35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure (PbEU L 132)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 maart 2019

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

In het voorgestelde artikel 488aa, eerste lid, onderdeel e, wordt «artikelen» vervangen door «artikel».

B

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

Aan het voorgestelde artikel 489 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien de verdachte in de avonduren wordt heengezonden bij gebrek aan een beschikbare raadsman, onder de gelijktijdige aanzegging dat de verdachte de volgende dag alsnog zal worden verhoord, vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing bij dat verhoor.

C

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

In het voorgestelde artikel 494b, tweede lid, wordt «artikelen» vervangen door «artikel».

D

Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

In het voorgestelde tweede lid wordt «tenzij de rechter van oordeel is dat» vervangen door «indien de rechter van oordeel is dat».

Toelichting

De onderdelen A, C en D bevatten herstel van redactionele misslagen. Onderdeel B heeft betrekking op de rechtsbijstand aan minderjarige verdachten waarvoor in de avonduren geen piketadvocaat meer beschikbaar is. De wijziging is toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag. Zij houdt in dat wanneer de minderjarige verdachte in de avond wordt heengezonden omdat er geen raadsman beschikbaar is, én de verdachte wordt uitgenodigd om de dag erna voor verhoor te verschijnen, alsnog in de aanwijzing van een raadsman voor het geplande verhoor zal worden voorzien.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven