35 200 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2018

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGARTIKELEN (SLOTWETMUTATIES)

Onderstaande toelichting bij de slotwet is conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019, model 3.54 Memorie van Toelichting.

Artikel 1 Arbeidsmarkt

Verplichtingen en uitgaven

De gerealiseerde verplichtingen en uitgaven zijn circa € 7 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Bij het LIV is een onderuitputting van € 5,8 miljoen bij slotwet. Dit wordt veroorzaakt doordat een klein deel van de beschikbare middelen voor het LIV (€ 5,8 miljoen) niet worden uitgekeerd vanwege het ontbreken van een bankrekeningnummer (ook na rappel) van de betreffende werkgevers bij de Belastingdienst.

Bij de opdrachten is een onderuitputting van circa € 1,6 miljoen bij slotwet. Dit is veroorzaakt door enkele onderzoeken en voorlichtingscampagnes die niet zijn doorgegaan of waarvan het kasbeslag geheel of gedeeltelijk in 2019 valt.

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichten zijn € 29,7 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd was.

Bij het verplichtingenbudget subsidies is een onderuitputting van € 26,4 miljoen bij slotwet. Door het beindigen van de sectorplannen per 2019 is de nog openstaande verplichtingenruimte eind 2018 afgeboekt. Deze afboeking van de nog openstaande verplichtingenruimte wordt veroorzaakt doordat de verplichtingen voor de sectorplannen in voorgaande jaren al waren vastgelegd.

Bij het verplichtingenbudget opdrachten is een onderuitputting van € 6,0 miljoen bij slotwet. Het merendeel hiervan hangt samen met het geen doorgang vinden of niet tijdig tot stand komen van een aantal voorgenomen activiteiten op de terreinen van Matchen op Werk, Perspectief op Werk, Brede Schuldenaanpak en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.

Op dit artikel zijn per saldo op de overige onderdelen beperkte afwijkingen ten opzichte van de Najaarsnota, waarmee de verplichtingen op de overige onderdelen € 2,7 miljoen hoger uitkomen.

Artikel 5 Werkeloosheid

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen bij subsidies zijn circa € 3,3 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Het gebruik van het ontwikkeladvies was in 2018 lager dan verwacht.

Artikel 7 Kinderopvang

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven zijn € 11,8 miljoen lager en de gerealiseerde verplichtingen zijn € 14,7 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Dit hangt grotendeels samen met lagere uitgaven en verplichtingen kinderopvangtoeslag. Met name kwam het bedrag aan toeslag waar ouders in 2018 recht op hadden iets lager uit dan verwacht. Daarnaast zijn de nabetalingen kinderopvangtoeslag over eerdere toeslagjaren lager uitgevallen.

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten zijn € 26,5 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Dit is grotendeels het gevolg van twee effecten: de ontvangsten uit terugvorderingen kinderopvangtoeslag zijn circa € 14 miljoen lager uitgekomen dan verwacht. Dit hangt vooral samen met minder terug-ontvangsten over toeslagjaar 2017. De ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang zijn circa € 13 miljoen lager door een lagere premiegrondslag dan in de Najaarsnota was voorzien.

Artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven zijn € 14,7 miljoen lager en de gerealiseerde verplichtingen zijn € 17,8 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. De onderuitputting t.o.v. de slotwet bestaat o.a. uit de volgende posten.

  • Bij subsidies is € 2,7 miljoen minder uitgegeven dan verwacht bij Najaarsnota. Er zijn minder incidentele subsidies verstrekt dan op basis van eerder aangekondigde aanvragen verwacht werd.

  • Bij opdrachten is € 4,6 miljoen minder uitgegeven en € 6,0 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan dan verwacht bij Najaarsnota. In een aantal gevallen is meer tijd nodig voor inkooptrajecten. Verder is een aantal inkooptrajecten niet doorgegaan.

  • Bij de bijdrage aan DUO is € 2,5 miljoen minder uitgegeven en € 3,2 miljoen minder aan verplichtingen aangegaan dan verwacht bij Najaarsnota. De middelen die aan DUO beschikbaar zijn gesteld voor uitbreiding van de examenlocaties in het kader van de Wet inburgering zijn in 2018 niet volledig uitgegeven.

  • Bij de leningen is € 4,6 miljoen minder uitgegeven en minder aan verplichtingen aangegaan dan verwacht bij Najaarsnota. De verhoging van de beschikbare middelen bij Najaarsnota op basis van uitvoeringsinformatie van DUO is minder uitgeput dan verwacht.

Artikel 96 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Uitgaven

De gerealiseerde uitgaven zijn € 10,0 miljoen lager bij Najaarsnota was geraamd.

De lagere uitgaven doen zich voor op alle apparaatskostenonderdelen. Enkele onderuitputtingen worden hieronder genoemd.

  • Bij eigen personeel zijn de uitgaven € 4,8 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Dit wordt onder andere verklaard door lagere uitgaven op het terrein van bedrijfsgezondheidszorg en van werk naar werk. Daarnaast hebben mogelijke knelpunten zich niet voorgedaan.

  • Het deel van de materiële uitgaven (€ 1,4 miljoen) dat betrekking heeft op schoonmaakactiviteiten door de RSO die direct worden doorbelast, is overgeboekt naar een rekening buiten begrotingsverband.

  • Bij overige personele uitgaven zijn de uitgaven € 0,6 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Dit wordt door een sterke afname van het aantal WW-uitkeringen onder de post-actieven in 2018 en door een herziening van eerdere toekenningen aan de post-actieven.

  • Bij ICT zijn de uitgaven € 1,7 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Dit wordt voor een deel verklaard door een vertraging in het verloop van de verschillende projecten.

Artikel 98 Algemeen

Uitgaven en Verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven zijn € 2,8 miljoen lager en de gerealiseerde verplichtingen zijn € 1,2 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd.

Deze lagere realisaties hebben betrekking op opdrachten en worden veroorzaakt omdat projecten niet meer (volledig) zijn afgerond in 2018. De lagere uitgaven treden op bij Handhaving en Overige opdrachten. Het verschil tussen de lagere gerealiseerde uitgaven en gerealiseerde verplichtingen is ontstaan doordat bij opdrachten verplichtingen zijn vastgelegd die doorlopen in 2019.

Naar boven