35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)

G BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2021

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit1 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 houdende de invoering van bepalingen omtrent de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands en de meerwaarde van een andere taal dan het Nederlands in het hoger onderwijs.

Deze toezending geschiedt in het kader van de procedure, bedoeld in de artikelen 1.3, zevende lid, 5.6a, negende lid en 7.2, zevende lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zoals deze komen te luiden indien het bij koninklijk besluit van 9 september 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid) (Kamerstukken 35 282) tot wet wordt verheven. Voornoemde artikelleden noemen telkens een termijn van 4 weken.

Indien meer dan een vierde deel van die termijn binnen een recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 september 2020.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven