35 154 Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13)

I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 7 september 2021

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)1 hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief2 van de Minister van Buitenlandse Zaken van 25 juni 2021 inzake het klachtenmechanisme over duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden, in reactie op de brief van de commissie d.d. 2 december 2020.

De leden van de commissie hebben naar aanleiding hiervan op 9 juli 2021 een brief met een verzoek tot nadere informatie naar de Minister van Buitenlandse Zaken gestuurd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, heeft op 20 augustus 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Den Haag, 9 juli 2021

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief3 van 25 juni 2021 inzake het klachtenmechanisme over duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden, in reactie op de brief van de commissie d.d. 2 december 2020. De commissie BDO ziet nadere informatie over de ontwikkeling van het klachtenmechanisme door de Europese Commissie graag tegemoet, in het bijzonder de beantwoording van de Europese Commissie op uw brief d.d. 24 juni 2021 aan de heer Dombrovskis, vicevoorzitter van de Europese Commissie, over de kabinetsinbreng ten behoeve van het klachtenmechanisme voor duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, E.B. van Apeldoorn

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2021

In reactie op uw brief van 9 juli 2021 (kenmerk 165792.39U) bevestig ik graag dat ik de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) van uw Kamer op de hoogte zal houden van ontwikkelingen rondom het klachtenmechanisme over duurzaamheidsbepalingen in handelsakkoorden.

Op 20 juli jl. is een ontvangstbevestiging van de heer Dombrovskis ontvangen in reactie op de brief van Minister Kaag van 24 juni jl. Hierin uit hij zijn waardering voor deze brief en het delen van de uitkomst van de consultaties met organisaties uit het Nederlandse maatschappelijk middenveld. In de brief geeft hij aan dat de Commissie deze zomer het functioneren van het Single Entry Point zal evalueren en in de herfst met een eerste jaarlijks «Implementation and Enforcement» rapport zal komen.

De heer Dombrovskis geeft voorts aan op basis van deze evaluatie en het rapport een meer diepgaande en gedetailleerde reactie op de brief van Minister Kaag te zullen sturen. Uiteraard zal ik u daar te zijner tijd van op de hoogte stellen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, T.J.A.M. de Bruijn


X Noot
1

Samenstelling:

Faber-van de Klashorst (PVV), Ganzevoort (GL), Van Apeldoorn (SP) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Jorritsma-Lebbink (VVD), Knapen (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Koole (PvdA), vac. (PvdD), Van Rooijen (50PLUS), arbouw (VVD), Van Ballekom (VVD) (1e ondervoorzitter), Beukering (Fractie-Nanninga), Bezaan (PVV), Dittrich (D66), Huizinga-Heringa (CU) (2e ondervoorzitter), Dessing (FVD), Karimi (GL), Kluit (GL), Moonen (D66), Otten (Fractie-Otten), Vos (PvdA), Van Wely (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Prast (PvdD).

X Noot
2

Zie verslag nader schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 2020–2021, 35 154, H.

X Noot
3

Zie verslag nader schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 2020–2021, 35 154, H.

Naar boven