35 210 I Wijziging van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de begroting van de Koning.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

In navolgende paragraaf 2 worden de voorgestelde mutaties toegelicht.

2. De Koning

2.1 Suppletoire mutaties

Het grootste deel van de mutaties is technisch van aard en volgt de rijksbrede trend op het gebied van de loon- en prijsontwikkeling. De voorgestelde mutaties worden hieronder toegelicht.

Overzicht suppletoire uitgavenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

43.252

     

Suppletoire mutaties:

   

1) Loon- en prijsbijstelling 2019

2

721

2) Loon- en prijsbijstelling 2019

3

164

3) Eindejaarsmarge 2018 Kabinet van de Koning

3

24

     

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

44.161

Toelichting

  • 1) Vanuit de aanvullende posten arbeidsvoorwaarden en prijsbijstelling is budget overgeheveld naar de begroting van de Koning. De loonbijstelling bestaat uit een vergoeding voor de contractloonontwikkeling en de ontwikkeling in sociale werkgeverslasten. De prijsbijstelling bestaat uit een vergoeding voor de prijsstijgingen.

  • 2) Dit is een doorbelasting van uitgavenmutaties als gevolg van de loon- en prijsbijstelling 2019 zoals deze bij het Kabinet van de Koning en de Rijksvoorlichtingsdienst als onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken hebben plaatsgevonden. Tevens betreft dit de doorbelasting van de uitgavenmutatie als gevolg van de loon- en prijsbijstelling 2019 zoals deze bij het Militaire Huis als onderdeel van het Ministerie van Defensie heeft plaatsgevonden.

  • 3) Dit is een doorbelasting van de uitgavenmutatie als gevolg van de uitkering van de eindejaarsmarge 2018 zoals deze bij het Kabinet van de Koning als onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken heeft plaatsgevonden.

Overzicht suppletoire ontvangstenmutaties 2019 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2019

Vastgestelde begroting 2019

 

0

     

Suppletoire mutaties:

   

1) Eindafrekening Militaire Huis 2018

3

166

     

Stand 1e suppletoire begroting 2019

 

166

Toelichting

Dit betreft de eindafreking van het in 2018 verstrekte voorschot aan het Ministerie van Defensie voor het Militaire Huis. Zoals aangekondigd in het jaarverslag van de Koning 2018 vindt de budgettaire verwerking van deze eindafreking plaats met deze mutatie. Het betreft het verschil tussen het verstrekte voorschot en de einddeclaratie van het Militaire Huis over 2018, wat in dit geval een ontvangst inhoudt.

3. Niet-beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen artikel 1 Grondwettelijke uitkering aan leden van het Koninklijk Huis. (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019 (1)

Mutaties via NvW, motie en amende-menten (2)

Vastgestelde begroting 2019 (3) = (1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5) = (3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

8.354

0

8.354

0

8.354

0

0

0

0

                   

Uitgaven

8.354

0

8.354

0

8.354

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

     

100%

       
                   

Grondwettelijke uitkering aan leden van het Koninklijk Huis

8.354

0

8.354

0

8.354

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Budgettaire gevolgen artikel 2 Functionele uitgaven van de Koning. (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019 (1)

Mutaties via NvW, motie en amende-menten (2)

Vastgestelde begroting 2019 (3) = (1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5) = (3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

28.914

0

28.914

721

29.635

721

721

721

721

                   

Uitgaven

28.914

0

28.914

721

29.635

721

721

721

721

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

     

100%

       
                   

Functionele uitgaven van de Koning

28.914

0

28.914

721

29.635

721

721

721

721

                   

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

De meerjarige uitgavenmutaties op artikel 2 betreffen de loon- en prijsbijstelling 2019.

Budgettaire gevolgen gevolgen artikel 3 Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen. (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2019 (1)

Mutaties via NvW, motie en amende-menten (2)

Vastgestelde begroting 2019 (3) = (1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting

(5) = (3+4)

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Verplichtingen

5.984

0

5.984

188

6.172

164

164

164

164

                   

Uitgaven

5.984

0

5.984

188

6.172

164

164

164

164

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

100%

     

100%

       
                   

Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

5.984

0

5.984

188

6.172

164

164

164

164

                   

Ontvangsten

0

0

0

166

166

0

0

0

0

Toelichting

De meerjarige uitgavenmutaties op artikel 3 betreffen de doorbelasting van de loon- en prijsbijstelling 2019 en de toevoeging van de doorbelasting van de eindejaarsmarge 2018 voor het Kabinet van de Koning.

Naar boven