Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2019
Op 10 december heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie
aangenomen (Kamerstuk 35 167). Op grond van deze wet is het verboden elektriciteit met behulp van kolen te produceren.
Vier kolencentrales ontvangen nadeelcompensatie in de vorm van een overgangsperiode.
Voor de drie nieuwste kolencentrales geldt een overgangsperiode tot eind 2029 en voor
de Amercentrale geldt een overgangsperiode tot eind 2024 voor het verbod.
Voor de Hemwegcentrale heeft het verbod al per 1 januari 2020 effect, waardoor een
significante bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling om 25% CO2-reductie in 2020 te realiseren. Doordat aan de Hemwegcentrale als enige geen overgangsperiode
wordt geboden en gelet op de korte termijn waarop het verbod van toepassing wordt,
zal vanuit het oogpunt van «fair balance» financiële nadeelcompensatie worden geboden
voor gemiste inkomsten door het ontbreken van een overgangsperiode en voor extra kosten
voor het vervroegd afvloeien of herplaatsen van personeel.
Voor het vaststellen van de hoogte van de nadeelcompensatie is gebruik gemaakt van
bedrijfsvertrouwelijke gegevens van Vattenfall. Ik heb een externe partij ingeschakeld
voor een zorgvuldige analyse en toetsing van deze gegevens en heb op basis hiervan
in overleg met de Minister van Financiën de nadeelcompensatie voor Vattenfall Power
Generation Netherlands B.V. vastgesteld op € 52,5 miljoen.
Middels deze brief voldoe ik aan de toezegging aan het lid Mulder (CDA) tijdens de
het WGO Urgenda op 27 november 2019 om de Tweede Kamer te informeren over de hoogte
van de nadeelcompensatie voor het vervroegd verbod op kolen voor de Hemwegcentrale.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes