35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen)

G BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 15 januari 2021

De leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben kennisgenomen van uw brief van 5 januari 2021 waarin u reageert op het rappel inzake toezending van de memorie van antwoord betreffende het voorstel van rijkswet Koninkrijksgeschillen.

De commissie spreekt nadrukkelijk de wens uit om het wetsvoorstel plenair te behandelen voor de Tweede Kamerverkiezingen van woensdag 17 maart 2021. Ook hecht zij eraan de behandeling van het Rijkswetsvoorstel in de commissie zorgvuldig te kunnen afronden, waartoe nog weinig tijd rest tot de verkiezingen.

Zij verzoekt u daarom de memorie van antwoord onverwijld aan de Kamer te doen toekomen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wordt zij graag per ommegaande uitvoeriger geïnformeerd over de redenen waarom zulks niet mogelijk is en wat ertoe leidt dat de vragen vanuit de commissie op dit moment niet kunnen worden beantwoord.

Voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties P. Rosenmöller

Naar boven