Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35095-VIII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 35095-VIII nr. 2 |
Wetsartikel 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
1. |
Leeswijzer |
2 |
|
2. |
Het beleid |
3 |
|
2.1 |
Overboekingen |
3 |
|
2.2 |
Overzicht belangrijkste mutaties |
3 |
|
2.3 |
Beleidsartikelen |
6 |
|
2.4 |
Niet-beleidsartikelen |
29 |
|
2.5 |
Agentschap |
31 |
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2018. De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media is verantwoordelijk voor artikel 1 Primair onderwijs, Artikel 3 Voortgezet onderwijs, Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid en Artikel 15 Media. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte III.
In paragraaf 2 «Het beleid» wordt een toelichting gegeven op overboekingen als gevolg van een nieuwe verdeelsleutel voor de kosten van DUO (paragraaf 2.1) en de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel (paragraaf 2.2). Vervolgens wordt inzicht gegeven in de begrotingsmutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (respectievelijk paragraaf 2.3 en 2.4). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1.000 |
10 |
20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
Met het oog op het budgetrecht worden uitvoeringsmutaties zoveel mogelijk in de tweede suppletoire begroting verwerkt. Er doen zich in de laatste maanden van het jaar echter ook nog mutaties voor, met name in de (garantie)verplichtingen. De Tweede Kamer wordt hierover in een aparte brief geïnformeerd en mutaties worden bij Slotwet verwerkt.
Het onderzoeksbureau Panteia heeft een beleidsdoorlichting van de WTOS uitgevoerd. Uit dit onderzoek bleek dat de uitvoeringskosten bij DUO niet juist gealloceerd waren op de begroting van de betrokken beleidsartikelen. Naar aanleiding van het Panteia onderzoek heeft vervolgens een analyse plaatsgevonden op de allocatie van de budgetten voor het prestatiecontract van DUO. Dit heeft geleid tot een herverdeling van de kosten, die een realistische weergave biedt van de kosten per beleidsartikel voor de uitvoering van het prestatiecontract DUO. Deze herverdeling zorgt in deze suppletoire begrotingswet voor budget-neutrale herverdeling tussen de verschillende artikelen.
Artikelnr. |
Uitgaven |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2018 |
40.383.779 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
41.746.099 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Amendement |
11 |
19.500 |
2) |
Mee- en tegenvallers |
diverse |
36.464 |
3) |
Kasschuiven |
diverse |
823.906 |
5) |
Overlopende verplichtingen |
diverse |
– 7.399 |
6) |
Niet kaderrelevante mutaties |
11,12 |
– 148.000 |
7) |
Desalderingen |
diverse |
11.215 |
8) |
Overige mutaties |
diverse |
– 703 |
Stand 2e suppletoire begroting 2018 |
42.481.082 |
Toelichting op de belangrijkste uitgavenmutaties
1) Amendement Van den Hul
Het amendement Van den Hul op de begroting 2019 draait de korting op de subsidieregeling praktijkleren in 2019 terug. Ter dekking wordt het budget voor OV-bedrijven in 2019 met € 19,5 miljoen verlaagd. Om te voorkomen dat dit ertoe leidt dat OV-bedrijven worden gekort, wordt de OCW-begroting in 2018 met € 19,5 miljoen verhoogd op artikel 11 (Studiefinanciering) zodat er een vooruitbetaling kan worden gedaan aan de OV-bedrijven. De vooruitbetaling van € 19,5 miljoen aan de OV-bedrijven komt bovenop de vooruitbetaling van € 850 miljoen die in de begroting 2019 reeds is geboekt.
2) Mee- en tegenvallers
Dit betreft het saldo van diverse mee- en tegenvallers van € 36,4 miljoen. De belangrijkste worden hier toegelicht.
• De grootste meevaller komt van de gewichtenregeling bij artikel 1 (Primair onderwijs). Scholen ontvangen door deze regeling een hogere bekostiging als zij meer leerlingen hebben met laagopgeleide ouders. Dit jaar vielen de uitgaven aan deze regeling € 18,5 miljoen lager uit dan verwacht doordat er minder kinderen waren met laagopgeleide ouders dan geraamd.
• Bij de regeling team- en schoolleidersbeurs is er een meevaller van € 5 miljoen door minder aanvragen.
• Er is een meevaller van € 27 miljoen op de studiefinanciering (artikel 11,12 en 13). Dit betreft de optelsom van hogere lesgeldontvangsten, lagere uitgaven aan SF voor de BES-eilanden en lagere uitgaven op de post overige relevante uitgaven vanwege een daling in de kortlopende vorderingen.
• Door onderuitputting op de middelen ter bevordering van doorstroom mbo-hbo, is er een meevaller van € 3,4 miljoen.
• Daarnaast is er € 96 miljoen aan tegenvallers. De grootste tegenvallers doen zich voor bij artikel 11 (Studiefinanciering). Op een aantal posten binnen dit artikel is een wijziging van de boekingsgang van de diploma-omzetting verwerkt. Dit werd bijna altijd per 1 januari gedaan volgend op het afstuderen, maar is in het nieuwe studiefinancieringssysteem voor een aantal groepen studenten aangepast zodat dit meteen na afstuderen gebeurt en de student weet welk deel van de studiefinanciering in gift wordt omgezet. Dit vergroot de begrijpelijkheid van het stelsel en voorkomt mogelijk vragen. Het betreft hier studenten die al aan het terugbetalen zijn, studenten die bijna moeten beginnen met terugbetalen en studenten waarvan de diplomatermijn binnen een jaar verstrijkt of al verstreken is. Deze wijziging resulteert in een verschuiving van niet-relevante uitgaven naar relevante uitgaven in 2018 die € 66,0 miljoen hoger is dan geraamd. Van te voren was lastig in te schatten om hoeveel studenten het precies ging en welke bedragen daarbij hoorden. Daarnaast is er bij artikel 11 (Studiefinanciering) sprake van een hoger bedrag aan toekenningen van de basisbeurs (€ 5 miljoen), meer OV-abonnementen aan mbo bol-studenten (€ 5 miljoen), en een tegenvaller op kortlopende vorderingen (€ 20 miljoen).
• DUO heeft een tegenvaller op zijn begroting. Deze tegenvaller is het gevolg van extra beheer en onderhoud aan ICT-systemen (onder andere door de overstap naar het nieuwe ICT-systeem PVS) en tegenvallers in de personele uitgaven (bijvoorbeeld om de dienstverlening aan studenten op peil te houden). Om te voorkomen dat DUO een negatief eigen vermogen ontwikkelt, wordt voor 2018 de bijdrage aan het agentschap DUO vanuit OCW met € 12,8 miljoen verhoogd. De genoemde problematiek is deels structureel van aard, zoals extra kosten voor noodzakelijk onderhoud en vervanging van verouderde ICT-systemen en voor compliance. De problematiek wordt nader in beeld gebracht en bij Voorjaarsnota 2019 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de omvang en dekking van de structurele problematiek.
3) Kasschuiven
De belangrijkste kasschuif betreft een vooruitbetaling van € 850 miljoen aan OV-bedrijven voor het studentenreisproduct. Dit betreft een bevoorschotting van betalingen uit latere jaren. Contractueel is vastgelegd dat OCW de vergoeding voor de OV-studentenkaart uiterlijk medio januari van het betreffende jaar aan de vervoerbedrijven betaalt. Door de betaling aan de vervoerbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar te doen, kan zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven een bijdrage worden geleverd aan de optimalisering van de kasritmes van de staat over de jaren heen.
Artikel 15 (Media) heeft door tegenvallende STER-inkomsten te maken met een tegenvaller van € 16,6 miljoen. Deze tegenvaller wordt gecompenseerd uit de Algemene Mediareserve (AMR). Aangezien de AMR hiervoor niet toereikend is, wordt deze aangevuld door een kasschuif uit te voeren waardoor € 15 miljoen aan de AMR wordt toegevoegd in 2018. Bij komende voorjaarsnota wordt een even groot bedrag weer in mindering gebracht op de uitgaven van artikel 15.
4) Overlopende verplichtingen
Er staan voor € 7,4 miljoen aan verplichtingen die overlopen naar 2019. De belangrijkste worden hier toegelicht.
• Een overlopende verplichting van € 4,8 miljoen vindt plaats bij het bestedingsplan huisvesting in Caribisch Nederland. Op een aantal huisvestingsprojecten is door bestuurlijke omstandigheden op de eilanden vertraging in de uitvoering ontstaan. Voor deze projecten zijn wel al juridische verplichtingen aangegaan. Ook heeft een aantal herstelwerkzaamheden na de orkaan Irma vertraging opgelopen.
5) Niet-kaderrelevante mutaties
• Er is € 175 miljoen minder aan prestatiebeurs omgezet naar een lening dan verwacht.
• De niet-kaderrelevante uitgaven voor de basisbeurs zijn naar beneden bijgesteld met € 10 miljoen.
6) Desalderingen
• Het budget van artikel 1 (Primair Onderwijs) wordt voor € 26,0 miljoen verhoogd voor de desaldering van «negatief getoetsten». Dit betreft de terugstorting aan het Participatiefonds van de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten.
• Bij artikel 15 (Media) wordt er 16,6 miljoen onttrokken aan de Algemene Media Reserve om te compenseren voor de tegenvallende reclameopbrengsten.
Toelichting op de belangrijkste ontvangstenmutaties
Artikelnr. |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2018 |
1.380.627 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 2018 |
1.316.700 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Meerontvangsten |
diverse |
49.065 |
2) |
Autonome raming studiefinanciering |
11 |
– 20.000 |
3) |
Desalderingen |
diverse |
11.215 |
Stand 2e suppletoire begroting 2018 |
1.356.980 |
1) Mee- en tegenvallers
• Door verscherpte controles op de gewichtenregeling bij artikel 1 (Primair onderwijs) is er € 24 miljoen meer teruggevorderd dan verwacht.
• Daarnaast is er bij artikel 1 (Primair Onderwijs) € 7 miljoen teruggevorderd aan onterecht uitgekeerde gelden voor fusies.
2) Autonome raming studiefinanciering
• De ontvangsten op kortlopende vorderingen worden met € 20,0 miljoen naar beneden bijgesteld. De reden hiervoor is dat in mei het PVS-systeem in werking trad. Hierdoor is de post achterstallig lager recht (ALR) een stuk lager. Dit heeft tot gevolg dat daarmee de verwachte ontvangsten op de kortlopende vorderingen lager worden.
3) Desalderingen
• Het budget van primair onderwijs wordt voor € 26,0 miljoen verhoogd voor de desaldering van «negatief getoetsten». Dit betreft de terug storting aan het Participatiefonds van de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten.
• Het budget voor artikel 15 (Media) wordt met € 16,6 miljoen verlaagd vanwege de tegenvallende reclameopbrengsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
10.505.757 |
10.603.457 |
10.875.986 |
268.626 |
6.602 |
11.151.214 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
1.174 |
– 672 |
10.447 |
10.949 |
||||
Uitgaven |
10.505.757 |
10.603.457 |
10.874.767 |
269.298 |
– 3.845 |
11.140.220 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
||||||
Bekostiging |
9.990.506 |
10.088.706 |
10.374.078 |
272.119 |
– 31.585 |
10.614.612 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.688.072 |
9.786.272 |
10.074.644 |
272.119 |
– 47.114 |
10.299.649 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.672.842 |
9.771.042 |
10.060.314 |
272.119 |
– 47.569 |
10.284.864 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
15.230 |
15.230 |
14.330 |
0 |
455 |
14.785 |
|
• |
Prestatiebox |
282.234 |
282.234 |
282.234 |
0 |
16.829 |
299.063 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
20.200 |
20.200 |
17.200 |
0 |
– 1.300 |
15.900 |
|
– |
Overig |
20.200 |
20.200 |
17.200 |
0 |
– 1.300 |
15.900 |
|
Subsidies |
93.584 |
93.584 |
91.137 |
– 703 |
– 264 |
90.170 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.000 |
23.000 |
23.000 |
200 |
0 |
23.200 |
|
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
10.394 |
10.394 |
13.394 |
612 |
0 |
14.006 |
|
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
11.630 |
11.630 |
11.630 |
0 |
0 |
11.630 |
|
– |
Overig |
48.560 |
48.560 |
43.113 |
– 1.515 |
– 264 |
41.334 |
|
Opdrachten |
12.053 |
11.553 |
7.822 |
– 1.623 |
– 1.015 |
5.184 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
23.912 |
23.912 |
27.137 |
– 195 |
3.033 |
29.975 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
23.912 |
23.912 |
27.137 |
– 195 |
3.033 |
29.975 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
7.565 |
7.565 |
7.734 |
0 |
25.986 |
33.720 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds |
5.062 |
5.062 |
5.231 |
0 |
25.986 |
31.217 |
|
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
UWV |
2.503 |
2.503 |
2.503 |
0 |
0 |
2.503 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
366.750 |
366.750 |
366.751 |
– 300 |
0 |
366.451 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
361.750 |
277.402 |
277.403 |
84.264 |
0 |
361.667 |
|
– |
Aanvulling GOA convenant G37 |
0 |
84.348 |
84.348 |
– 84.264 |
0 |
84 |
|
– |
Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers kleine gemeenten |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
– 300 |
0 |
4.700 |
|
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken |
11.387 |
11.387 |
108 |
– 1 |
– 107 |
0 |
||
– |
Brede Scholen |
11.387 |
11.387 |
108 |
– 1 |
– 107 |
0 |
|
Bijdrage aan sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
1 |
107 |
108 |
||
– |
Brede Scholen |
0 |
0 |
0 |
1 |
107 |
108 |
|
Ontvangsten |
17.661 |
17.661 |
17.661 |
0 |
60.186 |
77.847 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 275,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door de garantieverplichtingen (€ 9,8 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 240,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt vooral veroorzaakt door de saldering van:
• de modernisering CAO primair onderwijs (€ 270,0 miljoen);
• de incidentele meevaller op de bekostiging als gevolg van het minder uitkeren van gewichtenmiddelen door een lager aantal achterstandsleerlingen (€ 18,5 miljoen);
• de externe overboeking aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) (€ 9,3 miljoen). Door een dalend aantal plaatsen in justitiële jeugdinrichtingen dalen ook de kosten voor onderwijs. De teveel ontvangen bijdrage wordt terugbetaald aan DJI.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo € 2,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget wordt per saldo met € 26,0 miljoen verhoogd voor de desaldering van «negatief getoetsten». Dit betreft de terugstorting aan het Participatiefonds van de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten.
Ontvangsten
Het budget wordt per saldo met € 60,2 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
• de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten (€ 26,0 miljoen);
• de meer dan geraamde ontvangsten door terugvordering van gewichtenmiddelen op basis van controle op rechtmatigheid (€ 23,8 miljoen);
• overige meer dan geraamde diverse ontvangsten (€ 10,4 miljoen). Deze bestaan voor het grootste deel uit ontvangsten door terugvordering van onterecht ontvangen fusiegelden. Uit controle bleek dat het fusies betreft waarbij geen enkele leerling van de opgeheven school naar de fusieschool is gegaan (€ 6,8 miljoen).
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
8.350.551 |
8.350.551 |
8.861.759 |
– 6.836 |
65.660 |
8.920.583 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
7.082 |
– 2760 |
49.842 |
54.164 |
||||
Uitgaven |
8.460.939 |
8.460.939 |
8.715.183 |
– 2.122 |
15.818 |
8.728.879 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
||||||
Bekostiging |
8.315.829 |
8.315.829 |
8.542.763 |
– 2.173 |
6.382 |
8.546.972 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
7.816.749 |
7.816.749 |
8.058.809 |
– 2.173 |
15.196 |
8.071.832 |
|
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
7.172.972 |
7.172.972 |
7.335.442 |
– 2.173 |
17.257 |
7.350.526 |
|
– |
Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro |
628.137 |
628.137 |
705.913 |
0 |
0 |
705.913 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
15.640 |
15.640 |
17.454 |
0 |
– 2.061 |
15.393 |
|
• |
Prestatiebox |
304.881 |
304.881 |
290.381 |
0 |
0 |
290.381 |
|
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
304.881 |
304.881 |
290.381 |
0 |
0 |
290.381 |
|
• |
Aanvullende bekosting |
194.199 |
194.199 |
193.573 |
0 |
– 8.814 |
184.759 |
|
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
3.940 |
3.940 |
4.680 |
0 |
0 |
4.680 |
|
– |
Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers |
111.325 |
111.325 |
110.393 |
0 |
– 8.814 |
101.579 |
|
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.584 |
61.584 |
61.400 |
0 |
0 |
61.400 |
|
– |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv voor vo-scholen |
17.100 |
17.100 |
17.100 |
0 |
0 |
17.100 |
|
Subsidies |
54.995 |
54.995 |
71.716 |
515 |
– 7.559 |
64.672 |
||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, MBO |
12.240 |
12.240 |
12.240 |
0 |
20 |
12.260 |
|
– |
ICT-projecten (incl. transparantie) |
5.000 |
5.000 |
4.800 |
0 |
0 |
4.800 |
|
– |
Onderwijs Bewijs |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Pilots zomerscholen |
0 |
0 |
8.150 |
0 |
0 |
8.150 |
|
– |
Overige projecten |
37.755 |
37.755 |
46.526 |
515 |
– 7.579 |
39.462 |
|
Opdrachten |
5.054 |
5.054 |
7.556 |
– 464 |
– 883 |
6.209 |
||
– |
In- en uitbesteding |
5.054 |
5.054 |
7.556 |
– 464 |
– 883 |
6.209 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
31.752 |
31.752 |
37.476 |
0 |
17.290 |
54.766 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
31.752 |
31.752 |
37.476 |
0 |
17.290 |
54.766 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
53.202 |
53.202 |
55.392 |
0 |
588 |
55.980 |
||
– |
ZBO: College voor Examens |
5.400 |
5.400 |
11.656 |
0 |
0 |
11.656 |
|
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/MBO (incl. examens) |
47.802 |
47.802 |
43.736 |
0 |
588 |
44.324 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
107 |
107 |
280 |
0 |
0 |
280 |
||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
107 |
107 |
280 |
0 |
280 |
||
Garantie-uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Garantie-uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
7.391 |
7.391 |
7.391 |
0 |
1.300 |
8.691 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 58,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door de garantieverplichtingen (€ 47,1 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdragen aan agentschappen
Het budget wordt per saldo met € 17,3 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
4.449.579 |
4.449.579 |
4.674.673 |
88.697 |
– 218.585 |
4.544.785 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
26.643 |
106.564 |
||||||
Uitgaven |
4.496.879 |
4.496.879 |
4.626.535 |
4.205 |
– 23.981 |
4.606.759 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,7% |
100% |
||||||
Bekostiging |
4.045.594 |
4.045.594 |
4.168.422 |
– 1.598 |
– 11.960 |
4.154.864 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.506.738 |
3.506.738 |
3.610.177 |
– 2.636 |
– 564 |
3.606.977 |
|
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.437.190 |
3.437.190 |
3.538.337 |
– 2.636 |
1.969 |
3.537.670 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
7.094 |
7.094 |
7.938 |
0 |
– 2.533 |
5.405 |
|
– |
Bekostiging vavo |
62.454 |
62.454 |
63.902 |
0 |
0 |
63.902 |
|
• |
Kwaliteitsafspraken |
400.000 |
400.000 |
411.602 |
– 861 |
– 10.700 |
400.041 |
|
– |
Investeringsbudget |
196.500 |
196.500 |
208.102 |
– 696 |
– 11.000 |
196.406 |
|
– |
Resultaatafhankelijk budget |
203.500 |
203.500 |
203.500 |
– 165 |
300 |
203.635 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
138.856 |
138.856 |
146.643 |
1.899 |
– 696 |
147.846 |
|
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
15.000 |
15.000 |
15.000 |
0 |
0 |
15.000 |
|
– |
Regionaal Investeringsfonds |
25.861 |
25.861 |
20.771 |
0 |
2.100 |
22.871 |
|
– |
Salarismix Randstadregio's |
45.595 |
45.595 |
45.597 |
1.996 |
0 |
47.593 |
|
– |
Regionaal programma |
30.400 |
30.400 |
30.400 |
0 |
30.400 |
||
– |
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programmagelden regio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Tegemoetkoming schoolkosten MBO |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
– 12 |
0 |
9.988 |
|
– |
Gelijke kansen |
12.000 |
12.000 |
24.875 |
– 85 |
– 2.796 |
21.994 |
|
Subsidies |
229.971 |
229.971 |
243.563 |
4.644 |
– 943 |
247.264 |
||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
196.500 |
196.500 |
201.524 |
0 |
201.524 |
||
– |
Permanent leren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal |
12.010 |
12.010 |
21.270 |
1.525 |
672 |
23.467 |
|
– |
Loopbaanorientatie |
1.700 |
1.700 |
2.753 |
0 |
0 |
2.753 |
|
– |
ROC Leiden |
525 |
525 |
525 |
0 |
0 |
525 |
|
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overige subsidies |
19.236 |
19.236 |
17.491 |
3.119 |
– 1.615 |
18.995 |
|
Opdrachten |
2.314 |
2.314 |
3.473 |
772 |
6.158 |
10.403 |
||
– |
In- en uitbesteding |
2.314 |
2.314 |
3.473 |
772 |
340 |
4.585 |
|
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
0 |
5818 |
5.818 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
24.101 |
24.101 |
23.549 |
0 |
– 2.904 |
20.645 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
21.601 |
21.601 |
21.049 |
0 |
– 3.224 |
17.825 |
|
– |
Rijksdienst Ondernemend Nederland |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
0 |
320 |
2.820 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
62.945 |
62.945 |
57.528 |
0 |
– 2.644 |
54.884 |
||
– |
College voor Toetsen en Examens |
4.365 |
4.365 |
102 |
0 |
– 102 |
0 |
|
– |
Wet SLOA |
3.604 |
3.604 |
1.172 |
0 |
– 1.172 |
0 |
|
– |
SBB |
54.976 |
54.976 |
56.254 |
0 |
– 1.370 |
54.884 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
131.954 |
131.954 |
130.000 |
387 |
– 11.688 |
118.699 |
||
– |
RMC's |
34.067 |
34.067 |
35.367 |
0 |
– 58 |
35.309 |
|
– |
Educatie |
58.985 |
58.985 |
60.356 |
0 |
0 |
60.356 |
|
– |
Caribisch Nederland |
17.052 |
17.052 |
12.427 |
387 |
– 11.630 |
1.184 |
|
– |
Regionaal Programma |
21.850 |
21.850 |
21.850 |
0 |
0 |
21.850 |
|
Ontvangsten |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
0 |
2.765 |
5.765 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
– De verplichtingen worden met € 129,9 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgaven mutaties wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende mutaties:
• De afgelopen jaren werd het investeringsbudget jaarlijks vooraf verplicht. In 2018 zouden de middelen voor 2019 dan verplicht worden. Vanaf 2019 start een nieuwe tranche kwaliteitsafspraken. De instellingen moeten daarover een kwaliteitsagenda opstellen, die door een onafhankelijke commissie beoordeeld wordt. Als de commissie de agenda goedkeurt, dan worden de middelen voor 2019 in 2019 verplicht en betaald.
• Eerder verstrekte garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan aoc’s zijn nu op artikel 4 opgenomen.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 13,6 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt met name verklaard door de volgende mutaties:
• Deze verlaging wordt onder andere veroorzaakt doordat € 2,6 miljoen overgeboekt wordt naar het instrument overige subsidies voor de bekostiging en transitiekosten voor de mbo-instellingen, die vanaf 1 augustus 2018 het mbo-onderwijs van Edudelta hebben overgenomen.
• Daarnaast is € 9 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet Onderwijs) voor de wachtgelden voor het vo-deel van de aoc’s.
• Bij het onderdeel gelijke kansen is sprake van onderuitputtingop de regeling doorstroom mbo-hbo van € 3,4 miljoen.
• Ook is in het Bestuursakkoord mbo afgesproken dat de aoc’s in 2018 eenmalig € 11 miljoen krijgen en dat deze middelen toegevoegd worden aan het macrobudget van de aoc’s op onderdeel hoofdbekostiging. Het onderdeel investeringsbudget van de Kwaliteitsafspraken wordt hierdoor in 2018 met € 11 miljoen verlaagd.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 3,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt met name verklaard door de volgende mutatie:
• Vanuit de bekostiging voor roc’s/overige regelingen is € 2,6 miljoen overgeboekt ten behoeve van de eerder genoemde budgettaire verwerking van de bekostiging 2018 en de transitiekosten voor Edudelta naar overige subsidies.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 6,9 miljoen verhoogd. Dit kan grotendeels verklaard worden door een overboeking van € 5,8 miljoen van het instrument bijdrage aan medeoverheden. Naar verwachting zal er ten behoeve van Caribisch Nederland voor dit bedrag aan opdrachten gerealiseerd worden.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget wordt per saldo € 2,9 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 2,6 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt met name verklaard doordat de uitgaven lager waren dan geraamd op de onderdelen van SBB en SLOA.
Bijdrage aan medeoverheden
– Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt per saldo met € 11,3 miljoen verlaagd. Dit wordt verklaard door de volgende mutaties:
• Deze verlaging van de beschikbare middelen voor Caribisch Nederland wordt met name verklaard doordat de opdrachten voor € 5,8 miljoen voor Caribisch Nederland onder het instrument opdrachten gerealiseerd worden in plaats van onder het instrument bijdrage aan medeoverheden.
• Daarnaast zijn een aantal projecten en bijbehorende uitgaven vertraagd en naar achteren geschoven. Dit zorgt voor een overlopende verplichting van € 4,8 miljoen. Zie hiervoor ook de toelichting in het algemene deel.
Ontvangsten
Het budget voor ontvangsten wordt met € 2,8 miljoen verhoogd, als gevolg van afrekeningen die betrekking hadden op subsidies en regelingen.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
3.215.709 |
3.215.709 |
3.424.308 |
25.848 |
7.164 |
3.457.320 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 16.488 |
36.652 |
– 3.308 |
16.856 |
||||
Uitgaven |
3.140.498 |
3.140.498 |
3.261.029 |
2.034 |
2.073 |
3.265.136 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,99% |
99,99% |
||||||
Bekostiging |
3.080.297 |
3.080.297 |
3.186.175 |
– 238 |
115 |
3.186.052 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.080.297 |
3.080.297 |
3.186.173 |
– 236 |
115 |
3.186.052 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.989.506 |
2.989.506 |
3.093.655 |
– 4.736 |
2.665 |
3.091.584 |
|
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
73.961 |
73.961 |
75.691 |
4.500 |
0 |
80.191 |
|
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen |
16.830 |
16.830 |
16.827 |
0 |
– 2.550 |
14.277 |
|
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
2 |
– 2 |
0 |
0 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Studievoorschot middelen |
0 |
0 |
2 |
– 2 |
0 |
0 |
|
– |
Profilering en zwaartepuntvorming |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
1.806 |
1.806 |
1.637 |
272 |
270 |
2.179 |
||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overig |
1.806 |
1.806 |
1.637 |
272 |
270 |
2.179 |
|
Bijdragen aan agentschapppen |
14.080 |
14.080 |
14.283 |
2.000 |
– 1.802 |
14.481 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
14.080 |
14.080 |
14.283 |
2.000 |
– 1.802 |
14.481 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
44.315 |
44.315 |
58.934 |
0 |
3.490 |
62.424 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
31.769 |
31.769 |
45.963 |
0 |
3.000 |
48.963 |
|
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
9.026 |
9.026 |
9.238 |
0 |
0 |
9.238 |
|
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
3.520 |
3.520 |
3.733 |
0 |
490 |
4.223 |
|
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
1.213 |
0 |
650 |
1.863 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 33,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 28,9 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2018 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (+ € 33,3 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging (– € 4,4 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdrage aan agentschappen
Het budget wordt per saldo met € 2 miljoen verhoogd vanwege halvering van het collegegeld en vanwege de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor ZBO’S/RWT’s wordt met € 3,5 miljoen verhoogd in verband met:
– een toevoeging (€ 2 miljoen) aan het NWO-budget Praktijkgericht onderzoek hbo vanuit het Ministerie van LNV voor het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen;
– een toevoeging (€ 1 miljoen) aan het NWO-budget Praktijkgericht onderzoek hbo vanuit het Ministerie van IenW voor het programma Praktijkgericht Onderzoek van Afval Naar Grondstof (PRO VANG);
– een toevoeging (€ 0,5 miljoen) aan het budget voor de NVAO voor haar inzet op de uit te voeren planbeoordeling van de kwaliteitsafspraken in het hoger onderwijs.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
4.753.943 |
4.753.943 |
5.088.096 |
2.144 |
– 45.441 |
5.044.799 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 23.694 |
5.711 |
– 17.983 |
|||||
Uitgaven |
4.696.066 |
4.696.066 |
4.859.150 |
1.218 |
– 90 |
4.860.278 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,99% |
99,99% |
||||||
Bekostiging |
4.667.614 |
4.667.614 |
4.828.912 |
685 |
– 25 |
4.829.572 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
4.667.614 |
4.667.614 |
4.828.910 |
687 |
– 25 |
4.829.572 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
2.092.269 |
2.092.269 |
2.195.231 |
219 |
1.297 |
2.196.747 |
|
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.920.983 |
1.920.983 |
1.963.436 |
468 |
– 1.322 |
1.962.582 |
|
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
654.362 |
654.362 |
670.243 |
0 |
0 |
670.243 |
|
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
2 |
– 2 |
0 |
0 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Studievoorschot middelen |
0 |
0 |
2 |
– 2 |
0 |
0 |
|
– |
Profilering en zwaartepuntvorming |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
3.995 |
3.995 |
3.939 |
138 |
– 490 |
3.587 |
||
– |
Open en online onderwijs |
1.600 |
1.600 |
1.576 |
0 |
0 |
1.576 |
|
– |
Overig |
2.395 |
2.395 |
2.363 |
138 |
– 490 |
2.011 |
|
Opdrachten |
1.705 |
1.705 |
1.887 |
253 |
425 |
2.565 |
||
– |
Uitbesteding |
1.705 |
1.705 |
1.887 |
253 |
425 |
2.565 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
22.752 |
22.752 |
24.412 |
142 |
0 |
24.554 |
||
– |
Organisaties conform tabel 6.6 |
22.752 |
22.752 |
24.412 |
142 |
0 |
24.554 |
|
Ontvangsten |
16 |
16 |
16 |
0 |
150 |
166 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven.
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
11.116 |
11.116 |
11.923 |
– 1.962 |
– 285 |
9.676 |
||
Uitgaven |
11.716 |
11.716 |
12.643 |
256 |
– 285 |
12.614 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
96,5% |
99,2% |
||||||
Subsidies |
821 |
821 |
821 |
90 |
– 5 |
906 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
600 |
|||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
196 |
196 |
196 |
– 5 |
191 |
||
– |
overige incidentele subsidies |
25 |
25 |
25 |
90 |
115 |
||
Opdrachten |
210 |
210 |
210 |
0 |
– 200 |
10 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
103 |
103 |
103 |
– 100 |
3 |
||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
107 |
107 |
107 |
– 100 |
7 |
||
– |
EU-voorzitterschap |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
10.259 |
10.259 |
11.101 |
251 |
– 85 |
11.267 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
4 |
– 4 |
0 |
||
– |
Stichting EP-Nuffic |
3.793 |
3.793 |
3.875 |
3.875 |
|||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.764 |
2.764 |
2.799 |
– 56 |
2.743 |
||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
30 |
|||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
– 20 |
0 |
||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
77 |
77 |
|||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
368 |
100 |
468 |
||
– |
DCIC |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
185 |
|||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
2.064 |
2.064 |
2.819 |
255 |
– 85 |
2.989 |
|
– |
EU-programma's en activiteiten |
20 |
20 |
20 |
20 |
40 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
804 |
804 |
904 |
– 44 |
860 |
||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
426 |
426 |
426 |
0 |
5 |
431 |
||
– |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) |
426 |
426 |
426 |
5 |
431 |
||
Bijdragen aan sociale fondsen |
85 |
– 85 |
0 |
|||||
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
85 |
– 85 |
0 |
|||||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
99 |
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 43,3 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 42,2 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2018 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 5,7 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming 2018 als gevolg van een aanpassing van de bekostiging (– € 44,4 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
De mutaties op de diverse instrumenten zijn van geringe omvang en worden derhalve niet inhoudelijk toegelicht.
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
11.116 |
11.116 |
11.923 |
– 1.962 |
– 285 |
9.676 |
||
Uitgaven |
11.716 |
11.716 |
12.643 |
256 |
– 285 |
12.614 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
96,5% |
99,2% |
||||||
Subsidies |
821 |
821 |
821 |
90 |
– 5 |
906 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
600 |
|||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
196 |
196 |
196 |
– 5 |
191 |
||
– |
overige incidentele subsidies |
25 |
25 |
25 |
90 |
115 |
||
Opdrachten |
210 |
210 |
210 |
0 |
– 200 |
10 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
103 |
103 |
103 |
– 100 |
3 |
||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
107 |
107 |
107 |
– 100 |
7 |
||
– |
EU-voorzitterschap |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
10.259 |
10.259 |
11.101 |
251 |
– 85 |
11.267 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
4 |
– 4 |
0 |
||
– |
Stichting EP-Nuffic |
3.793 |
3.793 |
3.875 |
3.875 |
|||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.764 |
2.764 |
2.799 |
– 56 |
2.743 |
||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
30 |
|||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
– 20 |
0 |
||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
77 |
77 |
|||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
368 |
100 |
468 |
||
– |
DCIC |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
185 |
|||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
2.064 |
2.064 |
2.819 |
255 |
– 85 |
2.989 |
|
– |
EU-programma's en activiteiten |
20 |
20 |
20 |
20 |
40 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
804 |
804 |
904 |
– 44 |
860 |
||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
426 |
426 |
426 |
0 |
5 |
431 |
||
– |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) |
426 |
426 |
426 |
5 |
431 |
||
Bijdragen aan sociale fondsen |
85 |
– 85 |
0 |
|||||
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
85 |
– 85 |
0 |
|||||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
99 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,2 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door een bijstelling van het verplichtingritme in de najaarsnota van 2017. Belangrijkste mutatie is de aanpassing van Stichting Nuffic (€ – 2,0 miljoen) en van Stichting Ons Erfdeel (€ – 0,2 miljoen) die in 2017 zijn verplicht en in 2018 worden uitbetaald.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
180.323 |
180.323 |
169.964 |
– 15.373 |
– 4.512 |
150.079 |
||
Uitgaven |
181.159 |
181.159 |
170.800 |
– 15.373 |
– 4.512 |
150.915 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
93,6% |
98,8% |
||||||
Bekostiging |
32.442 |
32.442 |
32.507 |
– 126 |
– 7 |
32.374 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
32.442 |
32.442 |
32.507 |
– 126 |
– 7 |
32.374 |
|
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
32.442 |
32.442 |
32.507 |
– 126 |
– 7 |
32.374 |
|
Subsidies |
135.889 |
135.889 |
124.693 |
– 15.267 |
2.275 |
111.701 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
122.642 |
122.642 |
112.082 |
– 15.004 |
4.000 |
101.078 |
|
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
1.638 |
1.638 |
1.638 |
– 29 |
0 |
1.609 |
|
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Verankering academische opleidingsschool |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
2.945 |
0 |
0 |
2.945 |
|
– |
Promotiebeurs voor leraren |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Projecten professionalisering |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Overige projecten |
6.664 |
6.664 |
6.028 |
– 234 |
– 1.725 |
4.069 |
|
Opdrachten |
7.492 |
7.492 |
7.492 |
20 |
– 3.429 |
4.083 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.492 |
3.492 |
3.492 |
20 |
– 429 |
3.083 |
|
– |
Leraren- en schoolleidersregister |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
– 3.000 |
1.000 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
5.336 |
5.336 |
6.108 |
0 |
– 3.351 |
2.757 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
5.336 |
5.336 |
6.108 |
0 |
– 3.351 |
2.757 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
9.000 |
0 |
0 |
9.000 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De uitgaven en verplichtingen worden met € 19,9 miljoen verlaagd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget wordt per saldo met € 13,0 miljoen verlaagd. De verlaging wordt vooral veroorzaakt door:
• de kasschuif voor de lerarenbeurs ter dekking van de tegenvaller in 2019 (– € 15 miljoen);
• de ophoging van het budget voor de zij-instroom (€ 4 miljoen).
Opdrachten
Het budget wordt per saldo met € 3,4 miljoen verlaagd. Dit wordt vooral veroorzaakt door de overboeking van het budget van het lerarenregister naar de zij-instroom (€ 3 miljoen).
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 3,4 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
5.373.215 |
5.373.215 |
5.519.076 |
847.535 |
– 55.744 |
6.310.867 |
||
Uitgaven |
5.373.215 |
5.373.215 |
5.519.076 |
847.535 |
– 55.744 |
6.310.867 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Inkomensoverdrachten |
2.252.834 |
2.252.834 |
2.290.876 |
850.000 |
109.946 |
3.250.822 |
||
• |
Basisbeurs |
533.880 |
533.880 |
524.363 |
0 |
– 5.033 |
519.330 |
|
– |
Gift (R) |
1.075.269 |
1.075.269 |
1.155.285 |
0 |
38.289 |
1.193.574 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
– 541.389 |
– 541.389 |
– 630.922 |
0 |
– 43.322 |
– 674.244 |
|
• |
Aanvullende beurs |
804.037 |
804.037 |
820.399 |
0 |
– 13.000 |
807.399 |
|
– |
Gift (R) |
618.438 |
618.438 |
638.027 |
0 |
11.157 |
649.184 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
185.599 |
185.599 |
182.372 |
0 |
– 24.157 |
158.215 |
|
• |
Reisvoorziening |
742.473 |
742.473 |
737.120 |
850.000 |
46.021 |
1.633.141 |
|
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
867.313 |
867.313 |
854.565 |
850.000 |
19.500 |
1.724.065 |
|
– |
Gift (R) |
667.203 |
667.203 |
718.836 |
0 |
21.521 |
740.357 |
|
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 792.043 |
– 792.043 |
– 836.281 |
0 |
5.000 |
– 831.281 |
|
• |
Overige uitgaven |
172.444 |
172.444 |
208.994 |
0 |
81.958 |
290.952 |
|
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
79.087 |
79.087 |
105.352 |
0 |
– 15.000 |
90.352 |
|
– |
Caribisch Nederland (R) |
4.031 |
4.031 |
3.671 |
0 |
– 1.521 |
2.150 |
|
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
89.326 |
89.326 |
99.971 |
0 |
98.479 |
198.450 |
|
0 |
||||||||
Leningen |
3.014.916 |
3.014.916 |
3.124.063 |
0 |
– 180.000 |
2.944.063 |
||
– |
Rentedragende lening (NR) |
2.670.455 |
2.670.455 |
2.745.533 |
0 |
– 175.000 |
2.570.533 |
|
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
344.461 |
344.461 |
378.530 |
0 |
– 5.000 |
373.530 |
|
0 |
||||||||
Bijdrage aan agentschappen |
105.465 |
105.465 |
104.137 |
– 2.465 |
14.310 |
115.982 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
105.465 |
105.465 |
104.137 |
– 2.465 |
14.310 |
115.982 |
|
Ontvangsten |
896.901 |
896.901 |
850.274 |
0 |
– 20.000 |
830.274 |
||
– |
Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R) |
107.886 |
107.886 |
96.527 |
0 |
0 |
96.527 |
|
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
81.559 |
81.559 |
81.545 |
0 |
– 20.000 |
61.545 |
|
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
707.458 |
707.458 |
672.202 |
0 |
0 |
672.202 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 791,8 miljoen verlaagd. Bij artikel 11 (Studiefinanciering) zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. De onderstaande toelichting bij de uitgaven geldt dus ook voor de verplichtingen.
Uitgaven
De uitgaven worden overeenkomstig met de verplichtingen € 791,8 miljoen verlaagd.
Inkomensoverdrachten
Op een aantal posten binnen dit instrument is een wijziging van de boekingsgang van de diploma-omzetting verwerkt. Dit werd bijna altijd per 1 januari gedaan volgend op het afstuderen, maar is in het nieuwe studiefinancieringssysteem voor een aantal groepen studenten aangepast zodat dit meteen na afstuderen gebeurt en de student weet welk deel van de studiefinanciering in gift wordt omgezet. Dit vergroot de begrijpelijkheid van het stelsel en voorkomt mogelijke vragen. Het betreft hier studenten die al aan het terugbetalen zijn, studenten die bijna moeten beginnen met terugbetalen en studenten waarvan de diplomatermijn binnen een jaar verstrijkt of al verstreken is. Deze wijziging resulteert in een verschuiving van € 66,0 miljoen meer dan geraamd van niet-relevante uitgaven naar relevante uitgaven in 2018. Van tevoren was lastig in te schatten om hoeveel studenten het precies ging en welke bedragen daarbij hoorden.
• Het budget voor de basisbeurs gift wordt per saldo met € 38,3 miljoen verhoogd. Hiervan is € 5,0 miljoen het gevolg van realisatiegegevens van DUO tot en met juli 2018 waaruit blijkt dat de uitgaven hoger zijn dan geraamd. Het betreft hier voornamelijk de toekenningen in het mbo. De resterende € 33,3 miljoen resulteert uit de hogere omzettingen als gevolg van eerder genoemde boekingswijziging.
• De uitgaven aan de basisbeurs prestatiebeurs worden per saldo met € 43,3 miljoen verlaagd. Hiervan is € 10,0 miljoen het gevolg van realisatiegegevens van DUO tot en met juli 2018 waaruit blijkt dat de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs lager waren dan geraamd. Dit heeft te maken met de tot nu toe gerealiseerde bedragen op de toekenningen. In het mbo bol zijn deze met € 7,0 miljoen en in het ho met € 3,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Het resterende bedrag van € 33,3 miljoen is geboekt als gevolg van de eerder genoemde boekingswijziging.
• De post aanvullende beurs gift is per saldo met € 11,2 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van de eerder genoemde boekingswijziging op de omzettingen.
• De uitgaven aan de aanvullende beurs prestatiebeurs zijn per saldo met € 24,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van lager dan verwachte gerealiseerde bedragen op de toekenningen. In het mbo bol zijn deze met € 5,0 miljoen naar beneden bijgesteld en in het ho met € 8,0 miljoen. Het resterende bedrag van € 11,2 miljoen is geboekt als gevolg van de eerder genoemde boekingswijziging.
• Er vind een vooruitbetaling van € 850 miljoen plaats aan OV-bedrijven voor het studentenreisproduct. Dit betreft een bevoorschotting van betalingen uit latere jaren, die dient om het kasritme van de staat te optimaliseren. Contractueel is vastgelegd dat OCW de vergoeding voor de OV-studentenkaart uiterlijk medio januari van het betreffende jaar aan de vervoerbedrijven betaalt. Door de betaling aan de vervoerbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar te doen, kan zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven een bijdrage worden geleverd aan de optimalisering van de kasritmes van de staat over de jaren heen.
Bovenop de € 850 miljoen komt nog een vooruitbetaling van € 19,5 miljoen. Deze vooruitbetaling dient de uitvoering van het amendement van den Hul om de korting op de subsidieregeling terug te draaien. Ter dekking wordt het budget voor OV-bedrijven in 2019 met € 19,5 miljoen verlaagd. Om te voorkomen dat dit ertoe leidt dat OV-bedrijven worden gekort, wordt de OCW-begroting in 2018 met € 19,5 miljoen verhoogd op dit artikel zodat er een vooruitbetaling kan worden gedaan aan de OV-bedrijven.
• De post reisvoorziening gift is per saldo met € 21,5 miljoen verhoogd. Ook hier geldt dat dit een gevolg is van de eerder genoemde gewijzigde boekingsgang op de omzettingen.
• De post reisvoorziening prestatiebeurs is per saldo met € 5,0 miljoen verhoogd. Er wordt minder reisvoorziening aan mbo bol studenten uitgegeven dan was geraamd. Door het tegenboek-effect (het betreft hier een negatieve post) zorgt dit voor een opwaartse bijstelling.
• De post overige uitgaven relevant is per saldo met € 15,0 miljoen verlaagd. Dit is een gevolg van het nieuwe PVS-systeem. Hierdoor is er minder achterstallig lager recht (ALR) opgeboekt en als gevolg daarvan minder kortlopende vorderingen die als relevante uitgaven worden geboekt.
• De niet-relevante overige uitgaven zijn per saldo met € 98,5 miljoen verhoogd. Hiervan is € 125,0 miljoen het gevolg van de invoering van het nieuwe PVS-systeem: er is nu sprake van één geïntegreerd systeem, waarbij bepaalde boekingsgangen zijn verbeterd. Het betreft hier de niet-relevante boekingsgang van prestatiebeurs naar definitieve rentedragende lening. Deze boekingsgang wordt in het nieuwe systeem pas uitgevoerd als de prestatiebeurs uit de termijn loopt, waar dit voorheen al eerder werd omgezet naar lening. Dit betekent dat er op deze post een hoger bedrag blijft staan aan prestatiebeurzen. Deze worden nu geleidelijk afgeboekt bij het verstrijken van de diplomatermijn. Daarnaast wordt op deze post de niet-relevante reisvoorziening met € 5,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is de tegenboeking van de € 5,0 miljoen op de post reisvoorziening prestatiebeurs. Tot slot ook op deze post een bijstelling naar beneden van € 21,5 miljoen als gevolg van eerder genoemde boekingswijziging.
Leningen
• De niet-relevante rentedragende lening is naar beneden bijgesteld met € 175,0 miljoen. Met de invoering van het nieuwe PVS systeem is er nu sprake van één geïntegreerd systeem, waarbij bepaalde boekingsgangen zijn verbeterd. Het betreft hier de niet-relevante boekingsgang van prestatiebeurs naar definitieve rentedragende lening. Deze boekingsgang wordt in het nieuwe systeem pas uitgevoerd als de prestatiebeurs uit de termijn loopt, waar dit voorheen al eerder werd omgezet naar lening.
• De niet-relevante uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn met € 5,0 miljoen naar boven bijgesteld op grond van de reeds bekende realisaties in 2018.
Bijdragen aan agentschappen
• Het budget voor DUO wordt per saldo met bijna € 14,3 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Ontvangsten
• De ontvangsten op kortlopende vorderingen worden met € 20,0 miljoen naar beneden bijgesteld. De reden hiervoor is dat in mei het PVS-systeem in werking trad. Hierdoor is de post achterstallig lager recht (ALR) een stuk lager. Dit heeft tot gevolg dat daarmee de verwachte ontvangsten op de kortlopende vorderingen lager worden.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
89.501 |
89.501 |
93.701 |
0 |
– 12.509 |
81.192 |
||
Uitgaven |
89.501 |
89.501 |
93.701 |
0 |
– 12.509 |
81.192 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Inkomensoverdrachten |
73.889 |
73.889 |
77.733 |
0 |
1.000 |
78.733 |
||
• |
TS 17- |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
TS 18+ |
5.392 |
5.392 |
5.968 |
0 |
0 |
5.968 |
|
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
3.327 |
3.327 |
3.741 |
0 |
0 |
3.741 |
|
– |
Deeltijd vo (R) |
2.065 |
2.065 |
2.227 |
0 |
0 |
2.227 |
|
• |
VO 18+ |
68.497 |
68.497 |
71.765 |
0 |
0 |
71.765 |
|
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.148 |
6.148 |
6.383 |
0 |
0 |
6.383 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
57.411 |
57.411 |
60.229 |
0 |
0 |
60.229 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.442 |
4.442 |
4.121 |
0 |
0 |
4.121 |
|
– |
STOEB/ALR (NR) |
496 |
496 |
1.032 |
0 |
1.000 |
2.032 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
15.612 |
15.612 |
15.968 |
0 |
– 13.509 |
2.459 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
15.612 |
15.612 |
15.968 |
0 |
– 13.509 |
2.459 |
|
Ontvangsten |
2.415 |
2.415 |
3.685 |
0 |
0 |
3.685 |
||
– |
TS 17- (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
TS 18+ (R) |
85 |
85 |
158 |
0 |
0 |
158 |
|
– |
VO 18+ (R) |
2.330 |
2.330 |
3.527 |
0 |
0 |
3.527 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Bijdragen aan agentschappen
De uitgaven worden met € 13,5 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
6.555 |
6.555 |
6.672 |
0 |
5.446 |
12.118 |
||
Uitgaven |
6.555 |
6.555 |
6.672 |
0 |
5.446 |
12.118 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Bijdrage aan agentschappen |
6.555 |
6.555 |
6.672 |
0 |
5.446 |
12.118 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.555 |
6.555 |
6.672 |
0 |
5.446 |
12.118 |
|
Ontvangsten |
238.269 |
238.269 |
237.689 |
0 |
10.000 |
247.689 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Bijdragen aan agentschappen
De uitgaven worden met ruim € 5,4 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de herverdeling van de DUO-budgetten over de artikelen en een tekort bij DUO, zoals toegelicht in het algemene deel.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 10,0 miljoen verhoogd. Deze bijstelling is gedaan op basis van de reeds gerealiseerde ontvangsten.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
398.142 |
398.142 |
471.440 |
– 17.559 |
45.618 |
499.499 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
– 2.954 |
– 34.461 |
23.106 |
– 14.309 |
||
Uitgaven |
787.883 |
787.883 |
864.135 |
– 2.254 |
– 6.749 |
855.132 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
95,5% |
99,6% |
||||||
Bekostiging |
697.242 |
697.242 |
720.122 |
– 3.019 |
– 5.125 |
711.978 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
411.387 |
411.387 |
433.605 |
– 4.000 |
– 6.427 |
423.178 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
248.881 |
248.881 |
255.610 |
– 8.701 |
– 6.037 |
240.872 |
||
Vierjaarlijkse fondsen |
162.506 |
162.506 |
177.995 |
4.701 |
– 390 |
182.306 |
||
– |
Erfgoedwet |
121.238 |
121.238 |
121.840 |
2.342 |
9.000 |
133.182 |
|
Huisvesting |
81.665 |
81.665 |
81.665 |
1.360 |
9.000 |
92.025 |
||
Beheer en onderhoud collecties |
39.573 |
39.573 |
40.175 |
982 |
0 |
41.157 |
||
– |
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen |
46.099 |
46.099 |
0 |
905 |
– 905 |
0 |
|
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen |
22.629 |
22.629 |
0 |
905 |
– 905 |
0 |
||
Digitale openbare bibliotheek |
12.200 |
12.200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten |
11.270 |
11.270 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Monumentenzorg |
68.469 |
68.469 |
121.209 |
– 900 |
– 2.270 |
118.039 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
24.647 |
24.647 |
24.777 |
509 |
0 |
25.286 |
|
– |
Flankerend beleid huisvesting |
7.902 |
7.902 |
6.573 |
0 |
– 4.523 |
2.050 |
|
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
17.500 |
17.500 |
12.118 |
– 1.875 |
0 |
10.243 |
|
Subsidies |
37.529 |
37.529 |
83.264 |
389 |
– 1.958 |
81.695 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
8.684 |
8.684 |
13.684 |
284 |
0 |
13.968 |
|
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.155 |
7.155 |
9.172 |
0 |
– 128 |
9.044 |
|
– |
Programma leesbevordering |
3.350 |
3.350 |
3.350 |
63 |
0 |
3.413 |
|
– |
Creatieve Industrie |
1.975 |
1.975 |
7.475 |
91 |
– 112 |
7.454 |
|
– |
Erfgoed en ruimte |
3.500 |
3.500 |
3.948 |
– 100 |
– 2.430 |
1.418 |
|
– |
Programma ondernemerschap |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Monumentenzorg |
0 |
0 |
1.499 |
940 |
3.470 |
5.909 |
|
– |
Specifiek cultuurbeleid |
12.865 |
12.865 |
44.136 |
– 889 |
– 2.758 |
40.489 |
|
Opdrachten |
10.079 |
10.079 |
17.007 |
460 |
– 321 |
17.146 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
2.127 |
2.127 |
1.938 |
0 |
0 |
1.938 |
|
– |
Monumentenzorg |
3.717 |
3.717 |
6.796 |
460 |
81 |
7.337 |
|
– |
Archeologie |
865 |
865 |
2.736 |
250 |
– 1.250 |
1.736 |
|
– |
Erfgoed en Ruimte |
2.500 |
2.500 |
2.030 |
– 250 |
903 |
2.683 |
|
– |
Overige opdrachten |
870 |
870 |
3.507 |
0 |
– 55 |
3.452 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
40.307 |
40.307 |
40.958 |
– 84 |
522 |
41.396 |
||
– |
Nationaal Archief |
25.778 |
25.778 |
27.227 |
– 84 |
297 |
27.440 |
|
– |
Nationaal Archief Programma |
14.529 |
14.529 |
13.731 |
225 |
13.956 |
||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
2.726 |
2.726 |
2.784 |
0 |
133 |
2.917 |
||
– |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2.726 |
2.726 |
2.784 |
0 |
133 |
2.917 |
|
Ontvangsten |
494 |
494 |
6.679 |
609 |
0 |
7.288 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 28,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• Verhoging van de garanties voor de indemniteitsregeling (€ 9,1 miljoen) en de achterborg (€ 1,1 miljoen) voor € 23,1 miljoen en leningen voor musea van € 12,9 miljoen.
• Verhoging als gevolg van het meerjarig aangaan van verplichtingen in het kader van het Regeerakkoord voor € 29,3 miljoen, voor scholenbezoek musea (€ 0,8 miljoen), talentontwikkeling jeugdtheater (€ 1,8 miljoen),talentontwikkeling Beeldende Kunst (€ 1,4 miljoen), aanvulling Metropole Orkest (€ 1,5 miljoen), talentontwikkeling fondsen (€ 5,1 miljoen) Volkscultuur (€ 2,0 miljoen), Versterken internationale cultuurprofiel (€ 1,7 miljoen) en archeologie (€ 3 miljoen). Daarnaast is er een meerjarige verplichting voor digitaal Erfgoed van € 11,9 miljoen, die in het regeerakkoord staat genoemd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de Culturele basisinfrastructuur wordt per saldo met € 10,4 miljoen verlaagd om reden van;
• een overboeking naar de huisvesting van de Erfgoedwet voor liquiditeitsbevoorschotting Naturalis voor € 4,5 miljoen;
• een overboeking naar de Monumentenzorg in verband met de verdeling van de prijscompensatie indexering 2018 voor € 2,5 miljoen;
• Een verhoging in verband met interne herschikking uit andere budgetten van de bekostiging voor een bedrag van € 0,6 miljoen.
Het budget voor de huisvesting Erfgoedwet wordt verhoogd met een bedrag van € 11,3 miljoen in verband met extra liquiditeitsbevoorschotting voor de nieuwbouw van Naturalis.
Het budget flankerend beleid huisvesting wordt verlaagd met € 4,5 miljoen voor een overboeking naar de huisvesting van de Erfgoedwet voor liquiditeitsbevoorschotting Naturalis voor € 4,5 miljoen.
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
989.426 |
989.426 |
977.748 |
– 945 |
– 1.600 |
975.203 |
||
Uitgaven |
989.426 |
989.426 |
977.748 |
– 945 |
– 1.600 |
975.203 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Bekostiging |
983.679 |
983.679 |
971.391 |
– 945 |
– 1.600 |
968.846 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
892.605 |
892.605 |
938.400 |
1.930 |
940.330 |
||
Landelijke publieke omroep |
751.870 |
751.870 |
793.913 |
1.930 |
795.843 |
|||
Regionale Omroep |
140.735 |
140.735 |
144.487 |
55 |
144.542 |
|||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
64.453 |
64.453 |
39.254 |
39.254 |
|||
Stichting Omroep Muziek |
16.144 |
16.144 |
16.359 |
16.359 |
||||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
25.730 |
25.730 |
0 |
0 |
||||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
22.579 |
22.579 |
22.895 |
22.895 |
||||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
13.263 |
13.263 |
18.396 |
18.396 |
|||
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek |
2.105 |
2.105 |
7.034 |
7.034 |
||||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
8.113 |
8.113 |
8.274 |
8.274 |
||||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.498 |
1.498 |
1.519 |
1.519 |
||||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.547 |
1.547 |
1.569 |
1.569 |
||||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve |
12.858 |
12.858 |
– 25.129 |
– 1.000 |
– 3.530 |
– 29.659 |
|
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
500 |
470 |
470 |
|||
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Vierjaarlijkse instellingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
Subsidies |
919 |
919 |
649 |
649 |
||||
– |
Subsidies |
919 |
919 |
649 |
649 |
|||
Opdrachten |
0 |
0 |
430 |
430 |
||||
– |
Opdrachten |
0 |
0 |
430 |
430 |
|||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.793 |
4.793 |
5.218 |
5.218 |
||||
– |
Commissariaat voor de Media |
4.793 |
4.793 |
5.218 |
5.218 |
|||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
35 |
60 |
60 |
||||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
60 |
60 |
|||
Ontvangsten |
206.500 |
206.500 |
179.325 |
– 16.600 |
162.725 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,5 miljoen verlaagd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor Bekostiging wordt per saldo met € 2,5 miljoen verlaagd.
• een hogere onttrekking aan de Algemene Mediareserve als gevolg van een lagere raming van de reclameopbrengsten (€ – 16,6 miljoen)
• Een dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 15 miljoen om de tegenvallende reclameopbrengsten op te vangen (zie algemene deel, kasschuiven).
• Een onttrekking aan de Algemene Mediareserve en een even grote ophoging van de bekostiging van de Landelijke Publieke Omroep (LPO) als gevolg van een schikking op de bezwaarprocedure NPO inzake indexering reclamegelden (€ 1,9 miljoen) ten behoeve van LPO.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 16,6 miljoen verlaagd vanwege de gedaalde raming van de reclameopbrengsten.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
1.030.264 |
1.030.264 |
1.227.526 |
1.068 |
12.450 |
1.241.044 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 934 |
– 934 |
||||||
Uitgaven |
1.008.396 |
1.008.396 |
1.205.943 |
668 |
11.924 |
1.218.535 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
100% |
||||||
Bekostiging |
880.871 |
880.871 |
1.084.874 |
740 |
14.905 |
1.100.519 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
629.458 |
629.458 |
801.154 |
– 69.800 |
10.432 |
741.786 |
|
NWO-wet en WHW |
0 |
|||||||
– |
NWO |
494.119 |
494.119 |
618.679 |
– 70000 |
7619 |
556.298 |
|
– |
KNAW |
88.786 |
88.786 |
89.138 |
200 |
308 |
89.646 |
|
– |
KB |
46.553 |
46.553 |
93.337 |
0 |
2505 |
95.842 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
251.413 |
251.413 |
283.720 |
70.540 |
4.473 |
358.733 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
160.885 |
160.885 |
160.885 |
0 |
0 |
160.885 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
0 |
0 |
8.000 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
55.380 |
55.380 |
85.380 |
0 |
0 |
85.380 |
|
– |
Nationaal RG onderwijsonderzoek |
21.501 |
21.501 |
23.808 |
540 |
4473 |
28.821 |
|
– |
Poolonderzoek |
3.147 |
3.147 |
3.147 |
0 |
0 |
3.147 |
|
– |
Caribisch Nederland |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
0 |
0 |
2.500 |
|
– |
NWO NWA |
0 |
0 |
0 |
70.000 |
0 |
70.000 |
|
Subsidies |
26.944 |
26.944 |
25.303 |
– 72 |
– 609 |
24.622 |
||
– |
Stichting NLBIF |
550 |
550 |
550 |
0 |
0 |
550 |
|
– |
Naturalis Biodiversity Center |
6.265 |
6.265 |
6.265 |
0 |
0 |
6.265 |
|
– |
BPRC |
9.608 |
9.608 |
9.608 |
0 |
0 |
9.608 |
|
– |
NCWT/NEMO |
3.366 |
3.366 |
3.366 |
0 |
0 |
3.366 |
|
– |
STT |
221 |
221 |
221 |
0 |
0 |
221 |
|
– |
Stichting AAP |
1.032 |
1.032 |
1.032 |
0 |
0 |
1.032 |
|
– |
Nationale coördinatie |
5.902 |
5.902 |
4.261 |
– 72 |
– 609 |
3.580 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Opdrachten |
304 |
304 |
315 |
0 |
0 |
315 |
||
– |
Opdrachten |
304 |
304 |
315 |
0 |
0 |
315 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
770 |
770 |
944 |
0 |
– 272 |
672 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
279 |
279 |
280 |
0 |
– 280 |
0 |
|
– |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
491 |
491 |
664 |
0 |
8 |
672 |
|
0 |
||||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
99.507 |
99.507 |
94.507 |
0 |
– 2.100 |
92.407 |
||
– |
EMBC |
853 |
853 |
853 |
0 |
66 |
919 |
|
– |
EMBL |
5.198 |
5.198 |
5.198 |
0 |
0 |
5.198 |
|
– |
ESA |
31.065 |
31.065 |
31.065 |
0 |
0 |
31.065 |
|
– |
CERN |
49.800 |
49.800 |
44.800 |
0 |
– 600 |
44.200 |
|
– |
ESO |
10.019 |
10.019 |
10.019 |
0 |
– 1.566 |
8.453 |
|
– |
NTU/INL |
2.572 |
2.572 |
2.572 |
0 |
0 |
2.572 |
|
Ontvangsten |
101 |
101 |
101 |
0 |
0 |
101 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 13,5 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 15,6 miljoen verhoogd in verband met diverse interne en externe overboekingen. Dit betreft onder andere een bedrag van 1,6 miljoen van artikel 14 (Cultuur) aan dit artikel voor de Koninklijke bibliotheek, en enkele thematische programma’s zoals duurzame voedselsystemen bij LNV, schulden en armoede bij SZW, en big data bij VWS en cybersecurity,
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,7 miljoen verlaagd in verband met diverse interne overboekingen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de bijdrage aan agentschappen wordt per saldo met € 0,3 miljoen verlaagd in verband met diverse interne overboekingen.
Bijdrage aan (inter-)natonale organisaties
Het budget voor de bijdrage aan (inter-)nationale organisaties wordt per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd in verband met een lagere contributie aan de ESO en een gunstige wisselkoers van de Zwitserse frank ten opzichte van de euro.
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
5.831 |
5.831 |
5.298 |
– 1.085 |
1.839 |
6.052 |
||
Uitgaven |
15.444 |
15.444 |
15.894 |
– 1.085 |
– 1.834 |
12.975 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
79,4% |
99,7% |
||||||
Bekostiging |
8.000 |
8.000 |
8.270 |
0 |
230 |
8.500 |
||
Kennisinfrastructuur |
8.000 |
8.000 |
8.270 |
0 |
230 |
8.500 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
LHBTI |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
8.000 |
8.000 |
8.270 |
0 |
230 |
8.500 |
|
Subsidies |
3.614 |
3.614 |
3.963 |
0 |
– 334 |
3.629 |
||
Subsidieregeling emancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
LHBTI |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
0 |
|||||||
– |
Vrouwenemancipatie |
678 |
678 |
678 |
0 |
431 |
1.109 |
|
– |
LHBTI |
945 |
945 |
945 |
0 |
– 184 |
761 |
|
Subsidieregeling Gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022 |
1.991 |
1.991 |
2.340 |
0 |
– 581 |
1.759 |
||
Opdrachten |
668 |
668 |
1.155 |
0 |
– 342 |
813 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
LHBTI |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
668 |
668 |
1.155 |
0 |
– 342 |
813 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
132 |
132 |
136 |
0 |
– 133 |
3 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs/DUS-I |
132 |
132 |
136 |
0 |
– 133 |
3 |
|
Bijdrage aan mede-overheden |
3.000 |
3.000 |
2.340 |
– 1.085 |
– 1.255 |
0 |
||
Gemeentefonds BZK |
3.000 |
3.000 |
2.340 |
– 1.085 |
– 1.255 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
LHBTI |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Gender- en LHBTI-gelijkheid |
3.000 |
3.000 |
2.340 |
– 1.085 |
– 1.255 |
0 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
30 |
30 |
30 |
0 |
0 |
30 |
||
– |
LHBTI |
30 |
30 |
30 |
0 |
0 |
30 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 0,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdragen aan medeoverheden
• Het budget wordt per saldo met € 2,3 miljoen verlaagd. Voor actieve gemeenten op het gebied van vrouwen- en LHBT- emancipatiebeleid wordt via een decentralisatie-uitkering budget overgeheveld naar het gemeentefonds. De verantwoordelijkheid voor deze middelen is belegd bij de gemeenten zelf. Een bedrag van € 0,2 miljoen is overgemaakt naar het Gemeentefonds voor 8 gemeenten om het programma economische zelfstandigheid uit te voeren met als doel de economische zelfstandigheid van vrouwen te vergroten door het te stimuleren om stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. Een bedrag van € 0,9 miljoen is overgemaakt voor 36 gemeenten en de 4 grote steden met als de doel de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT (Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelen, Transgenderpersonen) verder te bevorderen. Voor het programma met het doel om de sociale veiligheid van vrouwen in de publieke ruimte te vergroten door gemeenten te stimuleren om stappen te zetten of te continueren op dit onderwerp is € 0,3 miljoen overgemaakt voor de 4 grote steden en 7 gemeenten. Een bedrag van € 0,7 miljoen is verlaagd, omdat er minder aanvragen zijn ingediend voor dit programma dan verwacht. De overige € 0,2 miljoen is overgeboekt naar het instrument bekostiging.
Artikel 91. Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
269.682 |
269.682 |
269.687 |
– 269.687 |
0 |
0 |
||
Uitgaven |
269.682 |
269.682 |
269.682 |
– 269.682 |
0 |
0 |
||
• |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
waarvan programma |
|||||||
– |
waarvan apparaat |
|||||||
• |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
waarvan programma |
|||||||
– |
waarvan apparaat |
|||||||
• |
Nog te verdelen |
269.682 |
269.682 |
269.682 |
– 269.682 |
0 |
0 |
|
– |
waarvan programma |
269.682 |
269.682 |
269.682 |
– 269.682 |
0 |
0 |
|
– |
waarvan apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Nog te verdelen
Het budget voor de post Nader te verdelen wordt per saldo met € 269,7 miljoen verlaagd: na het afsluiten van de nieuwe cao primair onderwijs is € 270,0 miljoen overgeboekt naar artikel 1 Primair onderwijs.
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand na ISB (2) |
Stand 1e suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
|||||||
Verplichtingen |
252.663 |
252.963 |
273.137 |
– 19.014 |
– 3.864 |
250.259 |
||
Uitgaven |
252.663 |
252.963 |
273.141 |
– 19.018 |
– 3.864 |
250.259 |
||
Personele uitgaven |
194.907 |
195.207 |
199.178 |
– 11.387 |
– 648 |
187.143 |
||
Waarvan |
||||||||
– |
eigen personeel |
185.699 |
185.999 |
190.059 |
– 11.615 |
– 648 |
177.796 |
|
– |
externe inhuur |
5.463 |
5.463 |
5.374 |
228 |
– |
5.602 |
|
– |
overige personele uitgaven |
3.745 |
3.745 |
3.745 |
0 |
0 |
3.745 |
|
Materiële uitgaven |
57.756 |
57.756 |
73.963 |
– 7.631 |
– 4.436 |
61.896 |
||
Waarvan |
||||||||
– |
ICT |
20.435 |
20.435 |
26.650 |
– 2.604 |
– 2.744 |
21.302 |
|
– |
bijdrage aan SSO's |
18.952 |
18.952 |
21.527 |
– 4.178 |
0 |
17.349 |
|
– |
overige materiële uitgaven |
18.369 |
18.369 |
25.786 |
– 849 |
– 1.692 |
23.245 |
|
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
1.220 |
1.220 |
|||
Ontvangsten |
567 |
567 |
567 |
0 |
1.220 |
1.787 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2018» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2018» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 12,0 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– Diverse overlopende verplichtingen die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 10,0 miljoen:
• door vertraging van de nieuwe scholingsregeling moet een eerder gemaakte kasschuif van € 7,5 miljoen worden teruggedraaid;
• door budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van € 3,4 miljoen, waarmee het budget meerjarig wordt aangepast aan de actuele verwachtingen;
– Diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 1,4 miljoen;
• Voor de dekking van de eID stelselvoorzieningen is € 2,0 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van BZK.
– Interne overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van totaal € 0,7 miljoen. Dit betreft voornamelijk technische mutaties binnen het totaal van de apparaatskosten van OCW.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– Diverse kasschuiven en overlopende verplichtingen die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 8,1 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
• de vertraging van de verhuizing van de Inspectie van het Onderwijs, waardoor € 1,3 miljoen pas in 2019 zal worden gerealiseerd;
• door vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2018 wordt in totaal € 6,5 miljoen pas in 2019 uitgegeven.
– Diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 2,8 miljoen:
• een overboeking van € 1,6 miljoen voor de bekostiging van de generieke dienstverlening van FMHaaglanden;
• een overboeking van € 0,9 miljoen naar DUS-I voor de uitvoering van de Kaderregeling OCW.
– Interne overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van totaal € 1,3 miljoen. Dit betreft voornamelijk technische mutaties binnen het totaal van de apparaatskosten van OCW.
Begrotingsreserve schatkistbankieren
Het budget voor Begrotingsreserve schatkistbankieren wordt per saldo met € 1,2 miljoen verhoogd. OCW staat garant voor onderwijsinstellingen die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat OCW hierdoor loopt, ontvangt OCW een vergoeding (risicopremie). Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 1,2 miljoen verhoogd. Zie hiervoor de toelichting bij de Begrotingsreserve schatkistbankieren.
2e SUPPLETOIRE BEGROTING BATEN-LASTENAGENTSCHAP DUO 2018
DIENST UITVOERING ONDERWIJS
In deze paragraaf is de 2e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting |
(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd |
|
---|---|---|---|---|---|
Baten |
|||||
Omzet moederdepartement |
215.350 |
10.620 |
44.817 |
270.787 |
|
Omzet overige departementen |
51.000 |
0 |
16.943 |
67.943 |
|
Omzet derden |
7.235 |
0 |
0 |
7.235 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Totaal baten |
273.585 |
10.620 |
61.760 |
345.965 |
|
Lasten |
|||||
Apparaatskosten |
270.585 |
10.620 |
50.391 |
331.596 |
|
– |
Personele kosten |
195.585 |
8.020 |
39.875 |
243.480 |
Waarvan eigen personeel |
142.498 |
2.939 |
4.482 |
149.919 |
|
Waarvan externe inhuur |
46.087 |
5.081 |
33.322 |
84.490 |
|
Waarvan overige personele kosten |
7.000 |
0 |
2.071 |
9.071 |
|
– |
Materiële kosten |
75.000 |
2.600 |
10.516 |
88.116 |
Waarvan apparaat ICT |
20.000 |
0 |
4.212 |
24.212 |
|
Waarvan bijdrage aan SSO’s |
21.000 |
0 |
1.000 |
22.000 |
|
Waarvan overige materiële kosten |
34.000 |
2.600 |
5.304 |
41.904 |
|
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Afschrijvingskosten |
7.000 |
0 |
5.597 |
12.597 |
|
– |
Materieel |
6.000 |
0 |
4.397 |
10.397 |
– waarvan apparaat ICT |
5.500 |
0 |
4.000 |
9.500 |
|
– |
Immaterieel |
1.000 |
0 |
1.200 |
2.200 |
Overige lasten |
0 |
0 |
1.772 |
1.772 |
|
– |
Dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
1.772 |
1.772 |
– |
Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
277.585 |
10.620 |
57.760 |
345.965 |
|
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
– 4.000 |
0 |
4.000 |
0 |
|
Agentschapdeel Vpb lasten |
0 |
0 |
0 |
||
Saldo van baten en lasten |
– 4.000 |
0 |
4.000 |
0 |
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3) Mutaties 2e suppletoire begroting |
(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd |
|
---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2018 |
11.440 |
0 |
0 |
11.440 |
Totaal ontvangen operationele kasstroom (+) |
273.585 |
10.620 |
40.150 |
324.355 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) |
– 263.985 |
– 10.620 |
– 50.391 |
– 324.996 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
9.600 |
0 |
10.241 |
1–641 |
3a |
Totaal investeringen (–/–) |
– 9.600 |
– 16.800 |
– 2.202 |
– 28.602 |
3b |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 9.600 |
– 16.800 |
– 2.202 |
– 28.602 |
4a |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) |
0 |
0 |
0 |
0 |
4b |
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
0 |
4c |
Aflossingen op leningen (–/–) |
0 |
0 |
– 1.352 |
– 1.352 |
4d |
Beroep op leenfaciliteit (+) |
2.600 |
16.800 |
0 |
19.400 |
4. |
Totaal financieringskasstroom |
2.600 |
16.800 |
– 1.352 |
18.048 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2018 (=1+2+3+4) |
14.040 |
0 |
– 13.795 |
245 |
Toelichting:
De baten van de 2e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 72,4 miljoen (van deze stijging is € 10,6 miljoen gemeld in de 1e suppletoire begroting 2018) en de lasten laten een stijging zien van € 68,4 miljoen ten opzichte van vastgestelde begroting 2018 (€ 273,6 miljoen). Met name de inwerkingtreding van het nieuwe studiefinancieringssysteem (PVS) heeft geleid tot extra beheer en onderhoudskosten. Daarnaast heeft de noodzakelijke bereikbaarheid en werkdruk na de start van PVS er nog niet toe geleid dat personeel op deze directie afgeschaald kan worden. De verwachte terugdringing van het ziekteverzuim heeft zich niet voorgedaan. Het terugdringen van externen, maar ook het omzetten van externen naar internen loopt niet volgens verwachting. De economische groei zorgt er voor dat de prijzen van externen stijgen, wat het omzetten van externen naar internen lastiger maakt. Daarbij kan DUO aan externen minder zekerheid bieden voor een reguliere formatieve plaats. Om te voorkomen dat DUO een negatief eigen vermogen ontwikkelt, wordt de bijdrage aan het agentschap DUO vanuit OCW met € 12,8 miljoen verhoogd.
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is € 55,4 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering voor onder andere projectmatige werkzaamheden € 3,2 miljoen. Daarnaast betreft het loon- en prijscompensatie 2018 van € 3,5 miljoen en bijstellingen in de (basis)dienstverlening € 15,0 miljoen, zoals dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord en uitvoering diverse zogenaamde Overige taken (zoals digitalisering examens FACET, uitvoering examens). Daarnaast is ingezet op onderhoud en beheer om systemen operationeel te houden, en zijn er uitgaven gedaan om de dienstverlening aan studenten op peil te houden (€ 23,2 miljoen).Ook zijn middelen ingezet om DUO compliant te laten zijn conform de nieuwe wet en regelgeving, onder andere de AVG, € 4,0 miljoen. Daarnaast heeft DUO extra kosten gemaakt voor categorie management voor datacenters en Gerechtsdeurwaarders € 1,8 miljoen en zijn middelen ingezet ter dekking van rijksbrede kosten voor DigiD, instandhouding basisregistraties en de pilot oplossingsgericht incasseren € 4,7 miljoen. De genoemde omzet van € 55,4 miljoen wordt voor € 21,6 miljoen gedekt vanuit middelen die DUO in eerdere jaren reeds heeft ontvangen maar die niet volledig zijn aangewend in het betreffende jaar (balansposten voor bijvoorbeeld de projecten PVS en BRON), € 21,0 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de OCW begroting, en voor € 12,8 miljoen uit meevallers.
Omzet overige departementen en derden
De omzet overige departementen en derden stijgt per saldo met € 16,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Het betreft hier uitbreiding van werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de Inburgeringstaak € 12,9 miljoen en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen € 0,4 miljoen, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord op het gebied van housing en hosting diensten € 8,0 miljoen ten behoeve van meerdere opdrachtgevers en omzet als gevolg van detachering van personeel bij andere overheidsinstellingen in het kader van mobiliteit € 1,0 miljoen. Daartegenover staat een daling als gevolg van het stopzetten van het project bekostiging Kinderopvang € 4,7 miljoen, vervallen van de bekostiging Groen onderwijs € 0,2 miljoen en lager beloop werkzaamheden Wet financieel toezicht € 0,5 miljoen.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten laten een stijging zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van € 68,4 miljoen. De personele begroting laat een stijging zien van € 47,9 miljoen en de materiële begroting laat een stijging zien van € 13,1 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op (basis)dienstverlening, projecten, opdrachten voor OCW en overige departementen en in 2018 uitgevoerd additioneel noodzakelijk onderhoud. Ook zijn de afschrijvingskosten toegenomen met € 5,6 miljoen als gevolg van uitbreidingsinvesteringen en is een dotatie aan de voorzieningen opgenomen van € 1,8 miljoen, onder ander aan het Sociaal Beleidskader Rijk en maatwerkregelingen in relatie tot uitstroom personeel, welke in de oorspronkelijke begroting niet was meegenomen.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van de nu voorziene additionele omzet en kosten rekening houdend met via de balans gereserveerde middelen voor in 2018 doorlopende projecten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35095-VIII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.