35 176 Verslag van een werkbezoek aan Tunesië en Libië door een delegatie van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid

Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID AAN TUNESIË EN LIBIË VAN 21 OKTOBER 2018 TOT EN MET 26 OKTOBER 2018

Vastgesteld 3 april 2019

Een delegatie uit de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft van 21 oktober tot en met 26 oktober 2018 een werkbezoek gebracht aan Tunesië en Libië in het kader van de internationale migratieproblematiek.

De delegatie bestond uit de heer Azmani (VVD en delegatieleider), de heer Groothuizen (D66), mevrouw Kuiken (PvdA), de heer Jasper van Dijk (SP), de heer Krol (50-plus) en de heer Voordewind (CU). De delegatie werd begeleid door de adjunct-griffier (Tielens-Tripels).

Doel van dit werkbezoek was inzicht te krijgen in de migratie- en smokkelroutes en hoe de verdrinkingen op zee kunnen worden tegengegaan.

De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij het organiseren van dit bezoek. In het bijzonder wil de delegatie haar waardering uitspreken voor de inzet van de Nederlandse ambassade in Tunesië bij de voorbereiding van het programma en tijdens het werkbezoek. De hartelijke ontvangst en goede begeleiding van de delegatie hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het welslagen van dit werkbezoek.

Algemeen

De migratiecrisis in 2015 heeft het politieke landschap in de Europese Unie ingrijpend veranderd, een gezamenlijke structurele regeling wordt bovendien bemoeilijkt door onderlinge verdeeldheid en wantrouwen. De herverdeling binnen de EU en de terugkeer naar veilige landen verloopt moeizaam en de Dublinregeling zit muurvast. Europa moet niet handelen uit angst maar uit kracht teneinde hier een draai aan te geven in de goede richting.

In 2018 zijn er tot nu toe 110.000 migranten de EU binnengekomen, waarvan 90.000 over zee. In Tunesië is er geen behoefte aan ontschepingsplatforms teneinde de migratiestroom te reguleren. En Tunesië wil geen hotspot worden noch een transitland waarnaartoe migranten uit andere Afrikaanse landen kunnen worden teruggestuurd. Wel is zij bereid haar eigen onderdanen terug te nemen.

Tunesië is een visumvrij land. De werkeloosheid is hoog en de economische en sociale voorzieningen zijn matig tot slecht, 70% van de bevolking is van mening dat de democratische lente is mislukt. De arbeidsproductiviteit is laag, voor de revolutie was de groei 5% na de revolutie max 1% en een hoge inflatie. Zowel Libië als Algerije zijn rijke landen met veel grondstoffen waar veel Tunesiërs in de tijd van Ghadaffi werk vonden en daarmee de economie van het land ondersteunden maar door de val van Ghadaffi vielen ook deze rijksinkomsten weg. Er is behoefte aan economische ondersteuning, het democratiseringsproces hapert alsmede de economische situatie in dat land. De hoogopgeleiden verlaten het land, een ware braindrain, wat blijft zijn de laagopgeleiden die de kar moeten trekken. De werkeloosheid onder de jeugd is hoog 55%, (algemene werkloosheid is ca. 15,4% en in sommige plattelandsgebieden ca 40%)

Bezoek aan Tunesië

Maandag 22 oktober

Gesprek met de Staatssecretaris voor migratie, de heer Adel Jarboui

In Tunesië is onlangs de nationale migratie strategie aangenomen. Er wordt op dit moment goed samengewerkt met de EU-landen, er bestaan joint conventions met de EU-landen onder meer in het kader van onderwijstrainingen en Tunesië wil ook graag samenwerken met Nederland. Tunesië zit in een diepe economische crisis en heeft steun nodig van Nederland. Radicale oplossingen zijn echter nodig, met name investeringen in jobs voor jongeren zodat zij een toekomst opbouwen in Tunesië en niet meer naar EU gaan, de reguliere migratie is de oplossing(zoals met Frankrijk en Duitsland) niet de irreguliere migratie, die moet worden tegengegaan. Alleen al dit jaar zijn 200 mensensmokkelaars opgepakt en door nieuwe regelgeving is de straf op mensensmokkel vastgesteld op 25 jaar. Er is een nieuw wetsvoorstel in de maak betreffende het asielbeleid. Er zijn in Tunesië 1000 vluchtelingen met complexe medische en vaak ook psychische hulpvragen.

Ten aanzien van de vraag hoe de Staatssecretaris staat tegenover ontschepingsplatforms wordt geantwoord dat Tunesië dat onwenselijk acht, zij willen niet dat Tunesië een transitland wordt, de vraag is bovendien niet relevant noch voor Tunesië noch voor Europa, wel voor de buurlanden (Libië en Algerije) van waaruit veel Afrikanen proberen naar Europa te gaan.

Het dient geen doel schepen te laten aanmeren in Tunesië aangezien de mensen niet in Tunesië willen verblijven maar naar Europa willen gaan!

Inzet moet zijn de Tunesische jongeren een eigen toekomst in Tunesië te geven met uitzicht op banen, de schooluitval te verminderen dat is de manier migratie maar ook radicalisering tegen te gaan.

Door betere economische samenwerking en duurzame investeringen in Tunesië tezamen met een nieuwe asielwet en een nieuwe migratie strategie en betere handhaving moet dit proces van illegale migratie aan banden worden gelegd en de regulier migratie worden bevorderd.

Dit jaar zijn er 8000 migranten tegengehouden waarvan 80% Tunesiërs.

Hij hoopt van harte dat het VN migratiepact dat is uit onderhandeld, wordt ondertekend dit najaar in Marrakesh.

Gesprek met Tunesische parlementariërs.

7 jaar geleden is de constitutionele assemblée tot stand gekomen met democratisch gekozen parlementsleden, een jong parlement waar de democratische verworvenheden nog moeten uitgewerkt. Zij moeten nog veel leren en dat gaat met vallen en opstaan. Hebben de hulp van Nederland hierbij nodig temeer daar veel Noord-Afrikaanse landen kijken hoe dit democratisch proces verloopt en zich verder ontwikkelt en hoe wij de wetgeving incorporeren. Het Tunesische parlement bestaat uit 217 personen. Volgend jaar oktober zijn er verkiezingen in Tunesië dat moet leiden tot een meerpartijenstelsel, een mozaïek van grote en kleine partijen.

Ten aanzien van de Tunesische diaspora wordt opgemerkt dat er een belangrijke groep Tunesiërs zich in Nederland bevindt die goed geïntegreerd is in de politieke partijen in Nederland, 90% hiervan komt jaarlijks naar Tunesië. In 2018 zijn tot nu 6000 Tunesiërs naar Europa gegaan, zij het dat nu meer gekozen wordt voor de golfstaten.

Ten aanzien van het migratiebeleid is het noodzakelijk dit Europees aan te pakken en de irreguliere migratie via Libië te stoppen, het is een gevaarlijke route en gaat veelal gepaard met omkoping, drugs en mensensmokkel. Campagnes zijn nodig teneinde Tunesiërs te waarschuwen voor deze criminele organisaties en het leven hiervoor niet de waagschaal te leggen! (vb vakantieleerkampen)

Wij willen de legale migratie stimuleren in die zin dat jongeren een opleiding volgen in Europa en dan terugkeren naar Tunesië teneinde te investeren in de opbouw van het land. Echter krijgen daarvoor geen steun vanuit Europa en blijft daardoor onderbelicht.

Wij willen graag gezamenlijke overeenkomsten/partnerschappen sluiten teneinde de Tunesische jeugd op te leiden voor de Tunesische arbeidsmarkt met een educatie reform programma met als doel de irreguliere migratie tegen te gaan.

De wettelijke basis voor de constitutionele invoering van het migratiebeleid is neergelegd in artikel 26.

Tunesië grenst aan Libië een land met veel problemen, met een divers asielbeleid vanuit Europa dat geen eenheid uitstraalt, het zijn veelal bilaterale overeenkomsten. Er leven momenteel 1 miljoen Libiërs in Tunesië, kortom er is nog veel werk dat moet worden verzet en daar hebben wij u steun hard bij nodig.

Werklunch met de Tunesische jongerenorganisaties

Deze organisaties brengen naar voren dat er een grote groep kwetsbare jongeren bestaat die geen vertrouwen meer hebben in de overheid en haar instellingen en vooral niet in de politie, dat staat gelijk met de duivel. Deze kwetsbare groep is ontvankelijk voor terrorisme en geweld, hoewel zij de portée daarvan niet begrijpen. Ze worden geronseld veelal onder valse voorwendselen om in Syrië te gaan vechten en radicaliseren aldaar. De grootste ronselaars zitten in de gevangenissen.

Ten grondslag aan de HOGRA(ontevredenheid) liggen de geringe toekomstperspectieven, lage geschooldheid, familieproblemen, huiselijk geweld, armoede etc etc.

Zij proberen in samenspraak met gemeenten trainingen en opleidingen te geven aan jongeren en planningen te maken. Door middel van een geïntegreerde wijkaanpak proberen zij het vertrouwen van de jeugd terug te winnen en daartoe zijn lokale commissies opgezet. Zij hebben gevraagd aan de politie hierin te integreren teneinde het vertrouwen aan de jeugd terug te geven.

De jeugd in nood heeft behoefte zich te kunnen uiten, daartoe zijn seminars, jeugdclubs muziekclubs en sportclubs ed. nodig, maar die zijn er niet.

De nationale werkeloosheid is hoog (15,8%) waarvan 30% jongeren met een universiteitsgraad; onofficieel bedraagt de werkeloosheid 52%

Het onderwijs is weliswaar gratis, maar van slechte kwaliteit en vaak hebben zij geen geld voor boeken, ook is er verschil in kwaliteit tussen de publieke en private scholen. De religieuze scholen bieden eenzijdig onderwijs en worden gefinancierd vanuit het buitenland.

Met name IT-ers, technici, fysici chemici en paramedisch opgeleiden kunnen met een toeristenvisa naar het buitenland, de overige proberen illegaal naar Europa te gaan hoewel zij daar veelal geen toekomst hebben, toch prefereren zij dat boven een legaal verblijf in Tunesië.

Observatoire nationale pour la migration

In april 2018 is een akkoord gesloten tussen Nederland en Tunesië voor samenwerking aangaande migratie. Er zijn tussen de 8000 a 9.000 Tunesische migranten in Nederland.

30 april 2014 zijn wij per decreet als publiek orgaan door de regering ingesteld, dit orgaan valt onder het Ministerie van SZW. Doel van dit orgaan is informatie te verzamelen, analyses te maken, databases aan te leggen, trainingsprogramma’s te ontwikkelen, regelmatig te publiceren en beleid te ontwikkelen ten aanzien van migratie. Wij voorzien de regering van de juiste informatie zodat zij hierop hun beleid kunnen uitstippelen. Wij beogen zowel een nationaal als internationaal informatiesysteem te ontwikkelen gefinancierd door de Europese Unie. De nationale strategie inzake migratie moet leiden tot een metamorfose en heeft een multidisciplinair principe, zowel om Tunesiërs in het buitenland als allochtonen in Tunesië te helpen integreren op een wettelijke basis. Zie het project Lemma met het ONM en Terre d’asiel Tunesie.

Een van de grote uitdagingen is de aanwezigheid van 1 miljoen Libiërs in Tunesië, hoe hen te onderhouden, onderwijs en gezondheidszorg te bieden.

De klimaatverandering is voor Tunesiërs geen migratiegrond wel voor de sub-Sahara landen.

Er zijn momenteel 82–85 Nederlandse bedrijven actief in Tunesië, dat is voor ons van belang ter bevordering van de economische groei en het scheppen van banen. Er is wetgeving in de maak teneinde de migratiestroom te reguleren, met behoud van free movement maar wel met controle mechanismen en voorwaarden en security based.

De revolutie in Tunesië heeft veel hoogopgeleiden teleurgesteld en doen vertrekken en de werkeloosheid is nog hoog want de arbeidsmarkt kon dat niet absorberen.

The French Office for Immigration and Integration (OFII)

Ieder jaar komen ca. 10.000 Tunesiërs naar Frankrijk, 7500 in het kader van familie, 2500 per jaar in het kader van gezinshereniging. Dit bureau zoekt voor 73 beroepen mensen veelal in de technische en de IT-sector. In het kader van de arbeidsmigratie mogen 3500 Tunesiërs naar Frankrijk komen, deze jonge professionals krijgen een training van 3 maanden tot 2 jaar met de verplichting weer terug te keren naar Tunesië, de realiteit is dat de helft niet terugkeert dan wel verdwijnt in de illegaliteit. Van de jaarlijkse seizoenarbeiders keren wel 98% terug naar Tunesië.

De terugkeer en (sociaal en economisch) re-integratie in de Tunesische samenleving is de achilleshiel van het migratiebeleid. De Europese Unie financiert via het Lemma programma de re-integratie, de actieplannen en bijbehorende doelen die zijn gemaakt. Het vereist wel dat de Tunesische overheid financieel verantwoordelijkheid neemt en monitort en de instituties dezelfde procedures volgen, beter samenwerken, coördineren en de informatie delen. Er bestaat geen nationaal programma voor terugkerende gezinnen. Zij hebben geen woning, geen financiële steun noch medische zorg en onderwijs, gezien de hoge werkeloosheid maakt dit het voor terugkeerders extra moeilijk. Toch vereist dit een overheid die haar verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van deze projecten en die een proactieve rol daarin speelt en zich verantwoordelijk voelt.

Gesprek met Afrikaanse migranten

Uit het gesprek kwam naar voren dat deze migranten uit Congo, Ivoorkust en Centraal Afrika allerlei problemen ondervinden als studenten. Vaak is een bepaalde termijn aan de studie verbonden verloopt die, is ook de verblijfsvergunning verlopen en moet een visum worden aangevraagd, hiervoor is geld nodig, je gaat werken maar de werkgever kan niet uitbetalen als de papieren niet in orde zijn, een vicieuze cirkel waar niet goed uit te komen is.

Het wordt migranten uit deze landen ontmoedigd in Tunesië te studeren en dan alleen gedurende de studie daarna moeten zij terug naar hun land. Zij worden op meerdere terreinen achtergesteld bij studenten uit de Maghreb-landen qua huisvesting, medische zorg, adequate informatie,worden veel vaker door de politie gecontroleerd, krijgen moeilijker een carte de séjour, etc.

Dinsdag 23 oktober

Werkontbijt bij de Italiaanse ambassadeur

In 2011 hebben Tunesië en Italië een contract getekend waarin Tunesië zich verplicht in het kader van de reguliere migratie haar onderdanen terug te nemen. Er gaat veel technische hulp van Italië naar Tunesië, in 2011 heeft Italië 12 patrouilleboten (6 zijn operationeel 6 niet wegens gebrek aan onderhoud en materieel) gegeven aan Tunesië gezien de toename van de migratieboten richting Italië. Sommige internationale organisaties exploiteren deze migratiestromen. Vanaf 2016 zien wij een toename van laag en hoogopgeleide Tunesische migranten richting Italië tot 2 juni 2018 toen er 80 mensen verdronken en de spanning toenam. Er is een heuse traffic-industrie ontstaan vanuit Tunesië om via een 5 sterren transport migranten naar Italië te brengen. Italië investeert in boten en het geven van technische steun aan Tunesië maar de EU moet meer doen.

We hebben 55 miljoen Euro nodig om surveypoints in Tunesië op te zetten en te ondersteunen teneinde kleine boten te kunnen detecteren. Daarnaast zijn investeringen nodig die ertoe moeten leiden dat er meer banen en welvaart komt en mensen blijven in Tunesië. De kustwacht in Tunesië heeft versterking nodig. Wij hebben een Europese benadering nodig. De electriciteitskabel tussen Italië en Tunesië vraagt om een investering van 600 miljoen Euro vanuit de EU, te winnen in Tunesië en de inkomsten te generen in hernieuwbare energie.

Gezien de zwakke politieke en economische situatie in Tunesië blijven de investeringen achter en kiezen Europese bedrijven ervoor te investeren in Marokko.

Er zijn drie soorten economie: de formele, de informele, de offshore en onshore economie.(deze laatste twee werken niet goed samen).

Tunesië heeft het ontwikkelen van ontschepingscentra nog niet geaccepteerd, de EU is hier aan zet. De komst van voormalige gevangenen naar Italië die onze centra kapot maken en de infiltratie van criminele organisaties in het politieke leven in Italië baart ons zorgen en vraagt om extra alertheid.

Bezoek aan het Duits-Tunesisch migratiecentrum

Het GIZ is een overheidsorgaan (ZBO) dat zich bezighoudt met legale migratie vanuit Tunesië naar Duitsland, de re-integratie naar Tunesië en het creëren van banen in Tunesië.

Ten aanzien van de arbeidsmigratie naar Duitsland kan worden opgemerkt dat Duitsland deze legale migratie ondersteunt, in dat kader wordt intensief gezocht naar technisch hoogopgeleiden en naar medisch personeel, zowel doctoren als verpleegsters.

Het GIZ begeleidt tezamen met civiele en lokale organisaties vanuit de Lander de re-integratie naar Tunesië, veelal personen die gefaald, gefrustreerd, drugsverslaafd etc zijn, dat zijn er 8 a 10 per dag en zij komen niet alleen vanuit Duitsland maar ook uit andere EU-lidstaten.

Voor dit hele project is voor een periode van 4 jaar 3 miljoen Euro uitgetrokken en moet als een pilotproject van publieke/private samenwerking worden gezien.

Op de vraag wat de incentives zijn van het Duitse beleid ten aanzien van Tunesië, wordt geopperd dat zij migratie vorm willen geven op een rationele basis. De mismatch tussen wat Tunesië te bieden heeft en wat Duitsland nodig heeft, vullen zij in met de hulp van GIZ en met private bedrijven.

Lunch met het IOM en UNHCR

Na de revolutie is er een ware migratiestroom ontstaan, daarbij heeft de massale stroom migranten uit Libië vanaf 2011 het er niet gemakkelijker opgemaakt, voor veel ongedocumenteerden is het moeilijk om een verblijfsvergunning te krijgen (is duur en als je wordt aangehouden moet je boetes betalen) en mensensmokkelaars hebben genoeg vraag om hen per boot over te zetten. Mede door de economische en sociale discriminatie en de lage salarissen wagen zij de oversteek naar Italië. In 2017 waren dat er 6800 en in 2018 4000 hoewel het aantal afneemt wordt het merendeel tegengehouden en teruggestuurd omdat zij wegens economische redenen naar Italië komen. Er zijn 1,3 miljoen Tunesiërs in het buitenland en Tunesië wordt gezien als een hub naar Europa.

Op de vraag wat de verwachtingen zijn ten aanzien van de ontschepingscentra wordt aangegeven dat Tunesië daar niet positief tegenover staat.

Het is een verlangen van de Europese Unie de migrantenstroom gekanaliseerd te krijgen maar hiervoor is de steun van de Tunesische overheid onontbeerlijk.

Tunesië staat voor veel uitdagingen, het migratiebeleid is fragiel, er zijn 110.000 geregistreerde vluchtelingen, zij moeten zorgen voor tijdelijke verblijfs- en werkvergunningen, moeten dat monitoren en steunen hiervoor onder andere op de IOM en UNHCR. Tunesië heeft echter zelf te weinig financiële en menskracht om dit goed uit te voeren. Daarnaast leeft de angst dat Tunesië een soort hub wordt, net als Libië, richting Italië.

Bezoek aan Fides

Fides merkt op dat we oog moeten hebben voor de gevolgen van de ontkenning van het natuurrecht van een vrije circulatie van personen. Ngo’s waren voor 2011 illegaal na 2011 zijn zij gelegaliseerd. Zij bestrijken onderwerpen als migratie, opvang en begeleiding, ontwikkelen van sociale projecten, omgevingsaspecten etc.

Als gevolg van de revolutie zijn veel Tunesiërs vertrokken vanuit Libië richting Europa, maar de migratie is nu veranderd het zijn niet alleen de hoogopgeleiden die Tunesië verlaten en voor een braindrain zorgen maar ook de jongeren onder de 18 jaar. Zij zien geen toekomst in hun land meer en zijn wanhopig en in die mate dat ze met gammele rubberbootjes via een risicovolle weg de overtocht wagen.

De nationale instituties zijn stil blijven staan, er is persvrijheid er zijn transparante verkiezingen geweest een meervoudig partijenstelsel maar de Tunesische overheid is zich onvoldoende bewust wat de grote werkeloosheid onder de jeugd, de armoede en uitzichtloze situatie en de financiële problemen daarbij, de opkomst van de parallelle economie met een toegenomen corruptie en stijgende zelfmoordaantallen te weeg kan brengen. Het kan er toe leiden dat dit prille democratiseringsproces de kop om wordt gedraaid en een terugkeer naar een dictatuur ligt dan op de loer. De overheid zal rekening moeten gaan houden met de wensen en noden van de jeugd teneinde extremisme een halt toe te roepen. De privaat/publieke sector moet beter gaan samenwerken. De overheid heeft een aanmoediging hierbij nodig. Er zijn dagelijks vreedzame protesten in verschillende delen van het land op terreinen als werkgelegenheid, infrastructuur, zorg, opleiding en water. De jeugd voelt niet dat er naar hen geluisterd wordt, dat ze gehoord worden, een goede communicatie vanuit de overheid is hierbij nodig en een lange termijn visie. De jongeren zijn niet gewend over politiek te praten en zich daarvoor in te zetten, daar is geen traditie in.

Migratie stopt niet, migranten blijven komen en grenzen helpen daarbij niet, we moeten hen bewust maken wat de gevolgen zijn.

In Tunesië is sprake van vrije handel, er vinden onderhandelingen plaats ten aanzien van marktwerking en op het gebied van de landbouw met de Europese Unie maar niet over migratie. De Europese Unie heeft belang bij een stabiel Tunesië en de aanpassing van moslims in de EU-lidstaten.

De antidiscriminatiewet is inmiddels aangenomen door het Tunesisch parlement en een voorbeeld voor de andere Afrikaanse landen.

Bezoek aan het Mercy Corps over het migratieonderzoek

Mercy Corps is bezig met een studie over migratie in Tunesië. Dit onderzoek wordt gefinancierd door Nederland en Zweden. Hiertoe zijn 112 personen met een migratieachtergrond geïnterviewd komende uit de landen van de Ivoorkust, Mali, Congo en Kameroen Ten tijde van ons bezoek was Output 1 klaar maar output 2 nog niet en is daarom niet meegenomen.

Output 1 gaat over Tunesië als bestemmingsland en transitland.

De redenen dat migranten uit de Sub-Saharalanden naar Tunesië komen is de complexe wisselwerking van waargenomen ongelijkheid, politieke instabiliteit, gebrek aan veiligheid, gebrekkige onderwijsmogelijkheden en de lage infrastructurele ontwikkelingen in de herkomstlanden.

Het juridisch- en het beleidskader van Tunesië vormt echter beperkingen voor migranten uit de sub-Sahara landen om legaal in Tunesië te kunnen verblijven. De onmogelijkheid een reguliere situatie te bereiken gecombineerd met toegestane straffen zijn factoren die verdere onregelmatige bewegingen kunnen voortbrengen.

Tunesië kan nog niet gezien worden als een transit-hub voor migratie naar Europa als gevolg van een her routering vanuit Libië.

Output 2 over Tunesië als vertrekland en terugkeerland.(moet nog verschijnen)

Training van de KMAR

De KMAR is zes jaar geleden begonnen met het geven van opleidingscursussen, zij zijn gestart in Libanon daarna in Cyprus, Malta en nu Tunesië. Op dit moment zijn 64 personen opgeleid waarvan 24 met een advanced traineechip.

De opleiding wordt gegeven aan een achttal organisaties te weten: de douane, de nationale paspoort service, de national crime investigation agency, de militaire politie, de forensische laboratoria, de veiligheidsdiensten van de luchthavens, de zeehavens en de grenspolitie. Er zijn dagelijks 7 vluchten vanuit de Afrikaanse landen.

In Nederland bestaan 20 verschillende documenten qua paspoort en er zijn 4000 verschillende officiële documenten wereldwijd. Wij trainen hen de meest voorkomende vervalsingen in paspoorten en andere officiële documenten waaronder morphing (daarbij wordt van 2 afbeeldingen van 2 verschillende personen 1 foto gemaakt) te leren detecteren.

Bezoek aan Libië

Algemeen

Na de val van Ghadaffi in 2011 en de daarop volgende revolutie zijn er in 2012 verkiezingen gehouden. Met als gevolg dat er naast het in het westen zittende parlement (dat niet werd erkend) er ook een nieuw parlement kwam dat verhuisde naar het oosten van het land. Beide parlementen vormden een regering, een in het westen en een in het oosten. Het Libisch politieke akkoord ondervond veel weerstand, wel werd het 4stappenplan aanvaard en werd de nieuwe Grondwet uit onderhandeld. Vervolgens zou via een referendum de Grondwet moeten worden aanvaard, echter hier werd men het niet over eens.

Er zijn met de verschillende bloedgroepen meerdere bijeenkomsten georganiseerd waarbij door de 2 parlementen strategisch werd onderhandeld maar dat bracht geen overeenstemming (de verdeel en heers politiek werd toegepast).

De voor 10 december 2018 geplande verkiezingen zijn vooralsnog weer van de baan.

Nu wordt ingezet op het smeden van eenheid ten aanzien van de veiligheidsdiensten. De bestaande milities maken de dienst uit en zijn rijk geworden door de handel in allerlei smokkelwaar, het land heeft behoefte aan structuur en economische hervormingen. Er is in Libië geen centrale Bank, er is aan het IMF een audit gevraagd teneinde de inkomsten en uitgaven van het land in kaart te brengen. Nederland zet in op het terugdringen van de illegale migratie, het controleren wat er in en uit gaat, het bevorderen van de stabiliteit en het bouwen aan het vredesproces. Ter ondersteuning hiervan organiseert Nederland politietrainingen, werken samen in projecten op het terrein van justitie, het opleiden van mensen ten behoeve van de kustwacht (Sofia) en het ondersteunen van de operationaliteit.

Er zijn in Libië 2 open centra van het IOM en 1 open centrum van de UNHCR.

Het IOM heeft in 2017 20.000 en in 2018 13.000 migranten in het kader van de vrijwillige terugkeer teruggebracht. UNHCR is in afwachting van toestemming het Gathering Departure Center (GDC) te mogen openen ten behoeve van erkende vluchtelingen. (die is inmiddels geopend)

De invloed van de Libische regering is beperkt tot rondom Tripoli en steunt op de bescherming van de bewapende milities. Deze milities verdienen hun geld met handel in en smokkel van drugs, olie, mensen en materieel. De tactiek van verdeel en heers is hier geldend en deze milities hebben niet de intentie de regering te laten bepalen wat er gebeurt.

Naftar: een strategische warlord, tevens generaal en anti-moslimbroeder hij oefent in het oosten van het land het gezag uit en wil zijn macht in het zuiden uitbreiden.

Niger is de nieuwe buitengrens van de EU, de EU wil de stroom migranten afremmen. Niger is een cruciaal transitland en relatief stabiel maar wel straatarm.

Agadezis (of Agadez?) is daarbij de draaischijf van de migratie. De EU probeert de inkomstenbron uit mensensmokkel om te draaien door het doen van investeringen en in zakelijke alternatieven voor Niger.

Woensdag 24 oktober

Gesprek met de Libische staatsecretaris voor Binnenlandse Zaken en Migratie

Bij aankomst in Tripoli heeft een ontmoeting plaatsgevonden met de Staatssecretaris voor Binnenlandse zaken en migratie, de heer Al-Shibani op zijn ministerie.

De Staatssecretaris licht de huidige situatie toe in het kader van de migratiesituatie in zijn land.

Hij bedankt Nederland voor de financiële steun en opleiding van de Libische kustwacht.

Van de 32 detentiecentra zijn er nu nog 27 open, in totaal zitten er 8.200 migranten in deze centra. Deze centra zijn gesloten en niet toegankelijk voor de hulporganisaties, open centra zijn tegen de wet. Wel wil de Libische regering meer beweging en faciliteiten in de centra mogelijk maken. De Libische regering wil het aantal centra verminderen en de controle erop verhogen en verbeteren. Echter de omstandigheden zijn complex en de diffuse politieke situatie maakt het moeilijk Wij werken aan het versterken van de Libische rechtsstaat en werken graag samen met de NGO’s.

Het IOM doet goed werk door op vrijwillige basis de migratieproblematiek aan te pakken en migranten te helpen bij de vrijwillige terugkeer naar hun land. Zo zijn er in 2017 17.000 migranten teruggegaan naar hun land van herkomst en voor 2018 tot dusver 22.000 migranten.

Het Gathering Departure Center (GDC) van de UNHCR is nog niet open en wacht op een besluit van de Libische regering De regering wil voorkomen dat dit centrum een aanzuigende werking gaat krijgen. Als een derde land de vluchteling niet opneemt zit Libië daarmee en dit moet worden uitgewerkt. Over de positie van vrouwen, kinderen en ouderen vindt overleg plaats met het IOM en de UNHCR om voor deze kwetsbare groepen een apart detentiecentrum in te richten. Zij worden nu ook al gescheiden in de verschillende centra.

Wij zijn blij met de internationale samenwerking en hulp in het kader van de samenwerking om migratie vanuit het zuiden richting Libië tegen te gaan, er vindt strategisch overleg plaats met de transitlanden in een poging de migranten in hun eigen land te helpen hun levenstandaard te verbeteren zodat zij niet die lange en gevaarlijke tocht hoeven te maken met hindernissen die dat met zich meebrengt.

Wij zijn blij met uw komst en aandacht voor de migratieproblematiek, de levensomstandigheden van de Libiërs staan al onder druk er zijn veel tekorten op velerlei terreinen en de 500.000 migranten maken het er niet makkelijker op.

Gesprek met Artsen zonder grenzen, het Internationale medisch Corps en de Deense vluchtelingenraad.

In Tripoli zijn er 2 medische servicecentra, waar de migranten (of zij nu vluchteling of asielzoeker zijn) medische hulp krijgen en voorzien wordt in hun primaire levensbehoeften. Over het land verspreid zijn er medische teams die op verschillende plaatsen in het land medische hulp bieden. Er zijn 164 nationale stafleden waarvan 10 fulltime in Tripoli.

Aangezien migranten niet worden geaccepteerd in de ziekenhuizen (zeker niet als het om operaties gaat of ingewikkelde dure behandelingen) zijn zij aangewezen op de hulp die deze medische servicecentra bieden. De UNHCR steunt dit financieel in geval van besmettingen zoals TBC en Scabi.

De inzet is meer centra en klinieken te kunnen openen teneinde de psychische en fysieke klachten van de migranten te kunnen behandelen.

De Libische regering kijkt vooral naar de doelen teneinde migratie af te remmen en is onvoldoende bezig met de slachtoffers van de migratie.

Het IOM en de UNHCR helpen bij repatriëring maar ook het GDC is een stepping stone voor repatriëring en leidt tot betere leefomstandigheden maar is niet de oplossing voor het probleem. Ook het short return center in Niger is nog niet operationeel.

De detentiecentra worden gecontroleerd door de milities en niet door de overheid. Mede hierdoor blijft de corruptie in stand, een militie vaart uit, de andere militie vangt ze op en krijgen beide daarvoor betaald en zo gaat het geld in cirkels rond. De mensen in deze detentiecentra gaan in en uit (ontvangen geld) de muren zijn als het ware poreus en ook de criminelen verdienen hieraan en worden niet bestraft.

Wat is de prijs die wordt betaald voor afschrikking en het terugduwen van de migranten naar Libië? Het vraagt om awareness in de bronlanden, een lange termijn oplossing met controlemechanismen en het bestaan van een Libische staat met instituties en een voldragen onafhankelijk rechtssysteem.

Gesprek met de Italiaanse attachée (zaakgelastigde)

De Italiaanse zaakgelastigde schetst het majeure probleem van de migratie in Libië met destabiliserende gevolgen voor Europa, door de messenhandel en bijkomende criminaliteit.

Om de mensensmokkel aan te pakken is een versterking van de maritieme politie en de zuidelijke grenzen van groot belang. Met name de zuidelijke grens van Libië is zwak en poreus en de lokale gemeenschap is hierbij gebaat want zij verdienen aan de crossborder en lack of control!

De controle op de detentiecentra moet worden gereguleerd, er vindt nu veel mensenhandel en prostitutie plaats door managers van deze centra waardoor migranten niet veilig zijn.

Oogmerk moet zijn deze centra te verminderen en te monitoren. Voorts moeten het IOM en de UNHCR worden gefaciliteerd in transferring (of: bij het overbrengen van) deze migranten naar 3de veilige landen.

Italië heeft inmiddels 330 vluchtelingen die kwetsbaar zijn per vliegtuig naar Italië laten komen en de 4de vlucht komt eraan.

Er wordt hard aan gewerkt het GDC als een open centrum voor kwetsbaren geopend te krijgen, er is in beginsel plaats voor 1000 personen, echter de Libische regering wil dit zelf managen en wil vooralsnog geen visa afgeven. Voorts zijn zij bang dat dit centrum een aanzuigende werking zal hebben.

Donderdag 25 oktober

Bezoek aan het Abu Sittah ontschepingsplatform

Wanneer migranten door de Libische kustwacht worden opgepikt en naar een van de vele ontschepingsplatforms worden gebracht zorgen organisaties als de UNHCR ervoor dat zij de eerste medische hulp kunnen verlenen en dat zij worden geregistreerd zodat zij in ieder geval geïdentificeerd zijn voordat ze overgeplaatst worden naar de detentiecentra.

Bezoek aan de Libische kustwacht

De Libische kustwacht dankt Nederland voor het geven van trainingen en voor de financiële support bij de opleiding (met het Schip de Rotterdam) aan de kustwacht. Mede dankzij deze steun en opleiding zijn 12.000 migranten gered uit zee en zijn er inmiddels 11 ontschepingscentra opgericht met medische en sanitaire faciliteiten voor het bieden van de 1ste hulp bij opvang. Voorts werken zij ook goed samen met de Italianen bij het redden en opvangen van migranten. Dit jaar zijn al 3 vluchten met vluchtelingen naar Italië uitgevoerd en een vierde vlucht komt eraan.

De IOM en UNHCR ondersteunen de Libische kustwacht bij dit werk en voorzien ons van de nodige spullen.

De Libische kustwacht heeft echter nadrukkelijk behoefte aan steun voor het onderhoud van de boten, losse onderdelen, technische ondersteuning en registratiefaciliteiten, communicatie devices, en support bij het uitdiepen van de haven. De smokkelaars maken gebruik van allerlei middelen zoals wapens en raketten waar de Libische kustwacht niet tegen bestand is aangezien zij geen wapens aan boord mogen hebben. Zij dragen wel persoonlijke wapens.

Inmiddels is de situatie verbeterd en wordt er beter samengewerkt. De Libische kustwacht bewaakt nu de hele kust ter grootte van 2.000 km. Het aantal oversteken is met 70% gedaald richting Italië en verplaatst zich nu meer en meer naar Tunesië en Marokko. Ook worden de migranten eerder en dichter bij de kust opgepakt. Dit heeft te maken met de verbeterde controle en de slechte staat van de rubberbootjes waardoor de migranten steeds dichter bij de kust in de problemen komen. In 2016 zijn 40.000 mensen gered, in 2017 22.000 en in 2018 12.000.Het nadeel van camera’s op boten van de Libische kustwacht, teneinde de reddingsoperaties te monitoren, is dat zij veelal in een kwaad daglicht worden gesteld doordat ngo’s foute beelden van ons verspreidden. De migranten zien deze reddingsoperaties sowieso als iets negatiefs.

De heer Al-Bija, voormalig kapitein van de Libische kustwacht, is geschorst en op dit moment loopt een onderzoek naar hem, hij wordt verdacht van het smokkelen van mensen.

Inmiddels zijn op de boten en de ontschepingscentra wel camera’s geplaatst.

Bezoek aan het Tajoura detentiecentrum

Dit centrum biedt ruimte aan 3000 personen, op dit moment zitten er 510 migranten in het centrum, waaronder 58 vrouwen, 20 kinderen en de rest mannen. De mannen zijn gescheiden van de vrouwen en kinderen. Er zijn 71 stafmedewerkers ter ondersteuning.

Qua nationaliteiten komen de meesten uit Soedan 172 mannen, 6 vrouwen en 2 kinderen; uit Zuid-Soedan:10 mannen, uit Eritrea 145 mannen, 27 vrouwen en 8 kinderen; Ethiopië: 50 mannen en 1 vrouw; Somalië: 61 mannen, 58 vrouwen en 6 kinderen; Syrië 1 man en Jemen 3 mannen.

In de Libische detentiecentra zitten ca. 8.000 vluchtelingen en migranten volgens de regering, het is echter niet uitgesloten dat er onder de radar nog meer in handen zijn milities.

De enige weg naar buiten voor hen is via omkoping.

Er zijn echter achterstanden in de aanvragen, de procedures verlopen traag en stroperig, de ngo’s krijgen moeilijk tot geen toegang er is gebrek aan van alles, er zijn geen faciliteiten anders dan een dak boven hun hoofd een matras op de grond en een deken, geen mogelijkheid tot luchten/buiten te verblijven; zij zitten hele dagen binnen er is niks te doen er zijn geen sport of onderwijsfaciliteiten noch boeken. Zij zijn er maar beperkt veilig want degenen die hen moeten beschermen maken tegelijkertijd ook misbruik van de situatie van gevangenschap van deze migranten. Velen zitten al maanden vast zonder papieren!

Gesprek met leden van het Libische Parlement

Het Libische huis van afgevaardigden is niet gebaseerd op politieke partijen maar op lokale gemeenschappen van waaruit zij zijn gekozen, het parlement bestaat uit 172 leden.

Bijeenkomsten zijn, gezien de instabiele situatie, moeilijk te beleggen en daarom werken zij vooral vanuit de gemeenten. De leden hebben ook geen ondersteuning. Er is geen Grondwet.

Libië heeft 6 miljoen inwoners, 1 parlementslid vertegenwoordigt ca.30.000 mensen.

Februari 2018 is besloten tot het houden van zowel presidentiele als parlementsverkiezingen eind van het jaar, het is echter onduidelijk of dit doorgang zal vinden alsmede het referendum over de Grondwet.

De internationale organisaties hebben geïntervenieerd in Libië in de tijd van Khadaffi daarna lieten ze het land aan hun lot over met een enorm wapenarsenaal dat als snel in handen kwam van milities, IS en criminele groepen.

Als wij in Libië onze situatie vergelijken met Turkije dan is het duidelijk dat wij geen geld krijgen om onze grenzen te beschermen, de migranten op te vangen en te verzorgen en dat terwijl het in meerderheid economische migranten betreft die maar een ding willen en dat is naar EU gaan. Deze problematiek dient een gedeelde problematiek te zijn en dus ook financieel ondersteund te worden vanuit de EU.

Bezoek gebracht aan een Hangaar op Mitiga airport

Het IOM begeleidt op reguliere basis migranten die op vrijwillige basis terugkeren naar hun land van herkomst.

Sommige migranten komen terug naar Libië om hier te werken en hebben daartoe een pasje zodat ze heen en weer kunnen reizen. Zij ondersteunen met hun werk de Libische autoriteiten.

Bezoek gebracht aan het Gathering and Departure Facility(GDF) Center van de UNHCR

De UNHCR heeft de conventie inzake migratie wel getekend maar die conventie is nog niet door de Libische autoriteiten erkend, de veiligheidssituatie is kwetsbaar en dat geldt ook voor internationale staf, waarvan velen nog geen visa hebben.

De 56.000 vluchtelingen komen vnl. uit de landen: Somalië, Eritrea, Irak, Pakistan, Jemen, Zuid-Soedan en Mali.

De dreiging van IS wordt als reden genoemd waarom dit centrum nog niet open mag maar verwacht wordt dat dit binnen afzienbare tijd wel gaat gebeuren.

De opening van dit GDF centrum zou een humanitaire stap zijn in de verbetering van de leefomstandigheden van migranten die nu opgesloten zitten in de detentiecentra.

De voorzitter van de delegatie, Azmani

De griffier van de delegatie, Tielens-Tripels

Naar boven