35 133 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten vanwege opname in de Omgevingswet van regels over het vestigen van een voorkeursrecht, regels over onteigening, bijzondere regels voor het inrichten van gebieden en, met het oog op verschillende typen gebiedsontwikkelingen, een verdere aanpassing van de regels over kostenverhaal (Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet)

Nr. 26 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 8 oktober 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 1.1, onderdeel I, wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 13.23 (financiële bijdragen voor ontwikkelingen van een gebied op publiekrechtelijke basis)

  • 1. In het omgevingsplan kunnen over bij algemene maatregel van bestuur aangewezen activiteiten bepalingen worden opgenomen over verplichte financiële bijdragen voor ontwikkelingen van een gebied op basis van een omgevingsvisie of programma.

  • 2. De verplichting kan worden opgelegd aan degene die op grond van artikel 13.11 bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bouwactiviteiten of activiteiten die met het oog op het gebruik van de grond van een nieuw toegedeelde functie verricht.

  • 3. Artikelen 13.12 en 13.16 tot en met 13.20 zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Via de Aanvullingswet Grondeigendom blijft het mogelijk om op privaatrechtelijke wijze bijdragen af te spreken voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van natuur of het creëren van maatschappelijke voorzieningen in nieuwbouwwijken. In het wetsvoorstel ontbreekt echter de mogelijkheid om dit publiekrechtelijk af te dwingen indien deze bijdragen achterwege blijven of onvoldoende blijken te zijn. Indiener acht het wenselijk de publiekrechtelijke afdwingbaarheid van de zogeheten vereveningsbijdrage om deze toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.

Van Gerven

Naar boven