Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 7 november 2018 en het nader rapport d.d. 20 december 2018, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Financiën, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 oktober 2018, nr. 2018001877,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 7 november 2018, nr. W06.18.0320/III, waarvan de tekst ook hieronder is
opgenomen, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 22 oktober 2018, no. 2018001877, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het
financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten
(Wijzigingswet financiële markten 2019), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, is
de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege kan blijven.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de Wet op het financieel toezicht nog
een aantal implementatietechnische verbeteringen door te voeren. Het betreft artikel
I, onderdelen A, G en I, die voorzien in de juiste implementatie van de richtlijn
solvabiliteit II, alsmede artikel I, onderdeel E, om aan te sluiten bij de brede definitie
van gereglementeerde informatie uit de verordening en richtlijn marktmisbruik.
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra