Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 26 juni 2019 en het nader rapport d.d. 2 september 2019, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Defensie, mede namens de Minister van Financiën. Het advies van
de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 14 juni 2019, no. 201 9001164, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Defensie, mede namens de Minister van Financiën, bij de Afdeling
advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van
wet houdende regels inzake een defensiematerieelbegrotingsfonds (Wet defensiematerieelbegrotingsfonds),
met memorie van toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 14 juni 2019, nr. 2019001164,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 26 juni 2019, nr. W07.19.0141/II, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vicepresident van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Financiën, verzoeken het hierbij gevoegde
voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten