35 213 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 28 oktober 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt «artikel 2:40» vervangen door «de artikelen 2:40 en 2:41».

II

Na artikel I, onderdeel S, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Sa

In artikel 2:41, aanhef, wordt na «jonggehandicapte» ingevoegd «die een inkomen per dag verwerft van ten minste 20% van het minimumloon».

Sb

Artikel 2:41a komt te luiden:

Artikel 2:41a. Hoogte voortgezette inkomensondersteuning werkregeling

  • 1. De inkomensondersteuning van de jonggehandicapte, bedoeld in artikel 2:41, bedraagt per dag: G – I.

  • 2. De G staat voor de grondslag en I voor het inkomen per dag.

III

Artikel I, onderdeel T, komt te luiden:

T

Artikel 2:42 vervalt.

IV

In artikel I, onderdeel UU, wordt in het voorgestelde artikel 8:8, derde lid, en vierde lid, onderdeel a, «artikel 2:40» vervangen door «artikel 2:40, 2:41, 2:41a».

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel om de voortgezette werkregeling te behouden. Bij de voortgezette werkregeling krijgen Wajongers van 27 jaar of ouder die tenminste 7 jaar hulp hebben gekregen bij het vinden en houden van werk, een aanvulling tot het wettelijk minimumloon. Deze regeling is gunstig voor mensen die vanwege hun arbeidsbeperking niet full-time kunnen werken. Mensen die naar vermogen werken moeten volgens de indiener volwaardig worden betaald. Als zij het voor hen maximale aantal uren werken, is het terecht dat zij het wettelijk minimumloon krijgen. Daarom moet de voortgezette werkregeling behouden blijven.

Jasper van Dijk

Naar boven