35 283 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (implementatie wijziging Gasrichtlijn en een aantal verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT1

Vastgesteld 24 april 2020

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord en hebben nog enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

In de memorie van antwoord bij de vraag betreffende de gasproductie geeft de regering het volgende aan:

«Met België, Duitsland en Frankrijk zijn duidelijke afspraken gemaakt over de afbouw van het gebruik van uit Nederland afkomstig laagcalorisch gas tussen nu en 2030. De vraag naar laagcalorisch gas zal daardoor in de komende jaren afnemen. Het eventueel vergroten van de Nederlandse winning van laagcalorisch gas vanwege structureel hogere vraag uit deze landen is dan ook niet aan de orde. Wat echter wel het geval kan zijn is dat als gevolg van COVID-19 de ombouw in buitenland mogelijk vertraging oploopt. De komende maanden wordt dit in de Taskforce Monitoring Ombouw Buitenland nader onderzocht.»2

De leden van de PVV-fractie hebben de volgende vragen naar aanleiding van dit antwoord: Is er binnen de huidige overeenkomsten van Nederland met deze landen een mogelijkheid om toch meer laagcalorisch gas te leveren aan deze landen dan nu het geval is? Zo ja, is dat afdwingbaar door één van deze landen? Indien er door het COVID-19-virus een vertraging voor ombouw in het buitenland wordt veroorzaakt, moet Nederland dan verplicht extra laagcalorisch gas leveren? Is het laagcalorisch gas dat Nederland aan deze landen levert enkel afkomstig uit Nederlandse gasvelden, of wordt er ook laagcalorisch gas geleverd uit een stikstoffabriek?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 8 mei 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD) (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL), Van der Voort (D66)

X Noot
2

Kamerstukken I, 2019–2020. 35 283, C, blz. 4.

Naar boven