Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35163-(R2121) nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35163-(R2121) nr. 2 |
Vastgesteld 12 april 2019
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 13 maart 2019 inzake de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van de International Solar Alliance (ISA); Marrakesh, 15 november 2016 (Kamerstuk 35 163 (R2121), A/nr. 1).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 april 2019. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
Vraag 1
Kunt u een inschatting geven van de verwachte extra geïnstalleerde hoeveelheid zonnepanelen door toedoen van de International Solar Alliance (ISA) in de komende tien jaar in Wattpiek?
Antwoord
Premier Narendra Modi van India heeft aangegeven dat het streven van ISA zou moeten zijn om in 2030 ruim 1.000 gigawattpiek zonne-energie te bewerkstelligen.
Vraag 2
Kunt u een inschatting geven van de verwachte extra CO2-reductie door toedoen van ISA in de komende tien jaar?
Antwoord
De emissiereductie is afhankelijk van een tweetal factoren, namelijk de locatie waar de zonnepanelen worden geplaatst en de energiebron die de zonnepanelen vervangt. Gelet op deze variabelen kan geen inschatting worden gegeven.
Vraag 3
Om welke specifieke en gemeenschappelijke belemmeringen die een snelle en massale schaalvergroting van zonne-energie in deze landen nog steeds in de weg staan, gaat het in de preambule van de Kaderovereenkomst?
Antwoord
De betreffende overweging in de preambule van de Kaderovereenkomst ziet onder meer op de (verlaging van de) hoge de kosten voor de financiering van zonne-energieprojecten in lage inkomenslanden.
Vraag 4
Moet de tekst uit artikel II, lid 1 van de Kaderovereenkomst, waarin staat dat de leden gecoördineerde acties ondernemen via programma’s en activiteiten die op vrijwillige basis van start gaan, worden gelezen als een prelude op een minder vrijwillig karakter (van de Kaderovereenkomst) in de toekomst?
Antwoord
Nee, in artikel III, lid 3, van de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA is neergelegd dat een programma open staat voor deelname van geïnteresseerde leden. Dat brengt met zich mee dat programma’s en activiteiten op vrijwillige basis worden opgezet.
Vraag 5
Hoe verhouden artikel III, lid 3 en artikel IV, lid 5 zich tot elkaar, met name ten aanzien van de eisen van besluitvorming? («twee leden en indien niet meer dan twee landen bezwaar maken» ex artikel III, lid 3 versus «tweederdemeerderheid» ex artikel IV, lid 5)?
Antwoord
In artikel III, lid 3, van de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA is neergelegd dat wanneer ten minste twee leden een programmavoorstel ondersteunen en er geen bezwaren zijn van meer dan twee leden, geïnteresseerde leden zich kunnen inschrijven voor het betreffende programmavoorstel. De bepaling in artikel IV, lid 5, die aangeeft dat besluiten over inhoudelijke kwesties met een tweederdemeerderheid van de stemmen dienen te worden genomen, staat los daarvan en heeft in zoverre geen betrekking op programmavoorstellen, aangezien in dezelfde bepaling staat dat besluiten over een specifiek programma genomen worden door de leden die aan dat programma deelnemen.
Vraag 6
In artikel XIII, lid 1 staat dat de Kaderovereenkomst in werking treedt op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de vijftiende akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; wat is daarvan de huidige status en in welke fase van dit proces bevindt de Kaderovereenkomst zich momenteel?
Antwoord
De Kaderovereenkomst is op 6 december 2017 in werking getreden.
Vraag 7
In de inleiding van de toelichtende nota staat dat 71 landen de Kaderovereenkomst hebben ondertekend en 48 deze hebben geratificeerd; zijn op dit punt al wijzigingen? Wat is de huidige status?
Antwoord
Ja, inmiddels hebben 73 landen de Kaderovereenkomst ondertekend en hebben 51 landen deze geratificeerd.
Vraag 8
In de inleiding van de toelichtende nota staat dat ISA zich primair richt op landen die zich in de geografische regio’s tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevinden, vanwege de vele zonuren in deze regio’s; welke landen en dus hoeveel potentiële lidstaten bevinden zich in vorenbedoelde regio’s?
Antwoord
Het aantal landen dat zich tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevindt is in totaal 121. Daarvan hebben 51 landen de Kaderovereenkomst inmiddels geratificeerd. De resterende 70 landen kunnen tot de categorie potentiële lidstaten worden gerekend.
Vraag 9
Het ISA richt zich primair op landen die zich in de geografische regio’s tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevinden; hoe moet «primair» hier worden gelezen?
Antwoord
Het lidmaatschap van ISA is thans beperkt tot de 121 landen die zich tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskring bevinden. Dat neemt echter niet weg dat het lidmaatschap van de alliantie op den duur zou kunnen worden opengesteld aan alle leden van de Verenigde Naties.
Vraag 10
Zijn er al plannen om kapitaalkrachtige landen van buiten de regio bij het ISA te betrekken?
Antwoord
ISA heeft met zowel de Europese Unie als met de Wereldbank een Memorandum of Understanding getekend. Via deze vorm van samenwerking kunnen kapitaalkrachtige landen die buiten de geografische regio liggen bij de activiteiten en doelstellingen van ISA worden betrokken.
Vraag 11
In hoeverre is er sprake van overlap tussen de andere initiatieven op het terrein van de mondiale transitie naar een duurzame energievoorziening en de op te richten ISA? In hoeverre wordt de doelmatigheid van reeds ingezet beleid door het ISA belemmerd dan wel bevorderd?
Antwoord
Zoals in paragraaf 2 van de Toelichtende Nota bij de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA wordt vermeld, zijn de activiteiten van de organisatie een aanvulling op de inzet van andere intergouvernementele organisaties. ISA ondersteunt landen op een operationeel niveau bij het ontwikkelen en realiseren van zonne-energie. Daarmee draagt de organisatie met name bij aan het bereiken van SDG7 (duurzame energie) en SDG13 (klimaat). Het bereiken van de SDG’s, waaronder ook deze twee SDG’s, staat centraal in de in 2018 opgestelde beleidsnota «Investeren in Perspectief».
Vraag 12
Wat is de specifieke meerwaarde van ISA ten opzichte van reeds bestaande initiatieven?
Antwoord
Zoals in paragraaf 3 van de Toelichtende Nota bij de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA wordt vermeld, onderscheidt ISA zich van andere intergouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van (hernieuwbaar) energiebeleid, doordat ISA als enige organisatie zonne-energie en daaraan verwante toepassingen specifiek tot haar hoofdtaak heeft. Gelet hierop kan ISA zonne-energie effectief, efficiënt en praktisch toepasbaar maken, daar waar de inzet snel doeltreffend is.
Vraag 13
Kunt u een inschatting geven van de kosten voor het Koninkrijk na 2021?
Antwoord
Het lidmaatschap brengt voor het Koninkrijk der Nederlanden voorlopig geen kosten met zich mee. Gastland India heeft aangeboden de kosten tot het jaar 2021 te zullen dekken. De mogelijke kosten na 2021 zijn nog niet bepaald. Eventuele toekomstige (vrijwillige) bijdragen zullen uit de reguliere begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden bekostigd.
Vraag 14
Welke inspanningsverplichtingen vloeien voor Nederland voort uit de Kaderovereenkomst?
Antwoord
Als lid van ISA wordt het Koninkrijk der Nederlanden geacht actief bij te dragen aan de marktontwikkeling voor zonne-energie om mensen in opkomende economieën toegang te verschaffen tot zonne-energie.
Vraag 15
Is er gesproken over de kostenverdeling na 2021? Zo ja, wat kan Nederland verwachten?
Antwoord
Nee, er is niet gesproken over een kostenverdeling na 2021. De Kamer zal geïnformeerd worden wanneer er nadere afspraken zijn gemaakt over een kostenververdeling.
Vraag 16
Gelet op het feit dat Nederland uitgenodigd is lid te worden van het ISA en sindsdien aanwezig is geweest bij bijeenkomsten van de internationale stuurgroep en overige vergaderingen zullen er ook aan Nederlandse zijde kosten zijn gemaakt; hoe hoog zijn de kosten die tot nu toe zijn gemaakt voor het bijwonen van vergaderingen, inclusief transport en verblijf, vermeerderd met de daarbij gemaakte personeelskosten, bijvoorbeeld ter voorbereiding van dergelijke vergaderingen?
Antwoord
De gemaakte kosten vallen onder het reguliere werk van ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (zowel in Den Haag als op de ambassade in New Delhi) en zijn niet als zodanig verbijzonderd.
Vraag 17
Hoeveel fte wordt er aan Nederlandse zijde ingezet ten behoeve van ISA?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 16. De inzet qua fte's is niet verbijzonderd, want ingepast in de reguliere werkzaamheden.
Vraag 18
De Kaderovereenkomst zal voor het Europese en Caribische deel van Nederland, Aruba en Sint Maarten worden aanvaard; hoe luidt de appreciatie van de eilandraden respectievelijk de Staten en kabinetten hieromtrent?
Antwoord
Zoals in paragraaf 6 van de Toelichtende nota bij de Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA wordt vermeld, zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba geïnformeerd over de goedkeuring van de Kaderovereenkomst. De informatie is voor kennisgeving aangenomen en heeft niet geleid tot nadere reactie van de betreffende bestuurscolleges.
Aruba en Sint Maarten zijn betrokken geweest bij de opstelling van de goedkeuringsstukken. De regeringen van beide landen hebben aangegeven de medegelding van de Kaderovereenkomst voor hun land te wensen.
Voor de volledigheid, de regering van Curaçao beraadt zich nog over de wenselijkheid van medegelding van de overeenkomst.
Vraag 19
Hoe groot is het politieke en maatschappelijke draagvlak voor de Kaderovereenkomst?
Antwoord
Met het ondersteunen van de activiteiten van ISA op het gebied van zonne-energie geeft Nederland gevolg aan de breedgedragen afspraken die in 2015 op internationaal niveau («UN 2030 Agenda for Sustainable Development» en de Overeenkomst van Parijs) zijn aangegaan met als doel duurzame inclusieve groei te bevorderen (SDG’s) en wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen significant te reduceren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35163-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.