35 210 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

00

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

00

1.

De departementale begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

00

 

a.

Leeswijzer

00

 

b.

Het beleid

00

   

a.

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

00

   

b.

De beleidsartikelen

00

   

c.

De niet-beleidsartikelen

00

   

d.

Agentschappen

00

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. De departementale begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

a. Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2019. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2019 opgebouwd.

De stand van de vastgestelde begroting 2019 is inclusief de nota’s van wijziging (Kamerstukken II 2018/2019 35 000 VII, nr. 7 en Kamerstukken II 2018–2019 35 000 VII, nr. 12).

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Begrotingsartikelen

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in € miljoen)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.

Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4 mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

b. Het beleid

a. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstmutaties

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

5.560.406

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1) Bestrijding jihadisme

2

5.000

2) Woondeals

3

6.300

3) Omgevingswet

5 & 11

14.000

4) Doc-Direkt

11

27.499

5) Dienstverleningsafspraken 2019

11

15.000

6) Eindejaarsmarge

 

44.282

7) Overige mutaties

 

11.180

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

5.683.667

Toelichting uitgavenmutaties

1) Bestrijding jihadisme

Er wordt structureel € 5 mln. toegevoegd aan het budget van de AIVD voor de bestrijding van jihadisme.

2) Woondeals

Dit betreft een bijdrage € 6,3 mln. voor de totstandkoming van woondeals. Woondeals zijn een instrument om woningbouwproductie aan te jagen en de leefomgeving te verbeteren.

3) Omgevingswet

In 2019 wordt er voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet € 14 mln. beschikbaar gesteld. Hiervan is € 6 mln. vrijgemaakt binnen de begroting van BZK en wordt er € 8 mln. toegevoegd aan de begroting van BZK.

4) Doc-Direkt

Het betreft personele en materiële uitgaven voor Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten die gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen.

5) Dienstverleningsafspraken 2019

De uitgaven naar aanleiding van de dienstverleningsopdrachten betreffen verrekeningen die voortvloeien uit de Dienstverleningsafspraken 2019 (DVA) van het kerndepartement aan de baten-lastenagentschappen.

6) Eindejaarsmarge

Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge van 2018 aan begrotingshoofdstuk VII. Deze wordt onder andere ingezet voor de huurtoeslag, City deals, CBS WoON-onderzoek, SSC-ICT en diverse overlopende posten op het gebied van rijksbrede bedrijfsvoering.

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

679.437

Belangrijkste suppletoire mutaties

   

1) Huurtoeslag

3

– 33.100

2) Surplus eigen vermogen DHC

3

2.377

3) Verkoop bufferzonegronden

5

3.750

4) Doc-Direkt

11

27.499

5) Dienstverleningsafspraken 2019

11

15.000

6) Surplus eigen vermogen RVB

12

9.487

7) Surplus eigen vermogen FMH

12

3.614

8) Overige mutaties

 

2.181

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

710.245

Toelichting ontvangstenmutaties

1) Huurtoeslag

Bij de uitvoering door de Belastingdienst zorgt het uitstellen van de stroomlijning van het invorderingsbeleid voor een verschuiving over de jaren. Dit leidt tot lagere ontvangsten in de eerste jaren en hogere ontvangsten in latere jaren. Daarnaast worden in de periode 2019–2024 minder terugvorderingen verwacht.

2) Surplus eigen vermogen DHC

Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de DHC hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 2,4 mln.).

3) Verkoop bufferzonegronden

De verkoop van bufferzonegronden leidt incidenteel tot € 3,8 mln. meerontvangsten.

4) Doc-Direkt

Doc-Direkt heeft gedurende het jaar inkomsten van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van uitgaven.

5) Dienstverleningsafspraken 2019

De ontvangsten naar aanleiding van de dienstverleningsopdrachten betreffen verrekeningen die voortvloeien uit de Dienstverleningsafspraken 2019 (DVA) van het kerndepartement met de baten-lastenagentschappen.

6) Surplus eigen vermogen RVB

Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de RVB hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 9,5 mln.).

7) Surplus eigen vermogen FMH

Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van FMH hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 3,6 mln.).

b. De beleidsartikelen

Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 1 Openbaar bestuur en democratie (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

59.323

0

59.323

1.472

60.795

2.787

3.410

4.020

4.020

                     
 

Uitgaven:

59.323

0

59.323

1.472

60.795

2.787

3.410

4.020

4.020

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

82%

     

82%

       
                     

1.1

Bestuur en regio

12.772

0

12.772

356

13.128

– 504

– 486

– 480

0

 

Subsidies

5.411

0

5.411

79

5.490

– 24

– 6

0

0

 

Bestuur en regio

2.073

0

2.073

79

2.152

– 24

– 6

0

0

 

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.338

0

3.338

0

3.338

0

0

0

0

 

Opdrachten

5.161

0

5.161

– 726

4.435

– 515

– 515

– 480

0

 

Bestuur en regio

5.161

0

5.161

– 751

4.410

– 540

– 540

– 505

– 25

 

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

0

0

0

25

25

25

25

25

25

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.200

0

2.200

968

3.168

0

0

0

0

 

Diverse bijdragen

2.200

0

2.200

968

3.168

0

0

0

0

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

35

35

35

35

0

0

 

Bijdragen internationaal

0

0

0

35

35

35

35

0

0

                     

1.2

Democratie

46.551

0

46.551

1.116

47.667

3.291

3.896

4.500

4.020

 

Subsidies

26.356

0

26.356

3.138

29.494

3.370

4.120

4.020

4.020

 

Verbinding inwoner en overheid

500

0

500

2.830

3.330

1.000

1.000

0

0

 

Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers

3.059

0

3.059

– 535

2.524

– 450

– 300

0

0

 

Weerbaar bestuur

464

0

464

115

579

0

– 99

0

0

 

Politieke partijen

17.820

0

17.820

– 277

17.543

0

0

0

0

 

ProDemos

4.403

0

4.403

840

5.243

2.820

3.420

4.020

4.020

 

Comité 4/5 mei

110

0

110

0

110

0

0

0

0

 

Stichting Thorbeckeleerstoel

0

0

0

165

165

0

99

0

0

 

Opdrachten

12.346

0

12.346

– 4.169

8.177

– 479

– 1.024

– 720

– 400

 

Verbinding inwoner en overheid

10.462

0

10.462

– 6.654

3.808

– 3.253

– 3.660

– 3.060

– 2.260

 

Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers

1.123

0

1.123

460

1.583

450

300

0

0

 

Weerbaar bestuur

761

0

761

2.025

2.786

2.324

2.336

2.340

1.860

 

Inkomensoverdracht

7.782

0

7.782

0

7.782

0

0

0

0

 

Toerusting en ondersteuning Politieke Ambtsdragers

7.782

0

7.782

0

7.782

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

420

420

0

0

0

0

 

Diverse bijdragen

0

0

0

420

420

0

0

0

0

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

67

0

67

100

167

0

0

0

0

 

Bijdragen internationaal

67

0

67

100

167

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

1.627

1.627

400

800

1.200

400

 

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

1.627

1.627

400

800

1.200

400

                     
 

Ontvangsten

21.965

0

21.965

0

21.965

0

0

0

0

Toelichting

1.1 Bestuur en regio

Opdrachten

Bestuur en regio

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de reallocatie van middelen (circa € 0,5 mln. meerjarig) naar artikelonderdeel 1.2 Democratie ter versterking van het lokaal bestuur. Daarnaast wordt er € 0,5 mln. gerealloceerd om de bijdragen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en ICTU in het kader van het interbestuurlijk programma op het juiste instrument te verantwoorden. Tot slot wordt circa € 0,6 mln. beschikbaar gesteld vanuit de eindejaarsmarge 2018 voor de voortzetting en ondersteuning van City Deals.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Diverse bijdragen

Dit betreft voornamelijk een overheveling van circa € 0,5 mln. vanuit opdrachten naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s om de bijdragen aan de VNG en ICTU in het kader van het interbestuurlijk programma op het juiste instrument te verantwoorden.

1.2 Democratie

Subsidies

Verbinding inwoner en overheid

Binnen de regeling Verbinding inwoner en overheid worden middelen gerealloceerd van opdrachten naar subsidies voor de bevordering van het democratisch burgerschap (€ 1,4 mln.). Het gaat hierbij om subsidies voor onder meer de herdenking van het slavernij verleden en het Europees burgerinitiatief. Voor het versterken van de lokale democratie worden middelen gerealloceerd (circa € 1,3 mln. in 2019, € 1 mln. in 2020 en 2021). Deze reallocatie is onder meer bedoeld om de burgerparticipatie te verhogen, bijvoorbeeld door het verstrekken van subsidie aan het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners.

ProDemos

Er worden middelen overgeboekt van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar de begroting van BZK ten behoeve van ProDemos. Het betreft een reeks die oploopt naar circa € 4 mln. structureel vanaf 2022. De middelen worden ingezet om jaarlijks meer leerlingen in het voortgezet onderwijs de gelegenheid te bieden om het parlement te bezoeken.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Dit betreffen diverse reallocaties, waaronder het herschikken van € 2,7 mln. binnen de regeling Verbinding inwoner en overheid van opdrachten naar subsidies. Daarnaast worden middelen meerjarig overgeheveld van opdrachten naar bijdragen aan agentschappen om de middelen voor de voorlichtingscampagnes verkiezingen op het juiste instrument te verantwoorden (€ 0,8 mln. in 2019). Daarnaast zijn voor de versterking van de weerbaarheid van het lokaal bestuur middelen gerealloceerd binnen het instrument opdrachten (in 2019 een overheveling van € 2,1 mln.).

Weerbaar bestuur

De mutaties bestaan voornamelijk uit de meerjarige overheveling van middelen ten behoeve van de versterking van de weerbaarheid van het lokaal bestuur (in 2019 een overheveling van € 2,1 mln. vanuit de regeling Verbinding inwoner en overheid en circa € 0,5 mln. vanuit artikelonderdeel 1.1 Bestuur en regio). Daarnaast heeft er een herschikking plaatsgevonden van circa € 0,3 mln. binnen de regeling weerbaar bestuur van opdrachten naar subsidies voor het landelijk informatiefundament aanpak vakantieparken en Veerkrachtig Bestuur. Ook wordt er circa € 0,3 mln. overgeheveld naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s voor de bijdrage aan ICTU in het kader van de City Deal Zicht op Ondermijning.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Publiek en Communicatie

Ten behoeve van voorlichtingscampagnes verkiezingen door de Dienst Publieke Communicatie (DPC) wordt meerjarig budget overgeheveld vanuit opdrachten Verbinding inwoner en overheid om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast wordt in 2019 circa € 0,9 mln. beschikbaar gesteld voor een bewustwordingscampagne over desinformatie.

Artikel 2 Nationale Veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 2 Nationale Veiligheid (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

274.253

0

274.253

10.653

284.906

13.250

18.330

22.492

22.813

                     
 

Uitgaven:

274.253

0

274.253

10.653

284.906

13.250

18.330

22.492

22.813

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

     

100%

       
                     

2.1

AIVD apparaat

262.958

0

262.958

6.853

269.811

9.050

14.130

18.292

18.613

                     

2.2

AIVD geheim

11.295

0

11.295

3.800

15.095

4.200

4.200

4.200

4.200

                     
 

Ontvangsten

13.214

0

13.214

1.500

14.714

1.500

1.500

1.500

1.500

Toelichting

2.1 AIVD apparaat

Er worden ten behoeve van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen en Veiligheid (GA I&V) 2019–2022 extra middelen beschikbaar gesteld voor de AIVD. Tijdens het vaststellen van de GA I&V 2019–2022 is samen met de behoeftestellers geconstateerd dat meer inzet van de I&V diensten op enkele doelstellingen gewenst is. In 2019 betreft dit € 1 mln. voor de AIVD. Dit bedrag loopt stapsgewijs op tot € 14,5 mln. structureel in 2022, zodat rekening wordt gehouden met het absorptievermogen van de AIVD. De extra middelen maken het mogelijk beter tegemoet te komen aan de door de behoeftestellers geformuleerde doelstellingen.

Daarnaast wordt er structureel € 5 mln. extra beschikbaar gesteld voor de bestrijding van jihadisme. Van het Ministerie van Defensie ontvangt de AIVD bovendien € 2,8 mln. voor onderwerpen waarop samengewerkt wordt, waaronder op het gebied van cyber.

Ten slotte zijn er structureel hogere uitgaven (€ 1,5 mln.) als gevolg van de structurele toename van de aanvragen voor veiligheidsonderzoeken. Deze uitgaven worden gedekt door hogere ontvangsten.

2.2 AIVD geheim

Vanwege de groei van de dienst en daarmee de operationele activiteiten is er sprake van structureel hogere uitgaven. Dit werd de afgelopen jaren bij Najaarsnota gecorrigeerd met behulp van een herschikking uit artikel 2.1. Op basis van huidige inzichten wordt er voor 2019 € 3,8 mln. herschikt en vanaf 2020 structureel € 4,2 mln.

Ontvangsten

Als gevolg van de structurele toename van de aanvragen voor veiligheidsonderzoeken nemen de ontvangsten voor veiligheidsonderzoeken structureel met € 1,5 mln. toe. Deze ontvangsten dekken de hogere uitgaven.

Artikel 3 Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 3 Woningmarkt (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

4.104.088

0

4.104.088

9.813

4.113.901

8.900

– 3.400

– 18.700

– 34.200

                     
 

Uitgaven:

4.104.213

0

4.104.213

9.813

4.114.026

8.900

– 3.400

– 18.700

– 34.200

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

     

100%

       
                     

3.1

Woningmarkt

4.104.213

0

4.104.213

9.813

4.114.026

8.900

– 3.400

– 18.700

– 34.200

 

Subsidies

23.366

0

23.366

13.700

37.066

0

0

0

0

 

Binnenstedelijke transformatie

10.000

0

10.000

0

10.000

0

0

0

0

 

Woningmarkt

3.227

0

3.227

11.300

14.527

0

0

0

0

 

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

6.239

0

6.239

0

6.239

0

0

0

0

 

Huisvestingsvoorziening statushouders

3.900

0

3.900

2.400

6.300

0

0

0

0

 

Opdrachten

3.366

0

3.366

– 294

3.072

0

0

0

0

 

Woningmarkt

3.366

0

3.366

– 294

3.072

0

0

0

0

 

Inkomensoverdracht

4.063.600

0

4.063.600

– 5.200

4.058.400

8.900

– 3.400

– 18.700

– 34.200

 

Huurtoeslag

4.063.600

0

4.063.600

– 5.200

4.058.400

8.900

– 3.400

– 18.700

– 34.200

 

Bijdragen aan agentschappen

11.291

0

11.291

– 686

10.605

– 333

– 333

– 333

– 333

 

Dienst van de Huurcommissie

6.908

0

6.908

3.377

10.285

0

0

0

0

 

ILT (Autoriteit woningcorporaties)

653

0

653

– 333

320

– 333

– 333

– 333

– 333

 

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

3.011

0

3.011

– 3.011

0

0

0

0

0

 

RVO (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders)

719

0

719

– 719

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.150

0

1.150

2.293

3.443

333

333

333

333

 

Woningmarkt

1.150

0

1.150

2.293

3.443

333

333

333

333

 

Bijdragen aan andere begrotingsstukken

1.440

0

1.440

0

1.440

0

0

0

0

 

Financiën en Nationale Schuld (H9)

1.440

0

1.440

0

1.440

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

521.000

0

521.000

– 30.723

490.277

– 44.000

– 12.400

1.800

1.000

Toelichting

3.1 Woningmarkt

Subsidies

Woningmarkt

Er wordt € 2,5 mln. beschikbaar gesteld voor de verbetering van 100 sociale huurwoningen op St.-Eustatius. Daarnaast is er € 2,5 mln. vanuit 2018 naar 2019 geschoven voor de uitvoering van de regeling Stimulering wooncoöperaties. Ook is € 6,3 mln. beschikbaar voor de totstandkoming van woondeals in 2019.

Huisvestingsvoorziening statushouders

Per 31 december 2018 zijn de aanmeldingen voor de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders (TRSHV) gesloten. De verplichtingen voor de subsidieaanvragen lopen wel door. Daarvoor is € 2,4 mln. doorgeschoven naar 2019.

Inkomensoverdracht

Huurtoeslag

Over de jaren heen is er sprake van mee- en tegenvallers bij de huurtoeslag. Een verklaring voor de tegenvallers is dat de werkloosheid minder sterk gedaald is dan eerder gedacht. Dit zorgt in 2019 en 2020 voor hogere aantallen huurtoeslagontvangers en daarmee hogere uitgaven aan huurtoeslag. Ook een lagere inkomensontwikkeling zorgt voor hogere uitgaven. Anderzijds is er een lagere huurprijsontwikkeling door een lagere verwachte inflatie en wordt verwacht dat verhuurders minder gebruik zullen maken van de ruimte die zij hebben om de huren te verhogen. Dit zorgt voor lagere uitgaven bij de huurtoeslag in latere jaren, vanaf 2021.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

De Dienst van de Huurcommissie (DHC) krijgt een extra bijdrage in 2019 voor de verbetering van de dienstverlening aan huurders en verhuurders en voor het wegwerken van de achterstanden bij de Huurcommissie.1

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de (oude) regelingen voor het eigenwoningbezit (BEW) uit. De uitvoeringskosten worden jaarlijks verantwoord op artikel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid onder het instrument bijdragen aan agentschappen. Het budget wordt daarom overgeheveld naar het juiste artikel en instrument.

RVO (Uitvoeringskosten Huisvestingsvoorziening statushouders)

De RVO voert de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunningshouders uit. De uitvoeringskosten worden verantwoord op artikelonderdeel 4.1 Energietransitie en duurzaamheid onder het instrument bijdragen aan agentschappen. Het budget wordt daarom overgeheveld naar het juiste artikelonderdeel en instrument.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Woningmarkt

Vanuit de eindejaarsmarge 2018 zijn onder andere middelen toegevoegd aan het budget voor het WoON-onderzoek dat uitgevoerd wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (€ 1,9 mln.).

Ontvangsten

Huurtoeslag

Bij de uitvoering door de Belastingdienst zorgt het uitstellen van de stroomlijning van het invorderingsbeleid voor een verschuiving over de jaren. Dit leidt tot lagere ontvangsten in de eerste jaren en hogere ontvangsten in latere jaren. Het uitstellen van de Wet beslagvrije voet leidt tot incidenteel hogere ontvangsten in de eerste jaren. Daarnaast worden in de periode 2019–2024 minder terugvorderingen verwacht.

Dienst van de Huurcommissie

Uit de jaarrekening 2018 blijkt dat het eigen vermogen van de DHC hoger is uitgekomen dan toegestaan. Conform de regeling agentschappen wordt dit surplus eigen vermogen afgeroomd (circa € 2,4 mln.).

Artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

78.008

77.500

155.508

– 22.205

133.303

4.368

3.467

4.500

0

                     
 

Uitgaven:

209.008

77.500

286.508

– 22.205

264.303

4.368

3.467

4.500

0

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

99%

     

99%

       
                     

4.1

Energietransitie en duurzaamheid

202.955

77.500

280.455

– 22.575

257.880

4.542

3.510

4.500

0

 

Subsidies

180.889

6.000

186.889

– 12.697

174.192

3.000

3.500

4.500

0

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

0

3.500

3.500

0

3.500

0

0

0

0

 

Energietransitie en duurzaamheid

2.412

2.500

4.912

163

5.075

0

0

0

0

 

Energiebesparing Koopsector

13.000

0

13.000

– 11.000

2.000

3.000

3.500

4.500

0

 

Energiebesparing Huursector

130.477

0

130.477

16.140

146.617

0

0

0

0

 

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

35.000

0

35.000

– 18.000

17.000

0

0

0

0

 

Opdrachten

1.100

1.500

2.600

– 593

2.007

0

0

0

0

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

0

1.500

1.500

0

1.500

0

0

0

0

 

Energietransitie en duurzaamheid

1.100

0

1.100

– 593

507

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

20.717

25.000

45.717

– 29.836

15.881

1.542

10

0

0

 

Dienst Publiek en Communicatie

60

0

60

0

60

0

0

0

0

 

Diverse Agentschappen

750

0

750

0

750

0

0

0

0

 

ILT (Handhaving Energielabel)

500

0

500

– 430

70

0

0

0

0

 

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

6.580

0

6.580

8.007

14.587

42

10

0

0

 

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

12.413

25.000

37.413

– 37.413

0

1.500

0

0

0

 

RVO.nl (Uitvoeringskosten FEH)

414

0

414

0

414

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

249

45.000

45.249

20.551

65.800

0

0

0

0

 

Economische Zaken (H13)

249

0

249

– 249

0

– 249

– 249

– 249

– 249

 

Gemeentefonds (H50)

0

45.000

45.000

0

45.000

0

0

0

0

 

EGO

0

0

0

20.800

20.800

249

249

249

249

                     

4.2

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

6.053

0

6.053

370

6.423

– 174

– 43

0

0

 

Subsidies

1.751

0

1.751

1.693

3.444

1.693

1.693

1.693

993

 

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.751

0

1.751

1.693

3.444

1.693

1.693

1.693

993

 

Opdrachten

3.273

0

3.273

– 1.823

1.450

– 1.867

– 1.736

– 1.693

– 993

 

Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit

3.273

0

3.273

– 1.823

1.450

– 1.867

– 1.736

– 1.693

– 993

 

Bijdragen aan agentschappen

51

0

51

0

51

0

0

0

0

 

ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)

51

0

51

0

51

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

650

0

650

500

1.150

0

0

0

0

 

Toelatingsorganisatie

650

0

650

500

1.150

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

328

0

328

0

328

0

0

0

0

 

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

328

0

328

0

328

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

91

0

91

0

91

0

0

0

0

Toelichting

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies

Energiebesparing Koopsector

Voor de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) schuift € 11 mln. door naar latere jaren. De besluitvorming bij VvE’s voor leningen kent een lange doorlooptijd. Om die redenen hebben de VvE’s een langjariger budget nodig dan oorspronkelijk voorzien. Het kasritme wordt met deze kasschuif hierop aangepast.

Energiebesparing Huursector

Bij tweede suppletoire begroting 2018 is € 20 mln. ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Dit wordt dit jaar gecorrigeerd door € 20 mln. vanuit het NEF-budget over te hevelen naar de Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP). Daarnaast wordt de budgetoverschrijding van STEP in 2018 van circa. € 3,9 mln. in mindering gebracht op het beschikbare budget voor 2019.

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF)

Bij tweede suppletoire begroting 2018 is € 20 mln. ingezet voor het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF). Dit wordt dit jaar gecorrigeerd door € 20 mln. vanuit het NEF-budget over te hevelen naar de Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP). Daarnaast betreft het een overboeking vanuit de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar de begroting van BZK voor de financiering van laadpalen voor elektrische auto’s op parkeerterreinen van VvE’s (€ 2 mln.).

Opdrachten

Energietransitie en duurzaamheid

In het kader van het «Innovatieprogramma aardgasvrije en frisse basisscholen» wordt circa € 0,4 mln. overgeboekt naar het Gemeentefonds. Daarnaast wordt er circa € 0,2 mln. herschikt om de bijdragen aan het Provinciefonds en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselzekerheid (LNV) op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdragen aan agentschappen

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Dit betreft onder andere diverse reallocatie in het kader van de jaaropdracht 2019 voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Zo wordt er vanuit de regeling RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord) € 6 mln. overgeheveld voor het beheer van het energielabel. Ook wordt er vanuit artikel 3.1 Woningmarkt circa € 3,8 mln. overgeheveld voor de uitvoering van woonregelingen zoals de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunningshouders.

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder een herschikking van bijdragen aan agentschappen naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken om de middelen voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving op het juiste instrument te verantwoorden (€ 20,8 mln.). Daarnaast betreft het een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor de Demonstratie energie-innovatie regeling (DEI-regeling) en de regeling Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP) (ca. € 12 mln.). Ook wordt er € 6 mln. gerealloceerd naar RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid) ten behoeve van de RVO.nl jaaropdracht 2019. Tot slot wordt er € 1,5 mln. doorgeschoven naar 2020 voor de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie (BENG-eisen), die op 1 januari 2020 van kracht wordt.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

EGO

Om de middelen voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving op het juiste instrument te verantwoorden, worden deze overgeheveld van bijdragen aan agentschappen naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken (€ 20,8 mln.).

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies

Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit

De meerjarige middelen voor het bouwbesluit worden herschikt van opdrachten naar subsidies om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Opdrachten

Bouwregelgeving en Bouwkwaliteit

De meerjarige middelen voor het bouwbesluit worden herschikt van opdrachten naar subsidies om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Toelatingsorganisatie

De behandeling van de wet kwaliteitsborging is vertraagd en ligt nog in de Eerste Kamer. De niet bestede middelen uit 2018 worden toegevoegd aan het budget 2019 voor de toelatingsorganisatie wet kwaliteitsborging in de bouw.

Artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

94.897

0

94.897

10.354

105.251

3.999

0

0

0

                     
 

Uitgaven:

102.919

0

102.919

9.284

112.203

3.999

0

0

0

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

84%

     

84%

       
                     

5.1

Ruimtelijke ordening

59.745

0

59.745

– 716

59.029

– 1

0

0

0

 

Subsidies

1.895

0

1.895

212

2.107

0

0

0

0

 

Basisregistraties

680

0

680

0

680

0

0

0

0

 

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.215

0

1.215

0

1.215

0

0

0

0

 

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

0

0

0

212

212

0

0

0

0

 

Opdrachten

9.304

0

9.304

– 656

8.648

– 1

0

0

0

 

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

1.651

0

1.651

– 170

1.481

0

0

0

0

 

Gebiedsontwikkeling

1.416

0

1.416

– 250

1.166

0

0

0

0

 

Nationale Omgevingsvisie

1.450

0

1.450

0

1.450

0

0

0

0

 

Programma Ruimtelijk Ontwerp

2.377

0

2.377

– 24

2.353

– 1

0

0

0

 

Ruimtegebruik bodem (diversen)

265

0

265

0

265

0

0

0

0

 

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

1.865

0

1.865

– 212

1.653

0

0

0

0

 

Windenergie op zee

280

0

280

0

280

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

36.945

0

36.945

– 4.990

31.955

0

0

0

0

 

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

8.900

0

8.900

– 8.380

520

0

0

0

0

 

Geo-informatie

2.278

0

2.278

1.440

3.718

0

0

0

0

 

Diverse bijdragen

0

0

0

1.950

1.950

0

0

0

0

 

Kadaster (Basisregistraties)

25.767

0

25.767

0

25.767

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

4.718

4.718

0

0

0

0

 

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

0

0

0

4.400

4.400

0

0

0

0

 

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

0

0

0

300

300

0

0

0

0

 

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

0

0

0

18

18

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

2.550

0

2.550

0

2.550

0

0

0

0

 

Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit

2.550

0

2.550

– 2.550

0

0

0

0

0

 

Projecten Nota Ruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Gemeenten

0

0

0

2.550

2.550

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

9.051

0

9.051

0

9.051

0

0

0

0

 

RVB

2.356

0

2.356

0

2.356

0

0

0

0

 

RWS (Leefomgeving)

6.245

0

6.245

0

6.245

0

0

0

0

 

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

450

0

450

0

450

0

0

0

0

                     

5.2

Omgevingswet

43.174

0

43.174

10.000

53.174

4.000

0

0

0

 

Subsidies

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

 

Eenvoudig Beter

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

 

Opdrachten

20.172

0

20.172

– 6.652

13.520

0

0

0

0

 

Eenvoudig Beter

1.900

0

1.900

0

1.900

0

0

0

0

 

Aan de Slag

18.272

0

18.272

– 6.652

11.620

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

1

1

0

0

0

0

 

Aan de Slag

0

0

0

1

1

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

15.140

15.140

1.000

0

0

0

 

Kadaster

0

0

0

9.115

9.115

500

0

0

0

 

Geonovum

0

0

0

3.030

3.030

500

0

0

0

 

ICTU

0

0

0

700

700

0

0

0

0

 

Aan de Slag

0

0

0

2.295

2.295

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

8.904

0

8.904

8.210

17.114

3.000

0

0

0

 

Aan de Slag

8.104

0

8.104

8.010

16.114

3.000

0

0

0

 

RWS (Eenvoudig Beter)

800

0

800

0

800

0

0

0

0

 

RIVM

0

0

0

200

200

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

10.098

0

10.098

– 6.699

3.399

0

0

0

0

 

Aan de Slag

10.098

0

10.098

– 6.699

3.399

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

3.824

0

3.824

3.750

7.574

0

0

0

0

Toelichting

5.1 Ruimtelijke ordening

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

In totaal is € 8,3 mln. herschikt om middelen op de juiste instrumenten te verantwoorden. Het betreft onder andere een reallocatie van € 4,4 mln. naar het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken voor een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ten behoeve van de realisatie en het beheer van de BRO. Daarnaast wordt binnen het instrument circa € 1,4 mln. herschikt naar Geo-informatie voor de inzet van Geonovum voor de BRO en circa € 2 mln. technisch herschikt naar diverse bijdragen voor de inzet van het Kadaster en ICTU.

Geo-informatie

Binnen het instrument wordt circa € 1,4 mln. gerealloceerd vanuit Basisregistratie Ondergrond (BRO) naar Geo-informatie voor de inzet van Geonovum voor de BRO.

Diverse bijdragen

Dit betreft een technische herschikking binnen het instrument van circa € 2 mln. vanuit Basisregistratie Ondergrond (BRO) voor de inzet van het Kadaster en ICTU.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Vanuit het instrument bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt € 4,4 mln. gerealloceerd voor een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ten behoeve van de realisatie en het beheer van Basisregistratie Ondergrond.

Bijdragen aan medeoverheden

Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit

Dit betreft een herschikking binnen het instrument van ca. € 2,5 mln. naar de regeling Gemeenten voor bestaand Rotterdams gebied.

Gemeenten

Dit betreft een herschikking van circa € 2,5 mln. vanuit Diverse projecten Ruimtelijke Kwaliteit ten behoeve van het programma bestaand Rotterdams gebied voor projecten die bijdragen aan het ontwikkelen van de Rotterdamse haven en het gelijktijdig verbeteren van het woon- en leefklimaat.

5.2 Omgevingswet

Opdrachten

Aan de Slag

Bij de eerste suppletoire begroting 2018 zijn er middelen voor 2019 en 2020 voor de Omgevingswet toegevoegd aan het instrument opdrachten. Voor 2019 wordt een deel van de beschikbare middelen voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) naar de instrumenten bijdragen aan ZBO’s/RWT’s en bijdragen aan agentschappen overgeheveld, zodat de uitgaven op het juiste instrument verantwoord worden.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Kadaster

Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 6,6 mln. overgeheveld naar de bijdrage aan het Kadaster. Daarnaast wordt er € 2,5 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Geonovum

Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 1,5 mln. overgeheveld naar de bijdrage aan Geonovum. Daarnaast wordt er € 1,5 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Aan de Slag

Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 2,3 mln. overgeheveld naar de regeling Aan de Slag.

Bijdragen aan agentschappen

Aan de Slag

Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden er middelen gerealloceerd binnen artikelonderdeel 5.2 Omgevingswet. Er wordt vanuit de instrumenten opdrachten en bijdragen aan medeoverheden circa € 2 mln. overgeheveld naar het instrument bijdragen aan agentschappen. Daarnaast wordt er € 6 mln. extra toegevoegd aan het budget voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De toevoeging bestaat uit € 1 mln. voor Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) en € 5 mln. voor Rijkswaterstaat (RWS).

Bijdragen aan medeoverheden

Aan de Slag

Om de beschikbare middelen op het juiste instrument te verantwoorden, wordt er vanaf het instrument bijdragen aan medeoverheden in totaal circa € 6,7 mln. gerealloceerd naar onder andere bijdragen aan ZBO’s/RWT’s en bijdragen aan agentschappen.

Ontvangsten

Verkoop van bufferzonegronden

De verkoop van bufferzonegronden leidt incidenteel tot € 3,8 mln. meerontvangsten.

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

174.479

0

174.479

5.724

180.203

– 2.280

– 5.080

– 5.080

– 2.080

                     
 

Uitgaven:

174.479

0

174.479

5.724

180.203

– 2.280

– 5.080

– 5.080

– 2.080

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

48%

     

48%

       
                     

6.2

Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

78.034

0

78.034

5.524

83.558

– 2.280

– 5.080

– 5.080

– 2.080

 

Subsidies

200

0

200

26

226

0

0

0

0

 

Overheidsdienstverlening

200

0

200

26

226

0

0

0

0

 

Opdrachten

19.028

0

19.028

– 580

18.448

– 2.080

– 2.080

– 2.080

– 2.080

 

Informatiebeleid

6.687

0

6.687

0

6.687

0

0

0

0

 

Informatiesamenleving

2.000

0

2.000

– 80

1.920

– 80

– 80

– 80

– 80

 

Overheidsdienstverlening

10.341

0

10.341

– 500

9.841

– 2.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

 

Bijdragen aan agentschappen

45.156

0

45.156

6.063

51.219

– 200

– 3.000

– 3.000

0

 

Agentschap Telecom

1.600

0

1.600

0

1.600

0

0

0

0

 

Logius

22.860

0

22.860

6.063

28.923

– 200

– 3.000

– 3.000

0

 

RvIG

5.560

0

5.560

0

5.560

0

0

0

0

 

RVO.nl

7.150

0

7.150

0

7.150

0

0

0

0

 

UBR

7.986

0

7.986

0

7.986

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

12.900

0

12.900

41

12.941

0

0

0

0

 

CBS

500

0

500

0

500

0

0

0

0

 

ICTU

4.500

0

4.500

41

4.541

0

0

0

0

 

KvK

7.900

0

7.900

0

7.900

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

700

0

700

– 26

674

0

0

0

0

 

Gemeenten

700

0

700

– 26

674

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

50

0

50

0

50

0

0

0

0

 

Ministerie van Buitenlandse Zaken (H5)

50

0

50

0

50

0

0

0

0

                     

6.5

Identiteitsstelsel

39.502

0

39.502

0

39.502

0

0

0

0

 

Opdrachten

19.938

0

19.938

– 11.950

7.988

0

0

0

0

 

Identiteitsstelsel

19.938

0

19.938

– 11.950

7.988

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

19.564

0

19.564

850

20.414

0

0

0

0

 

RvIG

19.564

0

19.564

850

20.414

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

11.100

11.100

0

0

0

0

 

ICTU

0

0

0

11.100

11.100

0

0

0

0

                     

6.6

Investeringspost digitale overheid

56.943

0

56.943

200

57.143

0

0

0

0

 

Subsidies

0

0

0

2.440

2.440

500

0

0

0

 

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

0

0

0

2.440

2.440

500

0

0

0

 

Opdrachten

56.943

0

56.943

– 47.893

9.050

– 27.289

– 10.250

0

0

 

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

56.943

0

56.943

– 47.893

9.050

– 27.289

– 10.250

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

3.575

3.575

2.800

3.100

0

0

 

ICTU

0

0

0

500

500

250

0

0

0

 

Diverse bijdragen

0

0

0

3.075

3.075

2.550

3.100

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

3.150

3.150

2.600

750

0

0

 

Gemeenten

0

0

0

3.150

3.150

2.600

750

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

38.928

38.928

21.389

6.400

0

0

 

RVO.nl

0

0

0

4.500

4.500

500

0

0

0

 

RvIG

0

0

0

5.900

5.900

2.900

1.700

0

0

 

Logius

0

0

0

26.000

26.000

15.250

4.200

0

0

 

UBR

0

0

0

1.478

1.478

1.589

0

0

0

 

Diverse bijdragen

0

0

0

1.050

1.050

1.150

500

0

0

                     
 

Ontvangsten

1.609

0

1.609

– 1.186

423

– 1.189

– 1.189

– 1.189

– 1.189

Toelichting

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Als onderdeel van het programma Digitale Inclusie, is een meerjarige bijdrage geleverd (€ 0,5 mln. voor 2019) aan het Programma Tel mee met Taal, van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Tel mee met Taal, dient voor het vervolgprogramma aanpak basisvaardigheden.

Bijdragen aan Agentschappen

Logius

Er hebben herschikkingen plaatsgevonden in de financiering door Logius van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Twee herschikkingen vanuit het Gemeente- en Provinciefonds betreffen samen € 5,6 mln. Vanuit het Gemeentefonds wordt € 3,3 mln. overgeboekt, dit betreft de doorbelasting van DigiD en MijnOverheid 2019. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) van mei 2018 is besloten dat de doorbelasting van niet-transactiegerichte GDI voorzieningen ook vanuit het Gemeente- dan wel Provinciefonds verlopen. Dit betreft een herschikking van € 2,3 mln.

Daarnaast komt een deel van de middelen voor een opdracht voor de ontwikkeling van een nieuwe centrale e-procurement berichtenvoorzieningen uit 2018 pas in 2019 tot betaling (€ 0,9 mln.). De middelen hiervoor zijn via de eindejaarmarge 2018 meegenomen naar 2019.

6.5 Identiteitsstelsel

Opdrachten

Identiteitsstelsel

De bijdragen aan ICTU en RvIG voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) zijn naar de juiste instrumenten herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s (€ 11,1 mln.)en naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,9 mln.).

Bijdragen aan agentschappen

RvIG

De bijdrage aan RvIG voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) is naar het juiste instrument herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan agentschappen (€ 0,9 mln.).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

ICTU

De bijdrage aan ICTU voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) is naar het juiste instrument herschikt, van opdrachten naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s (€ 11,1 mln.).

6.6 Investeringspost digitale overheid

Het budget van de investeringspost wordt ingezet middels de investeringsagenda, welke begin dit jaar is vastgesteld. De investeringsagenda is één van de instrumenten om de doelstellingen van de agenda NL DIGIbeter te realiseren. De investeringsagenda is tot stand gekomen in samenwerking met andere departementen, uitvoeringsorganisaties en medeoverheden. Voorwaarde daarbij was dat de investeringen bijdragen aan de doelstellingen van NL DIGIbeter en dat het een gezamenlijke investering is, om het overheidsbrede karakter van NL DIGIbeter te benadrukken. Om uitvoering te kunnen geven aan de voorstellen uit de agenda worden van het instrument opdrachten middelen overgeheveld naar de verschillende juiste instrumenten.

Subsidies

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Dit betreft een bijdrage aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (€ 2,4 mln.) voor het voorstel Common Ground. Dit behelst onder andere een nieuwe infrastructuur voor de uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten om het gebruik van brondata in dienstverleningsprocessen beter mogelijk te maken.

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Om uitvoering te kunnen geven aan de goedgekeurde voorstellen uit de investeringsagenda worden van het instrument opdrachten middelen overgeheveld naar de verschillende andere instrumenten.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Diverse bijdragen

Er wordt € 3 mln. gerealloceerd naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s, onder andere voor het ondersteunen van minder digivaardigen via het netwerk van bibliotheken en voor de afronding van de ontwikkelingsfase van het rijbewijs met een eID functie door de RDW.

Bijdragen aan medeoverheden

Gemeenten

Er wordt € 3,1 mln. van opdrachten overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden voor «Haal Centraal». Dit is een gezamenlijk initiatief van gemeenten en uitvoeringsorganisaties om door middel van gestandaardiseerde interactie-afspraken voor softwareprogramma’s, gegevens uit de basisregistraties te halen. Dit maakt aansluiting op de basisregistraties eenvoudiger.

Bijdragen aan agentschappen

RVO.nl

Het budget voor RVO.nl (€ 4,5 mln.) is vooral bestemd voor het beheer en de ontwikkeling van eIDAS, waarmee op Europees niveau digitale identificatie en inloggen bij de overheid wordt geregeld.

RvIG

Er wordt € 5,9 mln. van opdrachten overgeheveld naar de bijdrage aan RvIG. Zo verkent RvIG samen met grote afnemers van BRP-informatie nieuwe mogelijkheden om deze informatie te distribueren. Daarnaast is RvIG initiatiefnemer voor het ontwikkelen en testen van prototypes waarmee de mobiele telefoon kan worden ingezet voor identificatie. Tot slot is RvIG betrokken bij het beheer en de ontwikkeling van eIDAS.

Logius

Logius is als de grootste uitvoeringsorganisatie voor voorzieningen van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) een belangrijke partner voor de Digitale Overheid. Bij een groot aantal programma’s en projecten is Logius dan ook betrokken en daarom worden er middelen overgeheveld naar de bijdrage aan Logius (€ 26 mln.). Het gaat daarbij onder andere om het Programma Machtigen, vernieuwingen voor MijnOverheid en het programma eID. Ook ontvangt Logius een bijdrage voor een onderzoek naar een herinrichting van de GDI infrastructuur om deze om te zetten naar generieke services en een onderzoek naar de obstakels in het gebruik van Standard Business Reporting.

UBR

Er wordt € 1,5 mln. van opdrachten overgeheveld naar de bijdrage aan UBR voor de ontwikkeling van een Platform voor Open Overheidsinformatie.

Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

33.427

0

33.427

8.278

41.705

– 16

– 16

– 16

– 16

                     
 

Uitgaven:

33.427

0

33.427

8.278

41.705

– 16

– 16

– 16

– 16

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

74%

     

74%

       
                     

7.1

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

24.941

0

24.941

8.278

33.219

– 16

– 16

– 16

– 16

 

Subsidies

7.165

0

7.165

255

7.420

0

0

0

0

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

200

0

200

5

205

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

731

0

731

– 731

0

– 623

– 623

– 647

– 647

 

A&O-fonds

3.400

0

3.400

0

3.400

0

0

0

0

 

Overlegstelstel

2.834

0

2.834

0

2.834

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

0

0

0

981

981

623

623

647

647

 

Opdrachten

10.916

0

10.916

22

10.938

– 2.929

– 2.929

– 2.929

– 2.929

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

3.530

0

3.530

1.920

5.450

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

4.647

0

4.647

– 1.898

2.749

– 2.929

– 2.929

– 2.929

– 2.929

 

Kwaliteit Management Rijksdienst

2.739

0

2.739

0

2.739

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

6.860

0

6.860

5.129

11.989

813

813

813

813

 

Kwaliteitsverbetering

1.528

0

1.528

0

1.528

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

0

0

0

745

745

813

813

813

813

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

0

1.837

1.837

0

0

0

0

 

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

5.332

0

5.332

2.547

7.879

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

2.472

2.472

2.100

2.100

2.100

2.100

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

0

115

115

0

0

0

0

 

Digitale dienstverlening

0

0

0

300

300

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

0

0

0

2.057

2.057

2.100

2.100

2.100

2.100

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofstukken

0

0

0

400

400

0

0

0

0

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

0

400

400

0

0

0

0

                     

7.2

Pensioenen en uitkeringen

8.486

0

8.486

0

8.486

0

0

0

0

 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

8.486

0

8.486

0

8.486

0

0

0

0

 

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

8.486

0

8.486

0

8.486

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

520

0

520

0

520

0

0

0

0

Toelichting

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies

Werkgeversbeleid

Dit betreft een technische herschikking van € 0,7 mln. binnen het instrument van Werkgeverbeleid naar Diverse subsidies.

Diverse subsidies

Dit betreft voornamelijk een technische herschikking van € 0,7 mln. binnen het instrument van Werkgeversbeleid naar Diverse subsidies. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge 2018 € 0,2 mln. toegevoegd aan het budget ten behoeve van een overlopende post met betrekking tot de subsidie aan het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Vanuit de eindejaarsmarge 2018 wordt circa € 2,5 mln. toegevoegd aan het budget vanwege overlopende posten op het gebied van rijksbrede bedrijfsvoering, rijksinkoop en rijkshuisvesting. Daarnaast worden er vanuit opdrachten middelen herschikt naar bijdragen aan agentschappen voor diverse uitgaven op het gebied van inkoop (€ 0,5 mln.).

Werkgeversbeleid

Vanuit opdrachten vindt er een herschikking plaats naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s ten behoeve van de bijdrage aan ICTU voor onder andere het programma InternetSpiegel en het programma Vensters (€ 1,5 mln.). Ook wordt er € 0,8 mln. gerealloceerd naar bijdrage aan agentschappen voor de bijdrage aan EC O&P (onderdeel van UBR) ten behoeve van advisering, onderzoek en uitvoeringskosten (€ 0,8 mln.). Daarnaast wordt er via de eindejaarsmarge 2018 € 0,5 mln. toegevoegd aan het budget ten behoeve van overlopende posten, waaronder uitgaven met betrekking tot de implementatie van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.

Bijdragen aan Agentschappen

Werkgeversbeleid

Er wordt circa € 0,8 mln. gerealloceerd vanuit opdrachten naar bijdragen aan agentschappen voor de bijdrage aan EC O&P (onderdeel van UBR) ten behoeve van advisering, onderzoek en uitvoeringskosten.

Bedrijfsvoeringsbeleid

Vanuit de klimaatenvelop uit het regeerakkoord is € 1,1 mln. beschikbaar gesteld voor het benutten van de inkoopkracht van de overheid voor het versnellen van duurzame transities, het inschakelen van kwetsbare groepen en om innovatief in te kopen. Daarnaast worden er vanuit opdrachten middelen herschikt naar bijdragen aan agentschappen ten behoeve van diverse uitgaven op het gebied van inkoop (€ 0,5 mln.).

UBR (Arbeidsmarkt Communicatie)

Het betreft de verschillende bijdragen van diverse departementen voor het aantrekken en behouden van ICT-professionals bij de rijksoverheid (€ 2,5 mln.).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Werkgeversbeleid

Er vinden herschikkingen plaats van opdrachten naar bijdragen aan ZBO’s/RWT’s om middelen op het juiste instrument te verantwoorden. Het betreft met name een herschikking ten behoeve van de bijdrage aan ICTU voor onder andere het programma InternetSpiegel en het programma Vensters (€ 1,5 mln.).

Artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

117.329

0

117.329

2.689

120.018

7.997

318

283

250

                     
 

Uitgaven:

117.329

0

117.329

2.689

120.018

7.997

318

283

250

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

92%

     

92%

       
                     

9.1

Doelmatige Rijkshuisvesting

52.758

0

52.758

2.689

55.447

7.997

318

283

250

 

Bijdragen aan agentschappen

52.758

0

52.758

2.689

55.447

7.997

318

283

250

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

15.713

0

15.713

0

15.713

0

0

0

0

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

22.798

0

22.798

2.689

25.487

7.997

318

283

250

 

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

2.884

0

2.884

0

2.884

0

0

0

0

 

RVB (Bijdrage voor monumenten)

4.791

0

4.791

0

4.791

0

0

0

0

 

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

6.572

0

6.572

0

6.572

0

0

0

0

                     

9.2

Beheer materiële activa

64.571

0

64.571

0

64.571

0

0

0

0

 

Opdrachten

6.987

0

6.987

0

6.987

0

0

0

0

 

Onderhoud- en beheerkosten

6.987

0

6.987

0

6.987

0

0

0

0

 

Bekostiging

45.860

0

45.860

0

45.860

0

0

0

0

 

Zakelijke lasten

45.860

0

45.860

0

45.860

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

11.724

0

11.724

0

11.724

0

0

0

0

 

RVB

11.724

0

11.724

0

11.724

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

99.782

0

99.782

0

99.782

0

0

0

0

Toelichting

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdragen aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)

Er worden middelen toegevoegd voor kosten aanvullend op de normale bedrijfsvoeringskosten voor de gebruikers van het Binnenhof. Destijds is € 12,5 mln. beschikbaar gesteld en apart gezet ten behoeve van deze zogeheten niet-huisvestingskosten, zonder dat er zicht was op wat de gebruikers nodig hebben. Circa de helft van het destijds beschikbaar gestelde bedrag is gereserveerd voor de terugverhuizing in 2025.

Ten slotte loopt de afschrijvingsperiode van de vervangingsinvesteringen voor het pand Bezuidenhoutseweg 67 verder dan de huidige ramingsperiode. Daarom wordt budget uit 2019 (€ 1,8 mln.) en 2020 (€ 3,5 mln.) pas in 2021–2024 ingezet.

c. De niet-beleidsartikelen

Artikel 11 Centraal apparaat

Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art. nr.

Verplichtingen:

399.997

1.400

401.397

44.994

446.391

3.598

3.598

3.182

2.750

                     
 

Uitgaven:

399.997

1.400

401.397

44.994

446.391

3.598

3.598

3.182

2.750

                     

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

399.997

1.400

401.397

44.994

446.391

3.598

3.598

3.182

2.750

 

Personele uitgaven

204.802

1.400

206.202

15.479

221.681

823

823

440

320

 

waarvan: Eigen personeel

185.949

1.400

187.349

7.013

194.362

508

508

240

120

 

waarvan: Inhuur externen

14.842

0

14.842

8.376

23.218

315

315

200

200

 

waarvan: Overige personele uitgaven

4.011

0

4.011

90

4.101

0

0

0

0

 

Materiele uitgaven

195.195

0

195.195

29.515

224.710

2.775

2.775

2.742

2.430

 

waarvan: Bijdrage SSO's

179.375

0

179.375

28.468

207.843

2.842

2.842

2.842

2.530

 

waarvan: ICT

0

0

0

3.150

3.150

0

0

0

0

 

waarvan: Overige materiële uitgaven

15.820

0

15.820

– 2.103

13.717

– 67

– 67

– 100

– 100

                     
 

Ontvangsten

17.432

0

17.432

44.366

61.798

1.870

1.870

1.694

1.694

Toelichting

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

Personele uitgaven

waarvan: Eigen personeel

De mutaties betreffen voornamelijk de uitgaven voor eigen personeel van Doc-Direkt (€ 8,8 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast betreft het personele uitgaven (€ 5,7 mln.) voor de uitvoering van de Dienstverleningsafspraken tussen de baten-lastenagentschappen. Ook daar staan inkomsten tegenover. Verder wordt binnen het instrument circa € 2 mln. technisch herschikt naar inhuur externen. Tot slot wordt er € 2,5 mln. overgeheveld naar de begroting van Koninkrijkrelaties (IV) ten behoeve van de informatiebeveiliging bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

waarvan: Inhuur externen

De mutaties betreffen de uitgaven voor inhuur externen van Doc-Direkt (€ 0,6 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast wordt voor de ontwikkeling van fase-1 van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) € 4 mln. toegevoegd aan het budget. Tot slot wordt binnen het instrument circa € 2 mln. technisch herschikt vanuit eigen personeel.

Materiële uitgaven

waarvan: Bijdrage SSO’s

De mutaties op materiële uitgaven betreffen onder andere de uitgaven voor bijdragen aan SSO’s van Doc-Direkt (€ 12,9 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast betreft het de uitgaven voor uitvoering van de Dienstverleningsafspraken tussen de baten-lastenagentschappen, waar eveneens inkomsten tegenover staan (€ 9,3 mln.). Tot slot wordt binnen het instrument circa € 3,6 mln. herschikt vanuit overige materiële uitgaven.

waarvan: ICT

Dit betreft de uitgaven voor ICT van Doc-Direkt (€ 3 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat).

waarvan: Overige materiële uitgaven

Dit betreft onder andere de overige materiële uitgaven van Doc-Direkt (€ 2,2 mln.), die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). Daarnaast wordt binnen het instrument circa € 3,6 mln. herschikt naar bijdrage SSO’s.

Ontvangsten

Dit betreft voornamelijk de inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar heeft van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de personele en materiële uitgaven (€ 27,5 mln.).

Daarnaast betreft het onder andere ontvangsten van de Dienstverleningsafspraken voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen (€ 15 mln.).

Artikel 12 Algemeen

Algemeen (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

6.558

0

6.558

22.708

29.266

357

352

290

69

                     
 

Uitgaven:

6.558

0

6.558

22.708

29.266

357

352

290

69

                     

12.1

Algemeen

6.558

0

6.558

22.708

29.266

357

352

290

69

 

Subsidies

444

0

444

274

718

357

352

290

69

 

Diverse subsidies

394

0

394

274

668

357

352

290

69

 

Koninklijk Paleis Amsterdam

50

0

50

0

50

0

0

0

0

 

Opdrachten

912

0

912

0

912

0

0

0

0

 

Diverse opdrachten

313

0

313

0

313

0

0

0

0

 

Internationale Samenwerking

599

0

599

0

599

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

22.434

22.434

0

0

0

0

 

SSC-ICT (Eigenaarsbijdrage)

0

0

0

22.434

22.434

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

5.202

0

5.202

0

5.202

0

0

0

0

 

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

5.202

0

5.202

0

5.202

0

0

0

0

                     
 

Ontvangsten

0

0

0

13.101

13.101

0

0

0

0

Toelichting

12.1 Algemeen

Bijdragen aan agentschappen

SSC-ICT (Eigenaarsbijdrage)

Het tekort op het eigen vermogen van SSC-ICT wordt conform de Regeling agentschappen aangevuld tot nul, dit betreft een aanvulling van € 22,4 mln. Hiervoor worden onder andere de ontvangsten gebruikt die zijn ontstaan uit de afroming van het surplus eigen vermogen van FMH (€ 3,6 mln.) en RVB (€ 9,5 mln.). Daarnaast is er € 9,3 mln. uit de eindejaarsmarge 2018 ingezet.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn ontstaan uit de afroming van het surplus eigen vermogen van FMH (€ 3,6 mln.) en RVB (€ 9,5 mln.). Deze ontvangsten worden ingezet voor de dekking van het tekort op het eigen vermogen van SSC-ICT.

Artikel 13 Nog onverdeeld

Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
   

Ontwerp

begroting 2019

Mutaties via NvW, moties en amendementen

Vastgestelde begroting 2019

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie

2020

Mutatie

2021

Mutatie

2022

Mutatie

2023

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

29.851

29.851

27.671

26.296

24.705

24.541

                     
 

Uitgaven:

0

0

0

29.851

29.851

27.671

26.296

24.705

24.541

                     

13.1

Loonbijstelling

0

0

0

19.568

19.568

18.533

17.941

16.899

16.771

                     

13.2

Prijsbijstelling

0

0

0

8.783

8.783

9.138

8.355

7.806

7.770

                     

13.3

Onvoorzien

0

0

0

1.500

1.500

0

0

0

0

Toelichting

13.1 Loonbijstelling

Dit betreft de loonbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 19,6 mln.).

13.2 Prijsbijstelling

Dit betreft de prijsbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (€ 8,8 mln.).

13.3 Onvoorzien

De totale eindejaarsmarge over 2018 is € 54,5 mln. Daarvan is € 53 mln. ingezet ter dekking van diverse uitgaven elders binnen de (Rijks)begroting. De resterende € 1,5 mln. zal worden ingezet voor een bijdrage aan gemeente Zundert ten behoeve van de aanpak van Fort Oranje (via het gemeentefonds). Dit zal op een volgend begrotingsmoment worden geëffectueerd.

d. Baten-lastenagentschappen

Rijksdienst voor identiteitsgegevens (RvIG)

Baten-lastenagentschap RvIG Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

35.944

6.764

42.708

Omzet overige departementen

0

 

0

Omzet derden

32.603

 

32.603

Rentebaten

0

 

0

Vrijval voorzieningen

20.407

 

20.407

Bijzondere baten

4.737

– 4.737

0

Totaal baten

93.691

2.027

95.718

       

Lasten

     

Apparaatskosten

91.148

6.764

97.912

– Personele kosten

16.788

3.567

20.355

– Waarvan eigen personeel

13.859

3.567

17.426

– Waarvan inhuur externen

2.929

 

2.929

– Waarvan overige personele kosten

0

 

0

Materiële kosten

74.360

3.197

77.557

– Waarvan apparaat ICT

1.250

 

1.250

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

165

 

165

– Waarvan overige materiële kosten

72.945

3.197

76.142

Rentelasten

0

 

0

Afschrijvingskosten

1.350

0

1.350

– Materieel

1.350

0

1.350

– Waarvan apparaat ICT

1.350

 

1.350

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

 

0

– Immaterieel

0

 

0

Overige lasten

1.193

0

1.193

– Dotaties voorzieningen

1.193

 

1.193

– Bijzondere lasten

0

 

0

Totaal lasten

93.691

6.764

100.455

       

Saldo van baten en lasten

0

– 4.737

– 4.737

Toelichting

Baten

Verwerkingswijze inzet Schuld aan gebruikers BRP

Conform Besluit Basisregistratie Personen (BRP) artikel 13 lid 3 worden positieve exploitatieresultaten bij het reguliere beheer van de BRP verrekend met de gebruikers van de BRP door de tarieven in volgende jaren zoveel mogelijk te stabiliseren en eventuele tekorten op de begroting aan te vullen vanuit de balanspost «Schuld aan gebruikers BRP». In de ontwerpbegroting is deze verrekening opgenomen als bijzondere baten. Volgens de verslaggevingsregels kwalificeert een dergelijke verrekening echter niet als bijzondere baten. Om te voldoen aan geldende verslaggevingsregels is besloten geen bijzondere baten te presenteren, maar een negatief resultaat op de begroting. Het negatieve resultaat wordt vervolgens aangevuld vanuit de Schuld aan gebruikers BRP.

Aanvullende opdrachten RvIG

In de loop van 2018 – maar na het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 – zijn de opdrachten «Transitie en continuïteit van LAA» en «eIDAS» aan RvIG verstrekt ad € 3.734.700 respectievelijk € 3.029.300. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze opdrachten nog onvoldoende bekend om opname in de begroting te rechtvaardigen.

Lasten

Transitie en continuïteit van Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA)

In 2018 is besloten om de werkzaamheden rondom de LAA over te hevelen van ICTU naar RvIG. Deze werkzaamheden resulteren voor RvIG in aanvullende ambtelijke loonkosten (€ 2,7 mln.) en kosten voor (ICT-)ondersteuning van het in te zetten personeel (€ 1,0 mln.). De verwachting is dat volledige personele bezetting en transitie ultimo 2020 zal zijn gerealiseerd. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze werkzaamheden nog onvoldoende zeker.

Opdracht Electronic Identities And Trust Services (eIDAS) (BRPk)

In 2018 is de voorziening BRPk omtrent uitvoering van de eIDAS-verordening opgeleverd en per 28 september 2018 in gebruik genomen. Het beheer van deze voorziening is belegd bij RvIG. De kosten voor deze beheeropdracht zijn voor 2019 begroot op € 3.029.300, bestaande uit loonkosten voor ambtelijk personeel (€ 0,8 mln.) en kosten voor het beheer en exploitatie van de ICT-voorziening (€ 2,2 mln.). Bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2019 was de aard en omvang van deze werkzaamheden nog onvoldoende zeker.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RvIG (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1esuppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

139.446

 

139.446

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

68.547

2.027

70.574

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 91.148

– 6.764

– 97.912

2.

Totaal operationele kasstroom

– 22.601

– 4.737

– 27.338

 

Totaal investeringen (–/–)

– 2.000

 

– 2.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

 

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 2.000

0

– 2.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

 

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 2.000

2.000

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2.000

– 2.000

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

114.845

– 4.737

110.108

Toelichting

Leenfaciliteit

Vanwege de verlenging van de geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten (reisdocumenten) voor volwassenen heeft RvIG een egalisatiereserve (langlopend vreemd vermogen) gevormd. Deze egalisatiereserve wordt in de periode 2019–2023 volledig aangewend. Zodoende kan deze reserve deels worden ingezet om kortlopende investeringen (die voor 2023 volledig zijn afgeschreven) te financieren waardoor RvIG geen aanspraak hoeft te maken op de leenfaciliteit voor 2019.

Uitvoeringorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

Baten-lastenagentschap UBR Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

70.235

1.222

71.457

Omzet overige departementen

154.556

15.731

170.287

Omzet derden

10.495

– 3.451

7.044

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

235.286

13.502

248.788

       

Lasten

     

Apparaatskosten

233.320

13.931

247.251

– Personele kosten

152.598

6.834

159.432

– Waarvan eigen personeel

132.593

2.741

135.334

– Waarvan inhuur externen

13.756

2.843

16.599

– Waarvan overige personele kosten

6.249

1.250

7.499

Materiële kosten

80.722

7.096

87.818

– Waarvan apparaat ICT

2.815

622

3.437

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

15.931

1.487

17.418

– Waarvan overige materiële kosten

61.976

4.987

66.963

Rentelasten

2

0

2

Afschrijvingskosten

1.964

– 428

1.536

– Materieel

797

– 490

307

– Waarvan apparaat ICT

17

50

67

– Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

– 540

– 540

– Immaterieel

1.167

62

1.229

Overige lasten

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

235.286

13.502

248.788

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

De verwachte toename en mutaties van de omzet is met name een gevolg van een groeiende vraag naar de producten en diensten van UBR:

  • bij UBR|Ontwikkelbedrijf stijgt de verwachte omzet als gevolg van de uitrol van het ict-traineeship (€ 3 mln.);

  • bij UBR|Personeel i.o. door indexatie op de budgetgefinancierde dienstverlening en door een verwachte verschuiving tussen omzet derden en overige departementen (netto-effect op omzet van € 3 mln.);

  • Bij UBR|Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO) als gevolg van uitbreiding van het leveringsgebied (€ 7 mln.).

Lasten

Tegenover de verwachte omzetstijging staat een toename van personeelsgerelateerde kosten. Voor UBR|RBO geldt dat een deel van de dienstverlening door middel van uitbesteding op de beveiligingsmarkt plaatsvindt.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap UBR (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

7.404

 

7.404

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

235.286

19.445

254.731

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 233.322

– 19.452

– 252.774

2.

Totaal operationele kasstroom

1.964

– 7

1.957

 

Totaal investeringen (–/–)

– 1.000

 

– 1.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

 

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 1.000

0

– 1.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

 

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 727

 

– 727

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

1.000

 

1.000

4.

Totaal financieringskasstroom

273

0

273

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

8.641

– 7

8.634

Toelichting

De toename van gevraagde dienstverlening leidt tot een verhoging in de operationele kasstroom.

FMHaaglanden (FMH)

Baten-lastenagentschap FMH Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

83.111

7.176

90.287

Omzet overige departementen

36.208

418

36.626

Omzet derden

3.119

– 270

2.849

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

122.438

7.324

129.762

       

Lasten

     

Apparaatskosten

115.336

7.872

123.208

– Personele kosten

39.263

3.322

42.585

– Waarvan eigen personeel

35.466

1.941

37.407

– Waarvan inhuur externen

3.796

1.381

5.178

– Waarvan overige personele kosten

0

0

0

Materiële kosten

76.073

4.550

80.623

– Waarvan apparaat ICT

61

– 1

60

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

47.383

1.350

48.733

– Waarvan overige materiële kosten

28.629

3.201

31.830

Rentelasten

341

– 87

254

Afschrijvingskosten

6.761

– 461

6.300

– Materieel

6.761

– 461

6.300

– Waarvan apparaat ICT

0

0

0

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

– Immaterieel

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

122.438

7.324

129.762

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten en lasten

De hogere omzet is het gevolg van meer afname van zowel de generieke als specifieke dienstverlening. De toename van de generieke dienstverlening is enerzijds het gevolg van de vorming van het huidige kabinet. Het gaat daarbij met name om extra afname van vervoer en werkplekken. Anderzijds heeft het betrekking op nieuwe dienstverlening die FMH levert zoals kunstadvies.

De hogere omzet bij specifieke dienstverlening heeft betrekking op het uitvoeren van projecten als gevolg van wijzigingen in het Masterplan Den Haag en meer verzoeken tot wijziging (VtW’s) dan aanvankelijk ingeschat.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap FMH (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

16.973

– 4.375

12.598

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

122.438

7.324

129.762

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 115.677

– 6.863

– 122.540

2.

Totaal operationele kasstroom

6.761

461

7.222

 

Totaal investeringen (–/–)

– 9.100

– 1.623

– 10.723

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 9.100

– 1.623

– 10.723

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 3.618

– 3.618

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 6.962

2.094

– 4.868

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

9.100

1.623

10.723

4.

Totaal financieringskasstroom

2.138

99

2.237

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

16.772

– 5.438

11.334

Toelichting

Investeringen

De toename in investeringen wordt veroorzaakt door investeringen in audiovisuele middelen en meubilair.

Uitkering aan moederdepartement

Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen wordt het surplus eigen vermogen (€ 3,6 mln.) aan de eigenaar (Moederdepartement) uitgekeerd.

Shared Service Centrum (SSC ICT)

Baten-lastenagentschap SSC-ICT Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

69.896

– 2.483

67.413

Omzet overige departementen

248.510

– 40.723

207.787

Omzet derden

385

– 385

0

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

318.791

– 43.591

275.200

       

Lasten

     

Apparaatskosten

248.826

– 39.676

209.150

– Personele kosten

139.353

– 24.553

114.800

– Waarvan eigen personeel

90.872

– 10.672

80.200

– Waarvan inhuur externen

42.826

– 13.826

29.000

– Waarvan overige personele kosten

5.655

– 55

5.600

Materiële kosten

109.473

– 15.123

94.350

– Waarvan apparaat ICT

93.250

– 17.700

75.550

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

14.223

1.877

16.100

– Waarvan overige materiële kosten

2.000

700

2.700

Rentelasten

250

– 250

0

Afschrijvingskosten

69.715

– 13.265

56.450

– Materieel

62.022

– 14.722

47.300

– Waarvan apparaat ICT

62.022

– 14.722

47.300

Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

– Immaterieel

7.692

1.457

9.149

Overige lasten

0

9.600

9.600

– Dotaties voorzieningen

0

2.000

2.000

– Bijzondere lasten

0

7.600

7.600

Totaal lasten

318.791

– 43.591

275.200

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Begin 2019 is een herijkt financieel jaarplan opgesteld. Dit jaarplan is het resultaat van een uitgevoerde analyse van de tekorten die de afgelopen jaren alsmede van een extern onderzoek. Zo is, onder andere, de omzetinschatting van de standaard- als de maatwerkdienstverlening, op basis van de laatste prognoses, neerwaarts bijgesteld hetgeen aan de lastenkant heeft geleid tot een aanpassing van de personele en materiële lasten.

Dit financieel jaarplan is afgestemd met de leden van het Bestuurlijk Overleg SSC-ICT en vormt de basis voor de nu gepresenteerde mutaties en de verwachte omzetraming.

Voor de overige lasten zijn kosten voorzien die één op één worden doorbelast naar afnemers voor maatwerkprojecten. Tevens zijn hier kosten opgenomen welke zijn geraamd voor de verbetermaatregelen die naar aanleiding van het externe onderzoek worden uitgevoerd.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap SSC-ICT (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

17.000

 

17.000

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

318.791

– 43.591

275.200

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 249.076

7.891

– 241.185

2.

Totaal operationele kasstroom

69.715

– 35.700

34.015

 

Totaal investeringen (–/–)

– 47.118

– 21.980

– 69.098

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 47.118

– 21.980

– 69.098

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

22.435

22.435

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 69.715

13.265

– 56.450

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

47.118

21.980

69.098

4.

Totaal financieringskasstroom

– 22.597

57.680

35.083

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

17.000

0

17.000

Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen draagt de eigenaar (moederdepartement) zorg voor het aanvullen van het tekort over 2018 (€ 22,4 mln.).

Het bedrag aan investeringen voor 2019 is met € 21,9 mln. neerwaarts bijgesteld. Als grondslag hiervoor gelden de met de afnemers afgestemde vervangings- en uitbreidingsinvesteringen in het kader van Life Cycle Management.

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Baten-lastenagentschap RVB Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

148.757

 

148.757

Omzet overige departementen

856.165

20.000

876.165

Omzet derden

129.668

 

129.668

Rentebaten

500

 

500

Vrijval voorzieningen

0

 

0

Bijzondere baten

50.085

10.000

60.085

Totaal baten

1.185.175

30.000

1.215.175

       

Lasten

     

Apparaatskosten

251.706

15.000

266.706

– Personele kosten

191.029

10.000

201.029

– Waarvan eigen personeel

172.279

10.000

182.279

– Waarvan inhuur externen

18.750

 

18.750

– Waarvan overige personele kosten

0

 

0

Materiële kosten

60.677

5.000

65.677

– Waarvan apparaat ICT

31.400

5.000

36.400

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

0

 

0

– Waarvan overige materiële kosten

29.277

 

29.277

Rentelasten

89.713

 

89.713

Afschrijvingskosten

350.583

0

350.583

– Materieel

350.583

0

350.583

– Waarvan apparaat ICT

0

 

0

– Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

 

0

– Immaterieel

0

 

0

Overige lasten

493.173

15.000

508.173

– Dotaties voorzieningen

4.000

 

4.000

– Bijzondere lasten

489.173

15.000

504.173

Totaal lasten

1.185.175

30.000

1.215.175

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

De gestegen baten uit omzet overige departementen en de bijzondere baten hangen met name samen met meer voorziene inzet dan begroot op direct afrekenbare producten en met activeerbare uren voor projecten onderhanden werk.

Lasten

De apparaatskosten stijgen als gevolg van meer voorziene omzet en door gestegen loon- (o.a. CAO) en materiële kosten. De stijging bijzondere lasten vloeit onder andere voort uit hogere kosten voor direct afrekenbare producten.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVB (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

454.661

– 62.620

392.041

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.812.028

30.000

1.842.028

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 1.522.301

– 30.000

– 1.552.301

2.

Totaal operationele kasstroom

289.727

0

289.727

 

Totaal investeringen (–/–)

– 665.000

– 72.000

– 737.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

36.000

 

36.000

3.

Totaal investeringkasstroom

– 629.000

– 72.000

– 701.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 9.487

– 9.487

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 367.105

 

– 367.105

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

665.000

72.000

737.000

4.

Totaal financieringskasstroom

297.895

62.513

360.408

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

413.283

– 72.107

341.176

Toelichting

De beginstand rekening courant bij Rijkshoofdboekhouding (RHB) is aangepast naar de stand van 31 december 2018, zoals deze voortvloeit uit de jaarrekening 2018. De operationele kasstromen wijzigen door hogere kosten die tevens uitgaven zijn. Overeenkomstig artikel 25, tweede lid van de Regeling Agentschappen wordt het surplus eigen vermogen (€ 9,5 mln.) aan de eigenaar (Moederdepartement) uitgekeerd.

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Baten-lastenagentschap DHC Suppletoire begroting 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

6.776

– 1.505

5.271

Omzet overige departementen

0

 

0

Omzet derden

5.854

0

5.854

Rentebaten

0

 

0

Vrijval voorzieningen

0

 

0

Bijzondere baten

0

 

0

Totaal baten

12.630

– 1.505

11.125

       

Lasten

     

Apparaatskosten

9.731

1.319

11.050

– Personele kosten

6.449

703

7.152

– Waarvan eigen personeel

5.259

– 1.258

4.001

– Waarvan inhuur externen

700

1.961

2.661

– Waarvan overige personele kosten

490

0

490

Materiële kosten

3.282

616

3.898

– Waarvan apparaat ICT

1.184

– 23

1.161

– Waarvan Bijdrage aan SSO's

0

0

0

– Waarvan overige materiële kosten

2.098

639

2.737

Rentelasten

0

 

0

Afschrijvingskosten

75

0

75

– Materieel

75

0

75

– Waarvan apparaat ICT

74

 

74

– Waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

 

0

– Immaterieel

0

 

0

Overige lasten

2.824

721

3.545

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

– Bijzondere lasten

2.824

721

3.545

Totaal lasten

12.630

2.040

14.670

       

Saldo van baten en lasten

0

– 3.545

– 3.545

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De bijdrage van het moederdepartement in de kosten voor aanpassingen in de bedrijfsvoering (totaal € 3,5 mln.) wordt als een directe vermogensstorting op het eigen vermogen geboekt en niet als omzet gerekend.

Lasten

Apparaatskosten

Vanaf 1 januari 2019 is de nieuwe organisatie van de Dienst van de Huurcommissie een feit en is de personele reorganisatie afgerond. Als gevolg van de reorganisatie hebben meerdere medewerkers gebruik gemaakt van een stimuleringspremie bij ontslag op eigen verzoek. Daarnaast is een aantal medewerkers vanaf 1 januari 2019 een Van Werk Naar Werk traject ingegaan. Dit verklaart de afname van de kosten voor eigen personeel. De toename van inhuur externen wordt deels verklaard door het opvangen van genoemde uitstroom van vaste medewerkers en deels door extra inhuur van medewerkers om de achterstanden in de werkvoorraad terug te dringen.

Materiële kosten

De toename van de materiële kosten betreft extra kosten voor informatiebeveiliging, de Raad van Advies en de zittingsleden (in verband met wijzigingen in de governance vanaf 1 januari 2019) en communicatie.

Overige lasten

Onder de bijzondere lasten vallen kosten die verband houden met de doorontwikkeling van het nieuwe ICT-systeem, werkzaamheden ter verbetering van de dienstverlening van de Dienst van de Huurcommissie, aanpassing van de website en verhuiskosten.

Saldo van baten en lasten

Naar verwachting bedraagt het exploitatieresultaat € 3,5 mln. negatief. Daar staat een extra eenmalige bijdrage van het moederdepartement tegenover. Deze komt direct ten gunste van het eigen vermogen op de balans. Het surplus aan eigen vermogen per 31 december 2018

(€ 2,4 mln.) vloeit conform regeling agentschappen terug naar het moederdepartement.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2019 (eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap DHC (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2019

2.590

 

2.590

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

12.630

– 1.505

11.125

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 12.555

– 2.040

– 14.595

2.

Totaal operationele kasstroom

75

– 3.545

– 3.470

 

Totaal investeringen (–/–)

0

 

0

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

 

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

0

0

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 2.380

– 2.380

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

3.545

3.545

 

Aflossingen op leningen (–/–)

0

 

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

 

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

1.165

1.165

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2019 (=1+2+3+4)

2.665

– 2.380

285

Toelichting

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het surplus aan eigen vermogen per ultimo 2018. De eenmalige storting door het moederdepartement betreft de bijdrage voor de kosten genoemd bij de bijzondere lasten.


X Noot
1

Kamerstukken II 2018–2019 27 926, nr. 311.

Naar boven