35 272 Wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief in verband met de nieuwste verordening betreffende het Europees burgerinitiatief

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 27 september 2019

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief in verband met de nieuwste verordening betreffende het Europees burgerinitiatief. Het wetsvoorstel strekt tot aanpassing van de Uitvoeringswet aan de nieuwe verordening. Graag willen zij de regering een paar vragen stellen.

De leden van de VVD-fractie weten dat een Europese verordening rechtstreeks in de lidstaten werkt. Maar wat wordt bedoeld met de zinsnede dat de nieuwe verordening inhoudelijk geen gevolgen heeft voor de Uitvoeringswet verordening EBI (Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief (EBI-verordening)), «aangezien de nieuwe verordening bepalingen bevat die reeds geïmplementeerd zijn»? Los van de rechtstreekse doorwerking is de vraag wat er wordt bedoeld met «reeds geïmplementeerd».

De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het voorstel voor de uitvoeringswet van de nieuwe verordening betreffende het Europees burgerinitiatief. Het is van eminent belang voor het Europees burgerschap dat burgers actief kunnen participeren in de Europese democratie. Het Europees burgerinitiatief speelt daarbij een niet te onderschatten rol aangezien dit het enige instrument is dat burgers rechtstreeks in staat stelt de Europese Commissie te beïnvloeden. Het verheugt de leden van de D66-fractie dan ook dat de EU het burgerinitiatief toegankelijker en gebruikersvriendelijker wil maken. Vooral het versimpelen van het verzamelen van steunbetuigingen en het door de Commissie aangeboden online verzamelpunt voor steunbetuigingen wordt door de leden van de D66-fractie van harte toegejuicht. De leden hebben naar aanleiding van deze wet echter nog wel een aantal vragen.

De leden van de fractie van de SP hebben kennis genomen van de uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief en hebben hierover nog enkele opmerkingen en vragen. Genoemde leden vinden het concept Europees burgerinitiatief lastig aangezien Europa geen staat is en daarmee de inwoners geen Europese burgers. Het nut van een Europees burgerinitiatief is voor de genoemde leden dan ook niet duidelijk. Kan de regering voorbeelden noemen van initiatieven waardoor Europese regels zijn aangepast?

Schets van de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe verordening ten opzichte van de oude verordening

Steunbetuigingen

Voor het verzamelen van steunbetuigingen wordt een centraal online verzamelsysteem opgezet, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Voor initiatieven na 31 december 2022 is het gebruik hiervan verplicht, zo staat in de memorie van toelichting. Hoe verhoudt dat zich tot het individuele online verzamelsysteem? Of mag dat na de genoemde datum niet meer worden gebruikt? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering. Nu de Wet digitale overheid nog niet in werking is, is de vraag wat dat betekent voor de uitvoering van deze verordening, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Kiesgerechtigde leeftijd

De leden van de SP-fractie lezen dat de richtlijn het mogelijk maakt de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. De regering zal dat voor 1 januari 2020 kenbaar maken aan de Europese Commissie. Kunnen genoemde leden hieruit afleiden dat het kabinet verwacht dat de besluitvorming rondom het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd in Nederland afgerond is voor 1 januari aanstaande? Als dat niet wordt gehaald kan de regering dan toezeggen dat dit ook niet gaat gelden voor Europese burgerinitiatieven?

Voorlichting- en communicatieactiviteiten

In artikel 18 van de nieuwe verordening lezen de leden van de D66-fractie dat de Commissie voorlichting- en communicatieactiviteiten over het instrument van het Europees burgerinitiatief moet uitvoeren. Deze leden steunen dit van harte, maar vragen zich ook af of de regering in Nederland van plan is dit belangrijke democratisch instrument bij burgers onder de aandacht te brengen en het gebruik daarvan te stimuleren? Welke ondersteuning biedt het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij Europese burgerinitiatieven?

Evaluatie

In artikel 25 wordt de evaluatieperiode van deze nieuwe verordening vastgesteld op vier jaar in vergelijking met drie jaar in de oude verordening. De leden van de D66-fractie vragen de regering deze evaluatie serieus te nemen, en de eventuele voorstellen tot aanpassingen die hieruit voortvloeien over te nemen, wanneer dit op het terrein van de lidstaten ligt. Tussen 2012 en heden heeft slechts één burgerinitiatief geresulteerd in een wet. Dit omdat de vorige verordening drempels opwierp voor burgers om een succesvol initiatief in te dienen en voldoende steunbetuigingen te verzamelen. De leden van de D66- fractie zijn dan ook zeer verheugd dat de problemen met de oude verordening aangepast zijn. De leden verzoeken de regering echter ook te voorkomen dat de aanpassing van dit instrument weer een decennium in beslag neemt, indien uit de evaluatie blijkt dat de nieuwe verordening na invoering alsnog niet goed genoeg werkt. De leden vernemen dan ook graag van de regering hoe het tijdpad van evaluatie en eventuele verdere aanpassing van het instrument eruit ziet.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Naar boven