De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng
is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van artikel 83bis van het op 7 december
1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
(hierna: het wetsvoorstel).
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben
nog enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van
het wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie merken op dat artikel 83bis van het Verdrag van Chicago
al in 1981 voor het Koninkrijk der Nederlanden werd geratificeerd, maar dat aanpassing
van de nationale regelgeving toentertijd onnodig werd geacht. Om welke redenen wordt
dit nu wel nodig geacht? Is er eerder aanleiding geweest om deze regelgeving op te
nemen in de Nederlandse wet? Zo ja, wat was deze aanleiding en waarom is er toen besloten
het niet te doen?
De leden van de CDA-fractie vragen of aangegeven kan worden wat de gevolgen van deze
wetswijziging zouden kunnen zijn in relatie tot de mogelijke Brexit. Ook zien zij
graag de relatie met betrekking tot Gibraltar nader geduid.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag hoeveel vliegtuigen door Nederlandse bedrijven
worden geleased dan wel in leaseverband worden verstrekt. Graag vernemen zij welke
bedrijven het betreft en in welke omvang dit plaatsvindt.
De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel in lijn is met EU-beleid
en -regelgeving. Daarom vernemen zij graag wanneer Nederland voor notificatie aan
de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie zorg zal dragen.
Toezicht, handhaving en uitvoering
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie pleiten voor een krimp van het aantal
vluchten. Alle signalen staan immers op rood voor de luchtvaartsector. Klimaat, veiligheid
en leefomgeving vragen alle om een serieuze vermindering van het aantal vluchten.
In welke mate brengt het voorliggende wetsvoorstel de onvermijdelijke krimp van de
luchtvaart een stap dichterbij? Indien dat niet het geval is, waarom is deze gelegenheid
niet aangegrepen om de krimp van de luchtvaart te faciliteren?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen wat deze wetswijziging in de
praktijk voor de Nederlandse situatie betekent. Kan de regering bij benadering aangeven
hoeveel in het buitenland geregistreerde vliegtuigen er voortaan onder Nederlands
toezicht zullen vallen? Welke gevolgen heeft dit voor het aantal fte dat de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) nodig heeft om dit toezicht uit te voeren?
En andersom, kan de regering bij benadering aangeven hoeveel in Nederland geregistreerde
vliegtuigen er voortaan onder buitenlands toezicht zullen vallen? In welke mate bestaan
er verschillen in toezicht tussen de ILT en buitenlandse toezichthouders? Kan de regering
dat toelichten?
Kan de regering uitsluiten dat er, als gevolg van deze wetswijziging, in de toekomst
met lagere normen op het gebied van de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof, overige
schadelijke stoffen en geluid zal worden gewerkt voor vliegtuigen die in Nederland
actief zijn? Welke verschillen bestaan er tussen Nederland en andere landen op het
gebied van normen en regels met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof,
overige schadelijke stoffen en geluid door vliegtuigen? Kan de regering een internationaal
vergelijkend overzicht verschaffen? Kan de regering uitsluiten dat er, als gevolg
van deze wetswijziging, ruimte ontstaat om regelgeving te ontduiken of fiscale voordelen
te benutten, zowel in Nederland als in het buitenland? Kan de regering dat toelichten?
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman