Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt «vanaf 2021» vervangen door «2021».
B
Aan artikel 3, vierde lid, wordt toegevoegd «of, zo nodig in afwijking van hetgeen
omtrent afkoop als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, alsmede hetgeen daarmee
overeenkomt in de andere pensioenwetten of regelingen, bedoeld in artikel 2, eerste
lid, is geregeld, de aan hen toekomende pensioenaanspraak.
C
Aan artikel 5, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Op het recht op uitbetaling
door de tot verdeling verplichte echtgenoot is het bepaalde bij of krachtens deze
wet van overeenkomstige toepassing.
D
In artikel 7, eerste lid, wordt «bedoeld artikel 116» vervangen door «bedoeld in artikel 116».
E
In artikel 12, onderdeel C, onder 1, wordt «pensioenregeling» vervangen door «beroepspensioenregeling».
Toelichting
Onderdeel A
Het opschrift wordt redactioneel aangepast.
Onderdeel B
In artikel 3, vierde lid, van het wetsvoorstel is geregeld dat de uitvoeringsorganen
voor de verdeling kosten in rekening kunnen brengen aan ieder der echtgenoten dan
wel deze kosten in mindering kunnen brengen op de uit te betalen bedragen. Bij conversie
als verdeelregel zal dit laatste vrijwel niet meer voorkomen. De kosten in mindering
brengen op de aanspraak (verrekenen met de conversiewaarde) die aan ieder van de echtgenoten
toekomt is een eenvoudige manier om die kosten te innen. Aan de bepaling wordt deze
optie derhalve toegevoegd. Omdat bij een aantal pensioenregelingen, zoals de Pensioenwet,
dit niet is toegestaan vanwege de regels voor afkoop, wordt daarbij tevens geregeld
dat zo nodig afgeweken wordt van de regels omtrent afkoop uit de betreffende pensioenregeling.
Onderdeel C
In artikel 5, vierde lid, is geregeld dat er bij verevening recht bestaat op uitbetaling
door de tot verdeling verplichte echtgenoot, tenzij sprake is van een herberekend
arbeidsongeschiktheidspensioen. In de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
is in artikel 2, zesde lid, voor deze situatie geregeld dat het bepaalde bij of krachtens
de wet van overeenkomstige toepassing is. Dat wordt nu ook in het onderhavige wetsvoorstel
geregeld. Relevante bepalingen zullen daarbij onder meer zijn de bepalingen over de
periode waarover verevend wordt en de rekenregels.
Onderdeel D
In artikel 7, eerste lid, wordt een verschrijving hersteld.
Onderdeel E
Artikel 12, onderdeel C, onder 1, wordt redactioneel aangepast.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees