35 165 Verkiezingen

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2020

Op 6 mei jl. heeft het kabinet de stapsgewijze versoepeling van COVID19-maatregelen bekend gemaakt (Kamerstuk 25 295, nr. 315). Dit uiteraard onder de voorwaarde dat het coronavirus niet verder terrein zal winnen. Voor de komende maanden zal onzekerheid blijven bestaan, echter duidelijk is wel dat de basisregel dat personen 1,5 meter afstand van elkaar zullen moeten houden, voorlopig zal moeten gelden. Het verkiezingsproces is een proces dat mogelijk daarmee te maken gaat krijgen, omdat in de komende 9 maanden verkiezingen gepland zijn. In de tweede helft van 2020 kunnen de volgende verkiezingen plaatsvinden: de verkiezing voor de eilandsraad van Sint Eustatius en de herindelingsverkiezingen in het kader van de samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum1 en de splitsing van de gemeente Haaren2. Omdat het wetgevingstraject op dit moment nog gaande is, staat nog niet vast dat deze verkiezingen gaan plaatsvinden. Begin volgend jaar, 17 maart 2021, vindt de verkiezing plaats van leden van de Tweede Kamer.

Scenario’s

De eerstkomende verkiezingen zijn voorzien in het najaar van 2020. Het kabinet hoopt uiteraard dat tegen die tijd de beperkende COVID-19-maatregelen die nu nog gelden niet meer nodig zijn, zodat de verkiezingen op de gebruikelijke manier kunnen plaatsvinden. Dat is voor iedereen het meest gewenste scenario.

De kans bestaat evenwel dat er wel beperkende maatregelen gelden, met name de maatregel dat tussen personen 1,5 meter afstand moet worden gehouden. Daarom gaat het Ministerie van BZK in een scenario uitwerken wat dit kan gaan betekenen voor het verkiezingsproces, in het bijzonder de wijze waarop de stemlokalen moeten worden ingericht. Aan alle gemeenten en aan de openbare lichamen zal op korte termijn worden gevraagd om aan te geven of en hoe het mogelijk is de stemlokalen zo in te richten dat stembureauleden en kiezers 1,5 meter afstand van elkaar kunnen houden bij het stemmen en bij het tellen van de stemmen en welke andere beschermende maatregelen noodzakelijk en mogelijk zijn. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie zal in kaart worden gebracht welke gevolgen er kunnen zijn voor het aantal beschikbare stemlokalen en voor de regels die mogelijk gesteld zouden moeten worden aan de inrichting van de stemlokalen. De Kieswet biedt al de mogelijkheid om bij AMvB (zijnde het Kiesbesluit) nadere regels te stellen over «de gang van zaken bij de stemming» en over «de inrichting van het stemlokaal».

Theoretisch is denkbaar, in het geval dat met inachtneming van de 1,5 meter afstand en met het treffen van andere beschermende maatregelen3het niet of maar in zeer beperkte mate mogelijk is om stemlokalen op de noodzakelijke wijze in te richten, dat andere opties kunnen worden overwogen. Ook in andere landen is dat in de afgelopen periode gebeurd. Zo hebben sommige landen recent besloten om verkiezingen uit te stellen. Voorbeelden daarvan zijn het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Frankrijk. Andere landen overwegen de optie van briefstemmen.4

Briefstemmen is een vorm van stemmen waarbij het stemgeheim en de stemvrijheid niet op dezelfde wijze zijn te waarborgen als in het stemlokaal. Om inzicht te krijgen in het scenario waarbij stemmen in het stemlokaal niet mogelijk is en briefstemmen de enige mogelijke wijze van stemmen is, laat ik daarvan een uitwerking maken. Bij die uitwerking wordt het proces van het briefstemmen voor de kiezers in het buitenland (dat al in de Kieswet is geregeld) als basis genomen.

Er is op dit moment naar mijn mening geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat het organiseren van de komende verkiezingen niet mogelijk zal zijn. De vraag of een van de komende verkiezingen uitgesteld zou moeten worden is daarom nu ook niet aan de orde. Mocht uitstel evenwel aan de orde komen, dan verschilt per verkiezing de wijze waarop dat juridisch mogelijk is.

Voor de herindelings-verkiezingen5bepaalt de Wet algemene regels herindeling dat gedeputeerde staten om zwaarwegende redenen kunnen bepalen dat de verkiezingen op een later moment plaatsvinden, in dit geval 5 à 6 weken later dan voorzien. Voor verder uitstel is een specifieke wettelijke regeling nodig. Voor de eilandsraadverkiezing geldt dat op basis van het op dit moment aanhangige wetsvoorstel Herstel voorzieningen Sint Eustatius op voordracht van de Minister van BZK bij koninklijk besluit de dag van de verkiezing wordt bepaald. Omdat de huidige Tweede Kamer een «na ontbinding optredende» Kamer is zou uitstel mogelijk zijn tot uiterlijk maart 2022. Daarvoor is een wet6 nodig.

Hoe verder

In de komende drie maanden zal ik de hiervoor genoemde scenario’s uitwerken. Daar zal ik de gemeenten, de openbare lichamen en de Kiesraad bij betrekken. Over de uitkomst van deze uitwerking zal ik de Tweede Kamer voor 1 september a.s. informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 35 344

X Noot
2

Kamerstuk 35 345

X Noot
3

Bijvoorbeeld het aanbrengen van een afscheiding tussen de leden van de stembureaus en de kiezers, het schoonmaken van het stemhokje nadat een kiezer heeft gestemd, etc.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2468.

X Noot
6

De Tweede Kamer heeft een zittingstermijn van vier jaar, met dien verstande dat bij wet de zittingsduur van een na ontbinding optredende Tweede Kamer wordt vastgesteld, en de termijn dan niet langer mag zijn dan vijf jaar (artikelen 52 en 64, vierde lid, van de Grondwet en C 1 tot en met C 3 van de Kieswet).

Naar boven