35 255 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139) (Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies)

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

14 november 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan te passen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU houdende aanvullende regels in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «dit artikel, afdeling 4a en de daarop berustende bepalingen en artikel 10g» vervangen door «dit artikel, artikel 2d, artikel 8, eerste lid, hoofdstuk II, afdelingen 4a en 4ab, en de daarop berustende bepalingen en artikel 10g».

2. In het zesde lid wordt «10d en 10e» vervangen door «10d, 10e en 10h».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor de toepassing van artikel 2d, artikel 8, eerste lid, en hoofdstuk II, afdeling 4ab, en de daarop berustende bepalingen wordt, waar direct of indirect wordt verwezen naar de bepalingen in bijlage IV van Richtlijn 2011/16/EU onder uiteindelijk begunstigden verstaan: uiteindelijk belanghebbenden.

B

Na artikel 2c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2d

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel, artikel 8, eerste lid, hoofdstuk II, afdeling 4ab, en de daarop berustende bepalingen en artikel 11 wordt verstaan onder:

    a. grensoverschrijdende constructie:

    een constructie als bedoeld in artikel 3, achttiende lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    b. meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie:

    een grensoverschrijdende constructie als bedoeld in artikel 3, negentiende lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    c. wezenskenmerk:

    een eigenschap of kenmerk van een grensoverschrijdende constructie die geldt als een indicatie van een mogelijk risico op belastingontwijking als bedoeld in bijlage IV van Richtlijn 2011/16/EU;

    d. intermediair:

    een persoon als bedoeld in artikel 3, eenentwintigste lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    e. relevante belastingplichtige:

    een persoon als bedoeld in artikel 3, tweeëntwintigste lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    f. verbonden onderneming:

    een persoon die gelieerd is aan een andere persoon als bedoeld in artikel 3, drieëntwintigste lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    g. marktklare constructie:

    een grensoverschrijdende constructie als bedoeld in artikel 3, vierentwintigste lid, van Richtlijn 2011/16/EU;

    h. constructie op maat:

    een grensoverschrijdende constructie als bedoeld in artikel 3, vijfentwintigste lid, van Richtlijn 2011/16/EU.

  • 2. Voor zover voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, de main benefit test, bedoeld in bijlage IV, deel I, van Richtlijn 2011/16/EU, toepassing vindt, wordt aan die test voldaan indien kan worden aangetoond dat het belangrijkste voordeel dat of een van de belangrijkste voordelen die, gelet op alle relevante feiten en omstandigheden, redelijkerwijs te verwachten valt van een constructie het verkrijgen van een belastingvoordeel is.

C

Na artikel 6e wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6f

  • 1. Onze Minister verstrekt op grond van Richtlijn 2011/16/EU de bevoegde autoriteit van elke lidstaat automatisch de gegevens en inlichtingen, bedoeld in artikel 10h, tweede lid.

  • 2. Onze Minister verstrekt de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, binnen een maand te rekenen vanaf het einde van het kwartaal waarin die gegevens en inlichtingen zijn verstrekt.

D

In artikel 8, eerste lid, wordt «de artikelen 5, 6 of 7» vervangen door «de artikelen 5, 6, 6f of 7».

E

Na artikel 10g wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 4AB. VERPLICHTINGEN TEN BEHOEVE VAN DE AUTOMATISCHE VERSTREKKING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT MELDINGSPLICHTIGE GRENSOVERSCHRIJDENDE CONSTRUCTIES

Artikel 10h

  • 1. Een intermediair verstrekt aan Onze Minister over een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, waarvan hij kennis of bezit of waarover hij controle heeft, indien hij:

    • a. fiscaal inwoner is van Nederland;

    • b. een vaste inrichting heeft in Nederland door middel waarvan de diensten met betrekking tot de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie, bedoeld in het tweede lid, worden verleend;

    • c. is opgericht naar Nederlands recht of onder de toepassing van de Nederlandse wetgeving valt; of

    • d. in Nederland is ingeschreven bij een beroepsorganisatie in verband met de verlening van juridische, fiscale of adviesdiensten.

  • 2. De gegevens en inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, zijn, voor zover van toepassing:

    • a. de naam, de fiscale woonplaats en het fiscale identificatienummer van de intermediair, relevante belastingplichtige en, indien relevant, personen die een verbonden onderneming vormen met de relevante belastingplichtige;

    • b. indien de intermediair of de relevante belastingplichtige een natuurlijk persoon is: de geboortedatum en de geboorteplaats van die persoon;

    • c. nadere bijzonderheden over de wezenskenmerken op grond waarvan de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie gemeld moet worden;

    • d. een samenvatting van de inhoud van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie, met onder meer de benaming waaronder zij algemeen bekendstaat, indien voorhanden, en een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of constructies, in algemene bewoordingen gesteld, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handelsgeheim, bedrijfsgeheim, nijverheidsgeheim of beroepsgeheim of een fabriekswerkwijze of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan de onthulling in strijd zou zijn met de openbare orde;

    • e. de datum waarop de eerste stap van de implementatie van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is of zal worden gezet;

    • f. nadere bijzonderheden van de nationale bepalingen die aan de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie ten grondslag liggen;

    • g. de waarde van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie;

    • h. de lidstaat van de relevante belastingplichtige en eventuele andere lidstaten waarop de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn;

    • i. de identificatiegegevens van andere personen in een lidstaat op wie de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie naar alle waarschijnlijkheid van invloed zal zijn, waarbij wordt vermeld met welke lidstaten die personen een relatie hebben.

  • 3. De intermediair, bedoeld in het eerste lid, stelt in het geval van marktklare constructies elke drie maanden een periodiek verslag op met een overzicht van nieuwe meldingsplichtige gegevens en inlichtingen als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, e, h en i, waarvan hij sinds het laatst ingediende verslag kennis, bezit of controle heeft gekregen en verstrekt dit aan Onze Minister.

  • 4. Indien de intermediair, bedoeld in het eerste lid, op grond van een met artikel 8 bis ter, eerste of tweede lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling verplicht is de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, ook aan de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat te verstrekken, worden die gegevens en inlichtingen alleen verstrekt aan de lidstaat die als eerste voorkomt op de lijst, bedoeld in artikel 8 bis ter, derde lid, van Richtlijn 2011/16/EU. De intermediair is ontheven van de verplichting, bedoeld in het eerste of derde lid, indien hij aannemelijk kan maken dat de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, aan de laatstbedoelde lidstaat zijn verstrekt.

  • 5. Artikel 53a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing. Als de intermediair, bedoeld in het eerste lid, zich op deze overeenkomstige toepassing beroept, stelt hij andere intermediairs die bij dezelfde meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie zijn betrokken of, bij gebreke daarvan, de relevante belastingplichtige onverwijld in kennis van hun, onderscheidenlijk diens, verplichtingen op grond van een met artikel 8 bis ter, eerste, tweede of zesde lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling.

  • 6. Bij afwezigheid van een intermediair geldt de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor de relevante belastingplichtige die:

    • a. fiscaal inwoner is van Nederland;

    • b. een vaste inrichting heeft in Nederland die begunstigde van de meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is;

    • c. in Nederland inkomsten ontvangt of winsten genereert, hoewel hij niet fiscaal inwoner van een lidstaat is noch een vaste inrichting in een lidstaat heeft; of

    • d. in Nederland een activiteit uitoefent, hoewel hij niet fiscaal inwoner van een lidstaat is noch een vaste inrichting in een lidstaat heeft.

  • 7. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing ingeval naast de intermediair of intermediairs die zich ingevolge het vijfde lid op de overeenkomstige toepassing van artikel 53a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of op een bepaling als bedoeld in artikel 8 bis ter, vijfde lid, van Richtlijn 2011/16/EU beroept, onderscheidenlijk beroepen, geen andere intermediair bij dezelfde meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie is betrokken.

  • 8. Indien de relevante belastingplichtige, bedoeld in het zesde lid, op grond van een met artikel 8 bis ter, zesde lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling verplicht is de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, ook aan de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat te verstrekken, worden die gegevens en inlichtingen alleen verstrekt aan de lidstaat die als eerste voorkomt op de lijst, bedoeld in artikel 8 bis ter, zevende lid, van Richtlijn 2011/16/EU. De relevante belastingplichtige is ontheven van de verplichting, bedoeld in het zesde lid, indien hij aannemelijk kan maken dat de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, in de laatstbedoelde lidstaat zijn verstrekt.

  • 9. De intermediair, bedoeld in het eerste lid, is ontheven van de verplichting tot het verstrekken van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, indien hij aannemelijk kan maken dat die gegevens en inlichtingen op grond van een met artikel 8 bis ter, eerste of tweede lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling door een andere intermediair zijn verstrekt.

  • 10. Indien sprake is van meer dan één relevante belastingplichtige met betrekking tot een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie rust de verplichting tot het verstrekken van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, op de relevante belastingplichtige die als eerste voorkomt op de lijst, bedoeld in artikel 8 bis ter, tiende lid, van Richtlijn 2011/16/EU. De relevante belastingplichtige, bedoeld in het zesde lid, is ontheven van de verplichting tot het verstrekken van de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, indien hij aannemelijk kan maken dat die gegevens en inlichtingen op grond van een met artikel 8 bis ter, zesde lid, van Richtlijn 2011/16/EU overeenkomende wettelijke bepaling door een andere relevante belastingplichtige zijn verstrekt.

  • 11. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop de gegevens en inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, aan Onze Minister worden verstrekt.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien het aan opzet of grove schuld van de intermediair of de relevante belastingplichtige is te wijten dat de verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 4ab, en de daarop berustende bepalingen, niet, niet tijdig, niet volledig of niet juist zijn of worden nagekomen, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan Onze Minister hem een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan opleggen.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «het eerste lid» vervangen door «het eerste of tweede lid».

3. In het vierde lid (nieuw) wordt «het eerste lid» vervangen door «het eerste en tweede lid».

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «10g en afdeling 4a» vervangen door «10g en hoofdstuk II, afdelingen 4a en 4ab,». Voorts wordt «die afdeling» vervangen door «die afdelingen».

G

In artikel 14, vijfde lid, wordt «6d en 6e» vervangen door «6d, 6e en 6f».

H

In artikel 19, derde lid, wordt «6d en 6e» vervangen door «6d, 6e en 6f».

I

In artikel 28 wordt «10c en 10g» vervangen door «10c, 10g en 10h».

ARTIKEL II

In de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aan artikel 16 een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor de toepassing van het eerste lid worden gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 8 bis ter, veertiende lid, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PbEU 2011, L 64) die de inspecteur niet anders dan ingevolge die richtlijn bekend zijn geworden, geacht een feit te zijn dat de inspecteur niet bekend was en ook niet redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.

ARTIKEL III

In afwijking van artikel 10h, elfde lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening en de daarop gebaseerde bepalingen verstrekt degene die ingevolge artikel 10h van die wet bij de heffing van belastingen verplicht is de gegevens en inlichtingen, bedoeld in artikel 10h, tweede lid, van die wet, te verstrekken, aan Onze Minister van Financiën op een door hem voorgeschreven wijze die gegevens en inlichtingen ter zake van meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies als bedoeld in artikel 2d, onderdeel b, van die wet:

  • a. waarvan de eerste stap van de implementatie is gezet tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020: uiterlijk 31 augustus 2020;

  • b. die tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020 gereed zijn voor implementatie en waarvan de eerste stap van de implementatie is gezet op of na 1 juli 2020: uiterlijk binnen dertig dagen te rekenen vanaf het ogenblik dat die eerste stap is gezet.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2020 en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies:

  • a. waarvan de eerste stap van de implementatie op of na 25 juni 2018 is gezet; of

  • b. die op of na 1 juli 2020 voor implementatie beschikbaar zijn gesteld of gereed zijn voor implementatie.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven