Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 24 juli 2019 en het nader rapport d.d. 23 augustus 2019, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 17 juli 2019, no. 2019001466, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad
van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging
van de Wet langdurige zorg in verband met de herziening van het verlies van rechtspersoonlijkheid
van het CIZ, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 17 juli 2019, no. 2019001466,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 24 juli 2019, no. W13.19.0231/III, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van opmerkingen en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in te dienen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een tekstuele verbetering aan te brengen
in artikel II, onderdeel 1, van het voorstel van wet.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge