35 282 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)

Nr. 56 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 27

Ontvangen 17 december 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 7.2 als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef komt te luiden:

  • 4. Het instellingsbestuur neemt in het instellingsplan, bedoeld in artikel 2.2, beleid op met betrekking tot taal, waarin het instellingsbestuur beschrijft:

b. In onderdeel a wordt na «een opleiding of een deel van een opleiding» ingevoegd «, mede gelet op het tweede lid.»

c. In onderdeel b wordt na «de instelling» ingevoegd «met betrekking tot de taal waarin de opleiding wordt gegeven,» vervalt «zich inspant om» en wordt «te waarborgen» vervangen door «waarborgt».

d. Onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de mate waarin en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.3, vijfde lid, laatste volzin.

II

In artikel I, onderdeel P, wordt onderdeel 2 als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden: Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een komma, worden twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel z door «, en» wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • aa. de wijze waarop en de mate waarin uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.3, vijfde lid, laatste volzin.

Toelichting

Onderdeel van het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid is het opstellen van taalbeleid. In dit beleid lichten instellingen toe welke afwegingen ten grondslag liggen aan de keus om over te gaan naar een meer- of anderstalige opleiding. Tevens wordt met het wetsvoorstel geregeld dat het bevorderen van de taalvaardigheid in het Nederlands uitgebreid wordt van alleen Nederlandse studenten naar alle studenten. Voor Nederlandse studenten wordt in een amvb een norm uitgewerkt.

Met dit amendement wordt geregeld dat het taalbeleid wat instellingen op moeten stellen ook gaat over hoe instellingen invulling geven aan de verplichting om te werken aan de taalvaardigheid van studenten. Om de werkdruk te verminderen en tevens om de vindbaarheid voor eenieder te vergroten wordt met dit amendement ook geregeld dat dit taalbeleid onderdeel is van het instellingsbeleid wat instellingen toch al op moeten stellen.

De norm voor Nederlands die nog opgesteld moet worden kan per opleiding of groep van opleidingen verschillen. Naast het algemene beleid over taalvaardigheid wat opgesteld moet worden in het instellingsbeleid is het nodig dat dit specifieker uitgewerkt wordt per opleiding of groep van opleidingen. De onderwijs- en examenregeling (OER) is het belangrijkste document waar studenten op terug kunnen vallen waarin afspraken vastgelegd worden over de inrichting van de opleiding. Met dit amendement wordt daarom geregeld dat in de OER vastgelegd wordt hoe gewerkt wordt aan Nederlandse taalvaardigheid.

Tenslotte wordt in dit amendement explicieter gemaakt dat instellingen een verplichting hebben om de toegankelijkheid van de opleiding voor Nederlandstalige studenten te borgen.

Van der Molen Bisschop

Naar boven