35 218 Wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties)

G BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

In het debat op 23 juni 2020 over het voorstel van wet tot wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties) (35 218) heb ik u naar aanleiding van een vraag van het lid Crone toegezegd de Eerste Kamer te informeren over de wijze van inwerkingtreding van artikel 4.22 van dat wetsvoorstel.

Genoemd artikel regelt de samenloop tussen de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de Invoeringswet Omgevingswet voor zover deze wetten de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wijzigen. Dit betreft uitsluitend een wetstechnische aanpassing die nodig is, omdat juist die onderdelen van de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht eveneens worden gewijzigd door de Invoeringswet Omgevingswet. Zowel de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen als de Invoeringswet Omgevingswet zijn bekendgemaakt in het Staatsblad, maar nog niet in werking getreden. Zoals in de gezamenlijke verklaring van de rijksoverheid, VNG, IPO en Unie van Waterschappen van 20 mei 2020 is uitgesproken, wordt beoogd de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gelijktijdig met de Omgevingswet in werking te laten treden.1 Op dat tijdstip zal ook artikel 4.22 van de Wet elektronische publicaties in werking treden.

De inwerkingtreding van artikel 4.22 is dus daarvan afhankelijk en kan op een ander tijdstip plaatsvinden dan de inwerkingtreding van de Wet elektronische publicaties. In artikel 13.2 van de Wet elektronische publicaties is namelijk bepaald dat de inwerkingtreding van die wet geschiedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen van die wet verschillend kan worden vastgesteld.

Naar ik hoop heb ik u hiermee naar tevredenheid geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Zie bijlage bij Kamerstukken I 2019/20, 33 118, nr. BE.

Naar boven