Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2020
De commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer heeft mij per brief van 12 december
2019 verzocht te reageren op een brief van de Verontruste Erfpachters Amsterdam naar
aanleiding van de kabinetsreactie op de initiatiefnota van het lid Koerhuis over toekomst
van gemeentelijk erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw (Kamerstuk 35 232, nr. 3). Graag reageer ik bij deze op die brief.
In de brief en het Zwartboek van de Verontruste Erfpachters wordt gewezen op problemen
die worden ervaren met het erfpachtbeleid van de gemeente Amsterdam, de overstapregeling
naar eeuwigdurende erfpacht en de bepaling van de canon in het bijzonder. De gemeente
Amsterdam heeft in 2016 eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe uitgiften geïntroduceerd.
Bestaande woningerfpachters kunnen sinds 2017 overstappen op eeuwigdurende erfpacht.
De voortdurende erfpachtvoorwaarden, waaronder tot 2016 grond werd uitgegeven, brengt
onzekerheid met zich mee bij het einde van de erfpachtperiode wanneer de canon opnieuw
wordt bepaald. Al decennia levert de hoogte van de canon bij einde van de erfpachtperiode
discussies op. Als de erfpachter kiest om over te stappen op eeuwigdurende erfpacht,
is de onzekerheid over de toekomstige canon weggenomen.
De gemeente Amsterdam heeft mij geïnformeerd over het besluitvormingsproces van het
erfpachtstelsel en de overstapregeling. De wijze waarop de grondwaarde en de canon
wordt bepaald, is openbaar en maakte onderdeel uit van dit besluitvormingsproces.
Er heeft maatschappelijke consultatie plaats gevonden en de gemeenteraad heeft haar
wensen en bedenkingen kunnen uiten. Daarnaast is een gemeente gehouden aan de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur, is er een gemeentelijke ombudsman waartoe erfpachters
zich kunnen wenden, houdt een (gemeentelijke) rekenkamer toezicht op het lokaal bestuur
en staat de weg naar de burgerlijke rechter open als er geen oplossing voor een conflict
bereikt wordt. Daarmee is mijns inziens de bescherming van erfpachters voldoende gewaarborgd.
In mijn reactie op de initiatiefnota van het lid Koerhuis heb ik benadrukt dat transparantie
over hoe de canon in de toekomst wordt bepaald, en informatie over erfpacht in het
algemeen, belangrijk is voor erfpachters en aspirant-kopers om hun risico’s te kunnen
overzien en weloverwogen keuzes te kunnen maken. Als de transparantie tekort schiet
zal ik de gemeenten hierop aanspreken en in overleg wil ik kijken naar mogelijke verbeteringen
in de transparantie. Ook heb ik toegezegd in gesprek te gaan met kredietverstrekkers
over de eis van een nieuwe hypotheekakte bij overstappen, ook als er geen aanvullende
financiering nodig is. Op deze punten zie ik een rol voor het Rijk weggelegd, maar
ik ben van mening dat de discussie over andere elementen van het erfpachtbeleid of
het overstapaanbod verder lokaal gevoerd dient te worden.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. Van Veldhoven-van der Meer