35 109 Regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 februari 2019

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de ge-maakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

     

I

ALGEMEEN DEEL

1

     

1.

Inleiding

2

2.

Uitgangspunten wetsvoorstel

2

3.

De huidige stand van zaken met betrekking tot de Kadasters en de na te streven toekomstige ontwikkelingen

2

4.

Uitvoering en budgettaire gevolgen van het wetvoorstel

3

5.

Advisering en consulatie

3

I ALGEMEEN DEEL

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen en de kadasters op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kadasterwet BES). Graag willen zij de regering daarover enkele vragen stellen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Kadasterwet BES. Deze leden zijn van mening dat een goed functionerend Kadaster voor Caribisch Nederland van groot belang is, zowel in juridisch als in economisch opzicht. Zij onderschrijven het uitgangspunt van de regering dat Caribisch Nederland zoveel mogelijk voordeel heeft van de voorliggende wetgeving, met daarbij zo weinig mogelijk implementatielasten door inhoudelijke wijzigingen van de regelgeving. Graag stellen de leden van de CDA-fractie de regering nog enkele vragen.

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering stelt dat reeds in 2011 werd geconstateerd dat de eilanden er baat bij zouden hebben als de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna: de Dienst) de verantwoordelijkheid voor de kadastrale functie op zich zou nemen. Kan de regering aangeven op basis waarvan deze constatering in 2011 is gedaan? De regering stelt dat het besluit om de Kadasters onder verantwoordelijkheid van de Dienst te brengen in 2011 is genomen. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven waarom het voorliggende wetsvoorstel na dat besluit nog zeven jaar op zich heeft laten wachten.

2. Uitgangspunten wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie lezen dat ervoor is gekozen om per eiland een vestiging aan te houden met eigen openbare registers. Er zijn ook registraties voor schepen en luchtvaartuigen. Privéschepen kunnen worden teboekgesteld bij een Kadaster in een openbaar lichaam, terwijl commerciële schepen voor teboekstelling op de Dienst zijn aangewezen. Welke taak krijgt de Dienst daarmee? Betekent dit dat de Dienst straks een apart register voor de BES-eilanden beheert? De leden van de VVD-fractie krijgen graag een nadere verduidelijking.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering stelt dat daar waar op dit moment nog niet wordt voldaan aan bepalingen in het wetsvoorstel, het de verantwoordelijkheid van de Dienst is om verbeteringen aan te brengen, zodat op termijn aan de beoogde situatie zal worden voldaan. Op welke bepalingen in het wetsvoorstel heeft dit betrekking, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

3. De huidige stand van zaken met betrekking tot de Kadasters en de na te streven toekomstige ontwikkelingen

De leden van de CDA-fractie lezen dat het voorliggende wetsvoorstel de mogelijkheid schept om de dienstverlening op termijn verder te professionaliseren, onder andere door verdere digitalisering. Kan de regering aangeven welke stappen nog gezet moeten worden om de kadastrale functie op de eilanden op orde te brengen en welke prioriteiten daarin worden aangebracht? Kan de regering hierbij ook aangeven wat de verschillen tussen de eilanden zijn in de ontwikkeling van de kadasterfunctie en in hoeverre dit – ook in financiële zin – in de nabije toekomst een rol zal spelen bij de invoering van deze Wet?

De leden van de CDA-fractie lezen dat volledige digitalisering van de openbare registers een geautomatiseerde kadastrale registratie en online ontsluiting van de essentialia het uiteindelijke doel zijn van de Kadasters op de eilanden. Deze leden constateren dat de stichting die op dit moment de kadasterfunctie uitvoert, op structurele wijze samenwerkt met de Dienst in Nederland. Op grond daarvan gaan de leden van de CDA-fractie ervan uit dat de Dienst inzicht heeft in de huidige stand van zaken en reeds een plan van aanpak heeft opgesteld. Kan de regering aangeven wat voor elk van de eilanden de planning in de tijd is voor het doorlopen van het geschetste ontwikkelpad?

De regering stelt dat voor gebruikers van de Kadasters als belangrijk voordeel van het onderhavige wetsvoorstel geldt dat verdere automatisering en digitalisering zal leiden tot verbetering van de dienstverlening, bijvoorbeeld door snellere informatieverstrekking. Wanneer zullen burgers en bedrijven in Caribisch Nederland de vruchten kunnen plukken van de overdracht van de kadastrale functie, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

4. Uitvoering en budgettaire gevolgen van het wetvoorstel

De leden van de VVD-fractie lezen dat in de lijn der verwachting ligt dat in het verband met het schaalvoordeel lagere tarieven in rekening kunnen worden gebracht. Kan worden aangeven in welke mate er sprake zal zijn van lagere tarieven? In paragraaf 8 van de memorie van toelichting wordt verder ingegaan op de tarieven. Daar staat: «In het geval dat voor één of meer van de eilanden gekozen wordt voor een tariefstijging, betekent dat een kostenverhoging voor burgers en bedrijven». De leden van de VVD-fractie vragen hoe zij dat moeten lezen. Betekent een tariefstijging op één van de eilanden automatisch een tariefstijging op de andere twee eilanden? Kostendekkende tarieven zijn niet goed mogelijk voor Sint Eustatius en Saba. Waar komen de kosten dan te liggen? Bij de Dienst voor het Kadaster of bij de andere eilanden? Graag krijgen deze leden een reactie van de regering.

De leden van de VVD-fractie constateren dat wordt aangegeven dat de kosten voor de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba zullen dalen, maar dat de kosten voor de gebruikers zullen stijgen. Hoe verhoudt dit zich tot de intentie om de kosten voor de inwoners te beperken? Wat betekent een en ander voor de inwoners van deze eilanden, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Naar de leden van de CDA-fractie begrijpen, zal onder de nieuwe wet een uniforme wijze van het innen van de kosten tot stand komen. Om welke soorten kosten gaat het, komen die in de nieuwe situatie geheel voor rekening van de gebruikers en op welke wijze zullen deze geïnd worden? Waarom wordt ervoor gekozen in de nieuwe situatie tarieven door de openbare lichamen te laten doorberekenen aan de gebruikers in plaats van door het Kadaster zelf? Leidt dit niet tot extra administratieve lasten voor de overheid op de BES-eilanden, zo vragen deze leden.

5. Advisering en consulatie

Sint Eustatius en Saba zijn positief over het wetsvoorstel, terwijl Bonaire kritisch is. De reactie van Bonaire dateert van 31 oktober 2017. Hoe staat Bonaire er anno 2019 in? Zijn er naar aanleiding van de consultaties en het negatieve advies van het bestuurscollege Bonaire alternatieven onderzocht? Zo ja, welke? Het lijkt er nu namelijk op dat Bonaire zich heeft te schikken naar de Dienst die tariefgefinancierd is. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

De regering stelt tevens dat een Kadaster wordt gekenmerkt door een beleidsneutrale uitvoering van zijn taken. Wil de regering daarmee zeggen dat het politieke karakter van de verandering beperkt is? Waar blijkt dat uit? Op de eilanden is grond altijd «politiek», zo menen de leden van de VVD-fractie. Gaarne krijgen zij een reactie van de regering.

De voorzitter van de commissie, Paternotte

De adjunct-griffier van de commissie, De Vos

Naar boven