Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2024
Na het beëindigen van de eerdere imamopleidingen in 2013 heeft uw Kamer meerdere keren
verzocht om de mogelijkheden te verkennen hoe een nieuwe erkende en bekostigde imamopleiding
op hbo-bachelorniveau tot stand kan komen. Hiermee worden de moslimgemeenschappen
in staat gesteld om, onafhankelijk van de herkomstlanden, zelf invulling te geven
aan hun geloof binnen de Nederlandse context. Het initiatief van de Vrije Universiteit
Amsterdam (VU), de Hogeschool van Amsterdam (HvA), de IPABO en het Contactorgaan Moslims
en Overheid (CMO) om een Nederlandse imamopleiding te ontwikkelen heb ik dan ook warm
verwelkomd.
Helaas hebben de onderwijsinstellingen en het CMO mij laten weten dat zij de samenwerking
tot de ontwikkeling van de imamopleiding hebben beëindigd. Hierbij zend ik uw Kamer,
mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de laatste stand van
zaken over de beëindiging van deze samenwerking.
Inleiding
Op 25 september 2023, Kamerstuk 35 228, nr. 42, heb ik uw Kamer geïnformeerd over de planning van de bovengenoemde partijen om per
september 2025 een imamopleiding van start te laten gaan. De maanden daaropvolgend
hebben bovengenoemde partijen zich hard ingespannen om de benodigde governancestructuur
tussen de onderwijsinstellingen en een samenwerkingsovereenkomst tussen de onderwijsinstellingen
en CMO uit te werken.
Helaas heeft de grote inspanning van alle partijen niet geleid tot een samenwerkingsovereenkomst
die ten grondslag zou liggen aan een kansrijke, geaccrediteerde en bekostigde hbo-bacheloropleiding
tot imam in Nederland. Zij hebben daarom gezamenlijk besloten om de samenwerking in
de verdere ontwikkeling van de imamopleiding te beëindigen. Ik betreur dat ten zeerste.
Toelichting
Alle betrokken partijen hebben aangegeven dat zij onverkort achter de maatschappelijke
noodzaak van een Nederlandse imamopleiding staan. Echter, over de randvoorwaarden
daartoe bleek een onoverkomelijk verschil van inzicht te bestaan. De ideeën over de
educatieve invulling en de juridische haalbaarheid van de voorgestelde samenwerkingsstructuur
lagen te veel uit elkaar. Hierop hebben de betrokken partijen de beoogde samenwerking
beëindigd.
De afgelopen weken is er vanuit het Ministerie SZW sterke inzet gepleegd om de verschillen
in inzicht tussen de betrokken partijen te verkleinen en te overbruggen. Dit heeft
helaas niet geleid tot het gewenste resultaat.
De onderwijsinstellingen en het CMO hebben op 24 april 2024 een verklaring uitgegeven
over het beëindigen van het traject tot de nieuwe opleiding. Ze geven hierin tot slot
aan dat ze de uitkomst betreuren en dat de inzichten van de verkenning beschikbaar
worden gesteld, mocht er in de toekomst een nieuwe poging worden ondernomen.
Vervolgstappen
De afgesproken routekaart met de drie onderwijsinstellingen en het CMO is hiermee
voortijdig ten einde gekomen waardoor het starten van een Nederlandse imamopleiding
per september 2025 niet meer haalbaar is. Ondertussen zal mijn departement, in samenwerking
met OCW, zich onverminderd inzetten om een bekostigde en erkende imamopleiding tot
stand te laten komen in Nederland. Hierbij zullen wij de opgedane inzichten gebruiken.
Wel blijft gelden dat het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen
en het aanbieden van een nieuwe opleiding ligt bij de onderwijsinstellingen samen
met het CMO. De Rijksoverheid zal hierin faciliteren en, waar nodig vanuit maatschappelijk
perspectief, verder aanmoedigen.
Ik waardeer het dat de onderwijsinstellingen en het CMO bereid zijn de inzichten van
hun verkenning beschikbaar te stellen voor toekomstige initiatiefnemers en ik dank
hen voor al hun inspanningen. Nochtans betreur ik dat zij niet tot gezamenlijke inzichten
over het ontwikkelen en het aanbieden van een nieuwe imamopleiding zijn gekomen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip