daarom een belangrijk aandachtspunt zijn.

Op basis van de input van lidstaten, justitiële netwerken, ngo’s en andere relevante actoren hoopt de Commissie begin september haar eerste jaarlijkse rapport te kunnen presenteren. Dit rapport zal vervolgens onderwerp zijn van bespreking in de Raad Algemene Zaken tijdens zijn jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog. Deze zal hoogstwaarschijnlijk later dit jaar plaatsvinden onder Duits voorzitterschap. Het kabinet zet er tevens op in dat ook in de JBZ-raad een dialoog over rechtsstatelijkheid gebaseerd op elementen uit de toetsingscyclus zal worden gevoerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning.

Naar boven