35 252 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten)

Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 november 2019

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel I, onderdeel H, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ha

In de artikelen 7.4.2, eerste lid, en 7.4.8, tweede en vierde lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers».

B

Artikel I, onderdeel K, komt te luiden:

K

In artikel 7.4.8a, eerste lid, wordt «deelnemers, aspirant-deelnemers, voormalige deelnemers en examendeelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers, aspirant-studenten en aspirant-deelnemers, voormalige studenten en deelnemers».

C

Artikel I, onderdeel R, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zin «Na artikel 8.1.4 worden zes nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:» wordt vervangen door «Na artikel 8.1.4 worden zeven nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:».

2. In het voorgestelde artikel 8.1.5b wordt «artikel 8.1.5, derde lid, onderdelen a tot en met e, en» vervangen door «artikel 8.1.5, derde lid, onderdelen a tot en met e, of».

3. In de voorgestelde artikelen 8.1.5c tot en met 8.1.5f wordt «artikel 8.1.5» vervangen door «de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b».

D

Artikel I, onderdeel U, komt te luiden:

U

In de artikelen 8.1.8a, eerste lid, en 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,.

E

In artikel I, onderdeel W, wordt in het derde lid van het voorgestelde artikel 8.2.2 de zinsnede «dan wel kan worden bepaald dat de regeling niet van toepassing is op categorieën van studenten» vervangen door: «dan wel kan worden bepaald dat de nadere vooropleidingseisen niet van toepassing zijn op categorieën van studenten».

F

In artikel I, onderdeel CC, komt het opschrift van het voorgestelde artikel 12.5.1b te luiden:

Artikel 12.5.1b. Evaluatiebepaling in verband met de Wet versterken positie mbo-studenten

G

Na artikel II, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In de artikel 7.4.2, eerste lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers».

H

Na artikel II, onderdeel I, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ia

In artikel 7.4.10a, eerste lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten of deelnemers».

I

Artikel II, onderdeel P, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zin «Na artikel 8.1.6 worden zes nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:» wordt vervangen door «Na artikel 8.1.6 worden zeven nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:».

2. In het voorgestelde artikel 8.1.6c wordt «artikel 8.1.6a, derde lid, onderdelen a tot en met e, en» vervangen door «artikel 8.1.6a, derde lid, onderdelen a tot en met e, of».

3. In de voorgestelde artikelen 8.1.6d tot en met 8.1.6g wordt «artikel 8.1.6a» vervangen door «de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c».

J

Artikel II, onderdeel S, komt te luiden:

S

In artikel 8.1.8, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,».

K

In artikel II, onderdeel U, wordt in het derde lid van het voorgestelde artikel 8.2.2 de zinsnede «dan wel kan worden bepaald dat de regeling niet van toepassing is op categorieën van studenten» vervangen door: «dan wel kan worden bepaald dat de nadere vooropleidingseisen niet van toepassing zijn op categorieën van studenten».

L

Artikel II, onderdeel V, komt te luiden:

V

In artikel 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,».

M

In artikel III, onderdeel A, wordt de zin «Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:» vervangen door «Aan artikel 1 worden, na de begripsbepaling «ouders», drie onderdelen ingevoegd, luidende:»

N

Artikel III, onderdeel D, komt te luiden:

D

In artikel 162a, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 47b, twaalfde lid, worden verstaan,».

O

In artikel V, onderdeel A, wordt de zin «Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:» vervangen door «Aan artikel 1 worden, na de begripsbepaling «kerndoelen», drie onderdelen ingevoegd, luidende:»

P

Artikel V, onderdeel E, komt te luiden:

E

In de artikelen 28a, eerste lid, en 118g, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 27a, negende lid, worden verstaan,».

Q

Artikel X, onderdeel B, komt te luiden:

B

Het opschrift van artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12. Ziekte

R

Artikel XI, onderdeel B, komt te luiden:

B

Het opschrift van artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22. Ziekte

S

In artikel XVII vervallen de rijen 43, 44 en 45.

T

In artikel XVIII vervallen de rijen 28, 29, 30, 31, 53 en 54.

U

In artikel XXV worden drie rijen ingevoegd, luidende:

31a

Wet educatie en beroepsonderwijs

8.1.7

5

 

eerste

31b

Wet educatie en beroepsonderwijs

8.1.7

5

 

tweede

31c

Wet educatie en beroepsonderwijs

8.1.7

7

 

eerste

V

Na artikel XLVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel XLVIA Procedure Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten

1. Indien ingevolge enig wettelijk voorschrift, anders dan het derde lid,

a. over het ontwerp van een regeling of het voornemen tot het treffen van een regeling advies moet worden gevraagd of extern overleg moet worden gevoerd,

b. van het ontwerp van een regeling kennis moet worden gegeven,

c. een regeling niet eerder in werking kan treden dan nadat sedert haar vaststelling of bekendmaking een bepaalde termijn is verstreken,

d. een regeling bij de wet moet worden goedgekeurd,

e. door of namens een van de Kamers van de Staten-Generaal of een aantal leden daarvan kan worden verlangd dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de regeling bij de wet wordt geregeld, of

f. de voordracht voor een algemene maatregel van bestuur moeten worden gedaan door een andere Minister dan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, geldt dat voorschrift niet ten aanzien van het Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten.

2. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op het horen van de Raad van State.

3. De voordracht voor het Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

W

In artikel XLVII, punt 1, onder a, wordt «artikel 8.1.8a» vervangen door «artikelen 8.1.8a,».

X

In artikel XLVII, punt 1, onder b, onder 1, wordt «aanduiding 1» vervangen door «aanduiding 1.»

Y

In artikel XLVII, punt 1, onder d, wordt «artikel 28a» vervangen door «artikelen 28a».

Z

Artikel XLVII, punt 3, onder c en d, komen te luiden:

c. artikel V, onderdeel E, van deze wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel 39, onderdeel D, van die wet, wordt in artikel 39, onderdeel D, van die wet na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 27a, negende lid, worden verstaan,».

d. artikel I, onderdeel U, van deze wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel 40, onderdeel L, van die wet, wordt in artikel 40, onderdeel L, van die wet na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,.

AA

In artikel XLVIX wordt «van de van» vervangen door «van de wet van».

Toelichting

1. Algemeen

Met deze nota van wijziging worden enkele wijzigingen aangebracht in het voorstel van wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten). De wijzigingen betreffen het melden van verzuim en de totstandkomingsprocedure van het Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten. Die wijzigingen worden hieronder toegelicht. Met deze nota van wijziging worden tevens enige onvolkomenheden weggenomen. Die wijzigingen worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

Melden van verzuim

Onderdeel D van deze nota van wijziging past de voorgestelde wijzigingen aan van de artikelen 8.1.8a, eerste lid, en 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, van de WEB (artikel I, onderdeel U, van het wetsvoorstel). De oorspronkelijke wijziging van deze artikelen zoals opgenomen in het wetsvoorstel heeft tot doel te verhelderen wat onder een geldige reden wordt verstaan bij het melden van verzuim van meerderjarigen in het kader van voortijdig schoolverlaten (hierna: vsv) en dit in overeenstemming te laten zijn met de geldige redenen voor verzuim in het kader van het ontvangen van studiefinanciering. Daartoe werd in de artikelen over vsv verwezen naar die geldige redenen voor verzuim in het kader van studiefinanciering. Die geldige redenen zijn evenwel limitatief opgesomd.1 Onderhavige nota van wijziging zorgt ervoor dat ook andere redenen een geldige reden voor verzuim in het kader van vsv kunnen zijn, in lijn met het huidige beleid.

De verplichting tot melden van verzuim van meerderjarigen in het kader van voortijdig schoolverlaten kent immers een andere insteek dan het melden van verzuim in het kader van het ontvangen van studiefinanciering door de mbo-student. In het kader van studiefinanciering dient de verzuimmelding te worden gedaan om te kunnen controleren of mbo-studenten ongeoorloofd studiefinanciering ontvangen. Daarbij moet heel helder zijn wanneer wel of niet sprake is van geoorloofd of ongeoorloofd verzuim. In het kader van voortijdig schoolverlaten is het de bedoeling dat scholen en gemeenten in een RMC-regio afspraken maken over wanneer verzuim wordt gemeld en welke partij wanneer opvolging aan deze verzuimmelding geeft. Daarom hebben zij op grond van de huidige wet ruimte om te bepalen wat een geldige reden voor verzuim is (en dus geen melding van verzuim te doen). Met onderdeel D van deze nota van wijziging wordt in diezelfde lijn ook ruimte geboden. Er kan worden afgesproken wat er nog meer onder een geldige reden voor verzuim wordt verstaan, naast de geldige redenen die ook al gelden voor verzuim in het kader van het ontvangen van studiefinanciering door de mbo-student.

Totstandkomingsprocedure Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten

Onderdeel V van deze nota van wijziging voegt aan het wetsvoorstel een artikel toe inzake de totstandkomingsprocedure van het Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten (artikel XLVIA).

In diverse algemene maatregelen van bestuur moeten de term «deelnemer» en aanverwante termen worden aangepast, zoals ook in het wetsvoorstel wordt voorgesteld. De wijziging van die algemene maatregelen van bestuur zal geschieden met het momenteel in voorbereiding zijn besluit «Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten» (hierna: Aanpassingsbesluit).

Op diverse wijzigingen die zijn opgenomen in het Aanpassingsbesluit, zijn wettelijke procedureregels van toepassing over voorlegging van het (ontwerp)besluit aan één of beide Kamers van de Staten-Generaal. Dit zijn de zogenoemde voor- en nahangprocedures. Bij een voorhangprocedure wordt een ontwerp-besluit voorgelegd alvorens het voor advisering naar de Raad van State wordt verzonden. Bij een nahangprocedure wordt een vastgesteld besluit voorgelegd alvorens het in werking kan treden.

Het Aanpassingsbesluit bevat wijzigingen waarop een voorhang van toepassing is, en het bevat tevens wijzigingen waarop een nahang van toepassing. Als gevolg daarvan zou het Aanpassingsbesluit twee keer moeten worden voorgelegd aan de kamers. Terwijl voor de afzonderlijke wijzigingen slechts één wettelijk verplichte voorlegging geldt: óf een voorhang, óf een nahang (naast de wijzigingen waarvoor überhaupt geen voorhang of nahang geldt).

De inhoud van het Aanpassingsbesluit betreft wijzigingen met een technisch karakter, namelijk terminologische wijziging van het begrip «deelnemer» in «student». Waar onderhavig wetsvoorstel in deze wijziging voorziet op wetsniveau, voorziet het Aanpassingsbesluit in deze wijziging op het niveau van een algemene maatregel van bestuur. Het Aanpassingsbesluit volgt daarmee noodzakelijkerwijs de wijziging in terminologie op wetsniveau. De lagere regelgeving dient immers aan te sluiten op de wet (zo zal ook op het niveau van een ministeriële regeling worden voorzien in de terminologische aanpassing).

Ten behoeve van een efficiënte totstandkomingsprocedure van het Aanpassingsbesluit, en gelet op de beoogde datum van inwerkingtreding van 1 augustus 2020, regelt artikel XLVIA dat het Aanpassingsbesluit één keer wordt voorgelegd. Op grond van het eerste lid van artikel XLVIA worden de bestaande wettelijke voor- en nahangprocedures éénmalig – namelijk alleen voor het Aanpassingsbesluit – buiten toepassing verklaard. Het derde lid regelt vervolgens specifiek voor het Aanpassingsbesluit een voorhang van vier weken bij beide Kamers van de Staten-Generaal, waarmee recht wordt gedaan aan de «normale» situatie dat desbetreffende wijzigingen één keer worden voorgelegd (óf voorhang óf nahang).

Voor de formulering van het eerste lid van artikel XLVIA is aangesloten bij artikel 1A van hoofdstuk 11 van de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en artikel 1 van hoofdstuk 14 van de Aanpassingswet vierde tranche Awb. In die wetten is een soortgelijke buitenwerkingstelling opgenomen voor aanpassingen van algemene maatregelen van bestuur die verband hielden met de invoering van de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb respectievelijk de Aanpassingswet vierde tranche Awb.

2. Artikelsgewijs

Onderdelen A, G, H en T

Abusievelijk staan de deelnemersbegrippen in de artikelen 7.4.2, eerste lid, en 7.4.8, tweede en vierde lid, van de WEB, en artikel 7.4.2, eerste lid, van de WEB BES, in de tabel in artikel XVIII (rijen 28, 29 en 30), die het begrip «deelnemers» wijzigt in «studenten». In deze artikelen dient «deelnemers» echter te worden vervangen door «studenten en deelnemers». Onderdelen A en T voorzien in de wijziging van de WEB-artikelen en onderdelen G en T voor de WEB BES.

Verder staat artikel 7.4.10a, eerste lid, van de WEB BES, genoemd in de tabel in artikel XVIII (rij 54). In dit lid dient «deelnemers» echter te worden vervangen door «studenten of deelnemers». Onderdelen H en T voorzien hierin.

Onderdeel B

In de terminologiewijzigingen in artikel 7.4.8a, eerste lid, waren de deelnemers aan een opleiding educatie onbedoeld weggevallen. Onderdeel B verhelpt dit.

Onderdelen C en I

Onderdeel C brengt wijzigingen aan in de voorgestelde artikelen over het mbo-studentenfonds.

In artikel 8.1.5 wordt een wetstechnische onvolkomenheid hersteld.

In artikel 8.1.5b is abusievelijk het woordje «en» gebruikt in plaats van «of». Dit wordt nu rechtgezet. Het gaat hier niet om cumulatieve eisen. Het bevoegd gezag kan bij een onbillijkheid van overwegende aard:

  • ondersteuning verstrekken voor andere bijzondere omstandigheden dan genoemd in artikel 8.1.5, derde lid, of

  • de voorwaarden, bedoeld in artikel 8.1.5a, tweede en derde lid, buiten toepassing laten.

Dit laat onverlet dat ook beide situaties van toepassing kunnen zijn.

Tevens voorziet onderdeel C erin dat de artikelen 8.1.5c tot en met 8.1.5f ook gelden als er ondersteuning op grond van artikel 8.1.5b wordt verleend. Ook dit was abusievelijk niet opgenomen.

Onderdeel I brengt dezelfde wijzigingen aan in de vergelijkbare artikelen van de WEB BES.

Onderdelen D, J, L, N, P en Z

Onderdeel D betreft de aanpassing van de voorgestelde wijzigingen van de artikelen 8.1.8a, eerste lid, en 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, van de WEB (artikel I, onderdeel U, van het wetsvoorstel) en wordt toegelicht in het algemeen deel van deze toelichting. Deze aanpassing wordt door de onderdelen J, L, N, P en Z aangebracht in de vergelijkbare artikelen van de WEB BES, de WEC en de WVO.

Onderdelen E, K, Q, R, W, X, Y en AA

Met deze onderdelen worden enkele wetstechnische onvolkomenheden verholpen.

Onderdeel F

De in artikel 12.5.1b WEB voorgestelde evaluatiebepaling ziet op meer dan de mbo-verklaring. Het opschrift wordt daar door deze wijziging op aangepast.

Onderdelen M en O

Om een ingewikkelde samenloopbepaling te voorkomen met het wetsvoorstel meer ruimte voor nieuwe scholen (Kamerstukken 2018/19, 35 050, nr. 2) en het voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal (Kamerstukken 2018/19, 35 145, nr. 2) is ervoor gekozen de begripsbepalingen niet aan het einde van de opsomming toe te voegen, maar in te voegen na een andere begripsomschrijving.

Onderdelen S en U

Abusievelijk staan de deelnemersbegrippen in artikel 8.1.7, vijfde en zevende lid, van de WEB in de tabel in artikel XVII, die het begrip «deelnemer» wijzigt in «student». In dit artikel dient «deelnemer» echter steeds te worden vervangen door «student of vavo-student». Onderdelen S en U voorzien in de verplaatsing naar de tabel in artikel XV.

Onderdeel V

Dit onderdeel betreft de totstandkomingsprocedure van het Aanpassingsbesluit Wet versterken positie mbo-studenten en wordt toegelicht in het algemeen deel van deze toelichting.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Ziekte, zwangerschap en bevalling, bijzondere familieomstandigheden; opgenomen in het voorgestelde negende lid van artikel 8.1.7 WEB (artikel I, onderdeel S, van het wetsvoorstel).

Naar boven