35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen)

B BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2019

Tijdens de plenaire behandeling van het voorstel van rijkswet houdende voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) heeft de Tweede Kamer op 4 juli jl. het gewijzigd amendement Thijsen c.s., over een nieuwe Afdeling Koninkrijksgeschillen binnen de Raad van State aangenomen (Kamerstukken II 2018/19, 35 099 (R2114), nr. 25). Gezien de institutionele gevolgen van deze wijziging voor de Raad van State, heb ik op 12 juli jl., mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de vice-president van de Raad van State over dit amendement geconsulteerd. Bijgaand doe ik u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de reactie van de vice-president1 op deze consultatie toekomen. Bij de verdere behandeling van het voornoemde voorstel van rijkswet zal de Staatssecretaris u op de hoogte stellen van het standpunt van de Rijksministerraad ten aanzien van de reactie van de vice-president.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 165619.

Naar boven