De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend
onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zullen zijn
beantwoord, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van
wet voldoende voorbereid.
ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennis genomen van het voorstel van de wijziging van de Wet
langdurige zorg in verband met de herziening van het verlies van rechtspersoonlijkheid
van het CIZ. De leden van de VVD-fractie hebben begrip voor de keuze van de regering
en zien daarom geen aanleiding om vragen te stellen.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van wijziging van de Wet langdurige zorg
in verband met de herziening van het verlies van rechtspersoonlijkheid van het CIZ
(hierna: de wijzigingswet). Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
Allereerst vragen de leden van de D66-fractie of de regering meer duidelijkheid kan
geven over de voor- en nadelen van het eventuele vervallen van de rechtspersoonlijkheid
van het Centrum Indicatiestelling zorg (CIZ). Deze leden vernemen daarnaast graag
een globale inschatting van de regering over de hoogte van eventuele transitiekosten
en waarom er precies sprake zou zijn van structureel hogere personeelskosten. Kan
de regering daarnaast ingaan op de adviezen omtrent CIZ zoals verwoord in het rapport
«Herpositionering ZBO’s» en per deeladvies aangeven waarom de regering van mening
is dat hier toch van afgeweken dient te worden.
De leden van de D66-fractie vragen wat een medewerker van het CIZ zou merken van een
eventuele overgang naar de staat? Temeer nu de regering stelt dat het niet wenselijk
wordt geacht dat de organisatie tijdens de invoer van deze grote nieuwe taken belast
wordt met de overgang naar de Staat. Daarnaast vragen de leden waarom de regering
deze wet «pas zo laat» (2 september j.l.) aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, nu het
wetsvoorstel voor 1 januari 2020 in werking moet treden? En kan de regering daarbij
ook ingaan op het feit dat het advies van de Raad van State, die geen opmerkingen
had bij het voorstel, van 24 juli dateert?
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de Wijziging van de Wet langdurige zorg in verband met
de herziening van het verlies van rechtspersoonlijkheid van het CIZ – 35 270.
Toen de Wet langdurige Zorg (Wlz) werd ingesteld is vastgelegd dat het CIZ haar rechtspersoonlijkheid
zou verliezen. Deze leden constateren dat de regering van dit standpunt afziet. Dit
vanwege transitiekosten, structureel hogere personeelskosten en extra belasting op
de organisatie bij een transitie. Kan de regering een nadere onderbouwing geven wie
of welke instantie de voor- en nadelen heeft onderzocht en kan uitgebreider toegelicht
worden wat de voor- en nadelen zijn voor de keuze om de eigen rechtspersoonlijkheid
van het CIZ niet op te heffen?
De leden van de SP-fractie betreuren het dat het CIZ niet als uitvoeringsorganisatie
onderdeel wordt van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deelt de
regering de mening dat juist hiermee de Minister van VWS meer invloed kan hebben en
direct aanspreekbaar is op het functioneren van het CIZ, dan nu het geval is? Graag
een toelichting.
De regering geeft aan dat er geen duidelijk inzicht is op de omvang van de incidentele
transitiekosten, maar dat de inschatting is dat structurele personeelskosten zullen
stijgen met € 5 miljoen per jaar indien de transitie wel door zou gaan. De leden van
de SP-fractie vragen of de regering kan onderbouwen hoe zij tot ongeveer € 5 miljoen
per jaar aan hogere personeelskosten komen? Hangen deze kosten samen met de nieuwe
taken of enkel de transitie zonder taakuitbreiding? Zou het onderbrengen van het CIZ
onder het Ministerie van VWS juist niet kostenbesparend werken doordat bespaard kan
worden op de uitvoeringskosten? Hoe kijkt de regering hiernaar?
Het CIZ wordt de komende jaren belast met nieuwe taken, zoals de wijziging van de
Wlz om mensen met een psychische stoornis toegang te geven tot de Wlz, de wet zorg
en dwang en de uitrol van de versnelde werkwijze bij de indicatiestelling. De leden
van de SP-fractie vragen de regering of het juist gezien deze extra belangrijke taken,
het niet verstandig is om het CIZ als onderdeel te laten opereren van het Ministerie
van VWS, gezien het gaat om grote en belangrijke taken, waarbij het ministerie kan
bijsturen indien het nodig is? De leden vragen om een toelichting op dit punt.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De griffier van de commissie, Post