35 254 Wijziging van de Woningwet (wijzigingen maximale huursomstijging en lokale mogelijkheid hoger percentage)

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 16 januari 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning heeft met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. De commissie heeft nog een enkele vraag.

In de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat, nu de maximale jaarlijkse huursomstijging per kalenderjaar wordt berekend, gestreefd wordt naar inwerkingtreding per 1 januari 2020.2 In de nota naar aanleiding van het verslag wordt zelfs opgemerkt dat het belangrijk is om dit wetsvoorstel per genoemde datum in werking te laten treden.3 De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel pas op 17 december 2019 aanvaard, zodat het niet meer in 2019 door de Eerste Kamer kon worden behandeld. De Minister voor Milieu en Wonen heeft hierover in de Tweede Kamer het volgende gezegd:

«Als de Tweede Kamer dit jaar het voorstel aanneemt en de Eerste Kamer begin volgend jaar, kan het met terugwerkende kracht per 1 januari 2020 in werking treden.»4

De commissie verzoekt de regering aan te geven of inwerkingtreding met terugwerkende kracht inderdaad mogelijk is en, zo ja, waarop deze dan gebaseerd is. Het wetsvoorstel bepaalt in artikel II immers slechts dat de wet op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treedt en bevat dus geen bepaling als bedoeld in Aanwijzing 5.63 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Indien rechtskracht per 1 januari 2020 niet mogelijk is, verzoekt de commissie u de consequenties daarvan aan te geven.

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag uiterlijk vrijdag 17 januari 2020, 12:00 uur.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Kox (SP), Koffeman (PvdD), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Wever (VVD), Bezaan (VVD), Van der Burg (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Dittrich (D66), (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Gerbrandy (OSF), Van der Linden (FvD), Meijer (VVD), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD), (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Verkerk (CU) en De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 35 254, nr. 3, p. 1, p. 2, p. 7 en p. 12.

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 35 254, nr. 5, p. 4, p. 8 en p. 9.

X Noot
4

Conceptverslag plenaire behandeling Tweede Kamer 12 december 2019, p. 10.

Naar boven